SHARP

Taal

VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING

METADATAVERZENDING (GEGEVENSINVOER)

Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geïnstalleerd, worden metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en aangeven hoe het bewerkt moet worden) gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie. Deze metadata worden apart verzonden van een afbeeldingsbestand dat wordt gegenereerd voor het verzenden van een gescande afbeelding. Het metadatabestand wordt gemaakt in XML-indeling.
Door de metadata te koppelen aan toepassingen zoals documentbeheersoftware, een workflowtoepassing of een encryptieserver, kan een geavanceerde documentoplossingsomgeving worden gemaakt.
Met de applicatie-integratiemodulekit kan informatie over een gegenereerd afbeeldingbestand in het aanraakscherm worden ingevoerd en samen met de afbeelding als een XML-bestand worden verzonden.

VEREISTE INSTELLINGEN IN DE INSTELLINGSMODUS (WEBVERSIE)

Als u de instellingen voor metadata wilt configureren, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Setup Metadata] → [Inserimento Metadati] bij “Instellingen (beheerder)”. (Beheerdersrechten zijn vereist.)
Schakel de verzending van metadata in.

Metadatasets opslaan

Sla de items (metadataset) op die moeten worden geschreven naar het tijdens het scannen gegenereerde XML-bestand. Er kunnen maximaal 10 metadata-items worden geconfigureerd in een metadataset. Een opgeslagen metadataset kan tijdens de verzending worden geselecteerd.

Adressen die bij 'Adrestype voor metadatainvoer' zijn opgegeven als er een metadataset wordt opgeslagen, kunnen als verzendbestemmingen worden geselecteerd bij een verzending met gebruik van snelkeuzetoetsen, handmatige invoer of zoekacties in globale adresboeken. (Adressen waarvoor metadata-invoer niet is toegestaan, kunnen niet als verzendbestemmingen worden opgegeven.)

METADATAVERZENDING VIA SCANNEN NAAR DESKTOP

Wanneer Network Scanner Tool Lite in de standaardconfiguratie wordt gebruikt, wordt op de pc geen bestand met een nieuwe bestandnaam gegenereerd.
Wanneer Network Scanner Tool Lite wordt gebruikt om een metadatabestand naar een toepassing van derden te verzenden, moet deze instelling uitgeschakeld worden om kruisverwijzingen tussen het afbeeldingbestand en XML-bestand toe te staan door middel van de door de computer gegenereerde bestandnaam.
(Wanneer u de bestandsnaam kiest bij [Opties▼], moet u ervoor zorgen dat een bestaand bestand op de computer niet wordt overschreven door een ontvangen bestand met dezelfde naam. Het bestand moet een unieke naam hebben. U kunt bijvoorbeeld een unieke extensie (zoals een datum) in de gegenereerde bestandsnaam opnemen.

Als de instelling voor de bestandsnaam leeg blijft, genereert het apparaat automatisch een unieke bestandsnaam. Het is raadzaam Network Scanner Tool Lite te gebruiken voor het ontvangen van metadata.
Toepassingen van derden gebruiken
Er bestaan verschillende soorten toepassingen van derden. Sommige applicaties kunnen automatisch vanuit Network Scanner Tool Lite starten, andere weer niet.
Wanneer de functie voor het automatisch uitvoeren van een applicatie is ingeschakeld, start Network Scanner Tool Lite de applicatie met de opdracht “.exe” en de naam van het afbeeldingsbestand als parameter. Wanneer Network Scanner Tool Lite is ingesteld om de applicatie “APP.EXE” te starten, wordt de opdracht “APP.EXE IMG.TIF” gebruikt. Als er een bestand is opgegeven voor de ontvangst van metadata, kan de naam van het metadatabestand niet tegelijk met de opdracht voor het rechtstreeks starten van de applicatie worden gebruikt.
(Het metadatabestand wordt op de computer opgeslagen in dezelfde map als IMG.TIF.)
Taal

Version 03a / bp70c65_usr_03a_nl

↑Eerste pagina