SHARP

Taal

REGELMATIG ONDERHOUD

Voor een optimale werking moet het apparaat regelmatig worden gereinigd.

Waarschuwing

Gebruik geen ontvlambare sprays bij het reinigen van het apparaat. Als het gas uit de spuitbus in contact komt met warme elektrische onderdelen of de fuseereenheid binnen in het apparaat, kan er brand of een elektrische schok optreden.

Lep op

  • Gebruik geen thinner, wasbenzine of soortgelijke vluchtige reinigingsmiddelen bij het reinigen van het apparaat. Hierdoor kan de behuizing verkleuren.
  • Veeg vuil met een zachte doek voorzichtig van het spiegelende deel van het bedieningspaneel (rechts afgebeeld). Als u een harde doek gebruikt of te veel kracht toepast bij het wrijven, kunt u het oppervlak beschadigen.

DE GLASPLAAT EN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID REINIGEN

Als de glasplaat of de aandrukplaat vuil worden, verschijnen er vlekken, gekleurde strepen of witte strepen op de gescande afbeelding. Houd deze onderdelen altijd schoon.
Neem de onderdelen af met een schone, zachte doek.
Maak de doek eventueel vochtig met water of een klein beetje neutraal reinigingsmiddel. Veeg vervolgens af met een schone, droge doek.
Voorbeelden van strepen in de afbeelding

Glasplaat

Aandrukplaat

SCANGEBIED

Wanneer zwarte of witte strepen op de gescande afbeelding zichtbaar zijn bij het gebruik van de automatische documentinvoereenheid, reinig dan het scangebied (het dunne lange glas naast de glasplaat).
Gebruik voor het reinigen van dit onderdeel het glasreinigingsmiddel dat in de automatische documentinvoereenheid is opgeslagen. Vergeet niet om het glasreinigingsmiddel terug te plaatsen op de opslaglocatie nadat u het hebt gebruikt.

Als u de BP-55C26 / BP-70C31 / BP-70C36 / BP-70C45 / BP-70C55 / BP-70C65 gebruikt

Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het glasreinigingsmiddel.

Reinig het scangebied op de glasplaat met het glasreinigingsmiddel.

Eén scangebied bevindt zich op de glasplaat en het andere in de automatische documentinvoereenheid.

Open de klep van het scangebied op de automatische documentinvoereenheid.

Druk de ontgrendelschakelaar in om de klep te openen.

Reinig het scangebied op de automatische documentinvoereenheid.

Sluit de klep.

Plaats het glasreinigingsmiddel terug op zijn plaats.

Als u de BP-50C26/BP-50C31/BP-50C36/BP-50C45/BP-50C55/BP-50C65/BP-60C31/BP-60C36/BP-60C45

Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het glasreinigingsmiddel.

Reinig het scangebied op de glasplaat met het glasreinigingsmiddel.

Plaats het glasreinigingsmiddel terug op zijn plaats.

DE LASEREENHEID REINIGEN

Wanneer de lasereenheid in het apparaat vuil wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen) zichtbaar worden op de afdruk.
Lijnen (gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een vuile lasereenheid

  • De gekleurde strepen zijn altijd op dezelfde plaats zichtbaar. (De lijnen zijn nooit zwart.)
  • De gekleurde strepen lopen evenwijdig aan de richting waarin het papier wordt ingevoerd.
  • De gekleurde strepen zijn niet alleen zichtbaar bij het kopiëren, maar ook op afdrukken vanaf de computer. (Kopie en afdruk hebben dezelfde lijnen.)
Bij problemen die op bovengenoemde problemen lijken, reinigt u de lasereenheid zoals hieronder uitgelegd.

Open de voorklep.

Open het terwijl u op beide zijden van de convexe delen drukt.
Als een afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is geïnstalleerd op de BP-50C55/BP-50C65/BP-70C55/BP-70C65, opent u de voorklep op de afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of de bovenste voorklep op de zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) voordat u de voorklep van de machine opent.

Verwijder de tonerinzamelcontainer.

Spreid op voorhand een krant of iets dergelijks op de plaats waar u de tonerinzamelcontainer wilt leggen.
Duw op de ontgrendelknoppen aan weerszijden van de tonerinzamelcontainer, duw de tonerinzamelcontainer omlaag totdat de tonerinzamelcontainer stopt en til de container vervolgens langzaam op om deze te verwijderen.

