Instellingen van Universal Print

Om het apparaat bij de service Universeel afdrukken te registreren, volgt u de onderstaande procedure uit het webbeheerscherm.

1. Open “Instellingen van Universal Print” in Systeeminstellingen.
2. Controleer de printernaam en klik op “Uitvoeren” onder “Registreren bij Universeel Afdrukken”.
U zult een registratiecode te zien krijgen en een URL voor het registreren van uw code. De registratiecode is gedurende 15 minuten geldig. Als u het apparaat na 15 minuten registreert, zult u opnieuw moeten beginnen.

3. Klik op de URL voor het registreren van de code.
Er verschijnt een afzonderlijk venster waarin u uw registratiecode kunt ingeven.

4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de registratiecode in te geven.
5. Bekijk het beheerscherm voor Universeel afdrukken in Azure Active Directory in een webbrowser.
6. Selecteer de geregistreerde printer en klik op [Printer Delen].
7. Klik op [Leden], en klik vervolgens op [Toevoegen].
8. Selecteer een lid of groep uit de lijst om het apparaat te gebruiken.
Om het apparaat met de service Universeel afdrukken te gebruiken, gaat u verder met “Het apparaat bij elke client PC registreren” hieronder.

Om het apparaat bij elke client PC te registreren, volgt u de onderstaande procedure op uw computer.

1. Klik op de knop [Start], selecteer [Instellingen] → [Accounts].
2. Klik op [Verbinden] onder [Toegang werk of school].
Volg indien nodig de prompts om zich aan te melden op uw Microsoft 365-account.

3. Klik op [Home], en klik vervolgens op [Apparaten].
4. Klik op [Printers en Scanners], en klik vervolgens op [Printer of Scanner Toevoegen].
5. Een geregistreerd apparaat in de lijst kiezen.
Wanneer u deze behandeling hebt voltooid, is de eenheid klaar om te worden gebruikt op de client PC.

Deze instelling is beschikbaar wanneer het apparaat al geregistreerd is voor de service Universeel afdrukken.
Om het apparaat uit de service Universeel afdrukken te wissen, klikt u, op de webpagina (beheerder), op [Systeeminstellingen] → [Universele Afdrukinstellingen], en klikt u vervolgens op de toets [Wissen].