SHARP

Taal

UITGAAN VAN SPECIFIEK GEBRUIK

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert.
EENVOUDIGE MODUS

DE AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (TRANSMISSIERAPPORT)

Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een verzending mislukt of wanneer een distributieverzending wordt uitgevoerd. Het transactierapport bevat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam van bestemming, vereiste tijd, aantal pagina's, resultaat, enzovoort).
INFORMATIE IN DE STATUSKOLOM

  • Transmissierapporten worden afgedrukt op basis van voorwaarden die zijn ingesteld in “Instellingen”; u kunt echter wel tijdelijk andere voorwaarden voor een verzending selecteren.
  • Bij distributieverzending zijn wijzigingen in de afdrukvoorwaarden van het transmissierapport van toepassing op alle bestemmingen.
De afdrukvoorwaarden voor een transmissierapport instellen:
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen]→ [StandaardInstellingen] → [Instelling Afdrukken Transactierapport].

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT

Voer het faxnummer van de bestemming in.

Tik op de toets [Overige] en op de toets [Transmissierapport].

Tik op de toets van de afdrukinstellingen.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
De instelling Transmissierapport annuleren:
Tik op de toets [Niet afdrukken].
  • De afdrukvoorwaarden voor een transmissierapport zijn als volgt:
    • 'Altijd Afdrukken': of een verzending nu slaagt of mislukt, er wordt altijd een transmissierapport afgedrukt.
    • 'Afdrukken bij fouten': wanneer een verzending mislukt, wordt er een transmissierapport afgedrukt.
    • 'Niet afdrukken': geen transmissierapport afdrukken.
  • Stel het selectievakje [Beeld Van Origineel Afdrukken] in op om de eerste pagina van het verzonden origineel op te nemen in het transactierapport.
  • Zelfs als het selectievakje [Beeld Van Origineel Afdrukken] is, kan het origineel niet worden afgedrukt wanneer de luidspreker wordt gebruikt om het nummer te kiezen of wanneer handmatige verzending, directe verzending, navraagontvangst of F-codeverzending wordt gebruikt.

Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.

  • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
  • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
  • Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
U kunt op de toets [Voorbeeldweergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt.
Zie ' HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN' voor meer informatie. Instellingen voor deze functie kunnen echter niet in het voorbeeldscherm worden gewijzigd.

Beeld van origineel op transactierapport
Als [Beeld Van Origineel Afdrukken] is ingeschakeld, wordt de eerste pagina van het verzonden origineel afgedrukt op dezelfde pagina als het transactierapport. Het beeld van het origineel wordt verkleind zodat het op het vel past. Als de verticale scanafstand (X) van het origineel langer is dan 432 mm (17-1/64"), wordt het gedeelte dat 432 mm (17-1/64") overschrijdt mogelijk afgesneden.

Taal

Version 04a / bp70c65_usr_04a_nl

↑Eerste pagina