KOPIEËN MAKEN MET DE DOORVOERLADE

Plaats papier in de doorvoerlade.

PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN

Tik op de toets [Papier Selectie] en vervolgens op de toets van de doorvoerlade.

Bij de doorvoerladetoets wordt het formaat en type van het geladen papier getoond.
DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT

Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.

Tik op de toets [Papier Selectie].

DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN

Tik op de toets [Type + formaat] en vervolgens op de toets die overeenkomt met het type van het geplaatste papier.

Tik op de toets [Formaat] en vervolgens op de toets die overeenkomt met het formaat van het geplaatste papier.

• [Auto-AB]:
Detecteert automatisch het juiste AB-papierformaat wanneer u papier laadt van een formaat zoals A4 of B5.

• [Auto-Inch]:
Detecteert automatisch het juiste Inch-papierformaat wanneer u papier laadt van een formaat zoals 8-1/2"x11".

• [Formaat instellen]:
Tik op deze toets als u een papierformaat dat niet automatisch wordt gedetecteerd, handmatig wilt opgeven.

• [Directe Invoer]:
Tik op deze toets om getalswaarden in te voeren voor het formaat van het geladen papier. Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].