Lep op

  • Zorg dat u de kabels of aansluitingen in het apparaat niet aanraakt.
  • De toneropvangcontainer moet rechtop worden geplaatst, niet ineengeklapt.

Pak de reiniger voor de lasereenheid.

Deze reiniger is bevestigd aan de voorklep.
  1. Trek aan de rechterkant van de reiniger om deze van de haak te nemen.
  2. Plaats de reiniger over de haak heen naar de achterkant.
  3. Draai de reiniger rond de naaf om deze los te maken van de linkerhaak.

Controleer of het reinigingsgedeelte op de punt van de reiniger schoon is.

Als het reinigingsgedeelte vuil is, moet u het van de reiniger verwijderen en vervangen door een schoon exemplaar.
Zie stap 5 tot en met 7 voor de procedure voor het vervangen van het reinigingsgedeelte. Als het reinigingsgedeelte niet vuil is, gaat u naar stap 8.

Pak een vervangend reinigingsgedeelte uit de tonerinzamelcontainer.

Vervangende reinigingsgedeelten worden op de tonerinzamelcontainer bewaard. Pak het uiteinde van het reinigingsgedeelte vast en trek het uit de tonerinzamelcontainer.
Verwijder het vuile reinigingsgedeelte van de punt van de reiniger.

Verwijder het vuile reinigingsgedeelte van het uiteinde van de reiniger.

  1. Pak de reiniger goed vast op de plaats waar het reinigingsgedeelte is bevestigd.
  2. Druk met uw andere hand de haak waarmee het reinigingsgedeelte vastzit omlaag en verwijder het reinigingsgedeelte.

Lep op

Plaats het verwijderde reinigingsgedeelte terug op de tonerinzamelcontainer.

Breng het nieuwe reinigingsgedeelte aan op de reiniger.

  1. Lijn de haak van het reinigingsgedeelte uit met de bevestigingsopening in de reiniger.
  2. Houd het reinigingsgedeelte stevig vast en duw de reiniger naar binnen.

Reinig de lasereenheid.

  1. Houd het reinigingsgedeelte omlaag gericht en steek de reiniger langzaam in de opening die u wilt reinigen.
  2. Zorg dat het reinigingsgedeelte omlaag is gericht.
    Etiketten vergelijkbaar met (A) zijn aangebracht op gebieden die moeten worden gereinigd.
  3. Steek de reiniger volledig in de opening en trek deze vervolgens naar buiten.
  4. Trek de reiniger naar buiten totdat u voelt dat de punt het te reinigen gedeelte van de lasereenheid verlaat.
  5. Herhaal stap 2 nog twee- of driemaal en verwijder de reiniger vervolgens.

Lep op

Zorg dat u de kabels of aansluitingen in het apparaat niet aanraakt.

Herhaal stap 8 tot om alle openingen (4) van de lasereenheid te reinigen.

De lasereenheid wordt op vier plaatsen gereinigd, waaronder de locatie die bij stap 8 is gereinigd. Reinig alle openingen.

Plaats de reiniger terug op zijn plaats.

  1. Plaats de reiniger op de naaf en draai deze. Plaats vervolgens de rand (de kant met het reinigingsgedeelte) op de haak aan de linkerkant.
  2. Plaats de rechterkant van de reiniger over de haak heen naar de voorkant.
  3. Draai de reiniger op de haak.

Duw de tonerinzamelcontainer in het apparaat.

Duw net zolang totdat u een "klikkend" geluid hoort dat aangeeft dat de linker- en rechtergrendels zijn vergrendeld.

Sluit de voorklep.

Houd beide zijden vast en sluit het.

HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN

Als het papier vaak vastloopt bij de invoer van enveloppen of zwaar papier via de doorvoerlade, neem dan de aanvoerrol af met een schone, zachte, vochtige doek met water of een neutraal schoonmaakmiddel.

DE AANVOERROL VAN DE PAPIERINVOER REINIGEN

Als u de automatische documentinvoereenheid gebruikt en het geplaatste origineel vlekken vertoont of komt vast te zitten, veegt u het oppervlak van de papierdoorvoerrrol af in de richting van de pijl met een propere, zachte doek met water of een neuraal schoonmaakmiddel.
BP-50C26/BP-50C31/BP-50C36/BP-50C45/BP-50C55/BP-50C65/BP-60C31/BP-60C36/BP-60C45

BP-55C26/BP-70C31/BP-70C36/BP-70C45/BP-70C55/BP-70C65

Taal

Version 03a / bp70c65_usr_03a_nl

↑Eerste pagina