SHARP

Taal

MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN

MEERDERE BESTANDEN AFDRUKKEN

Selecteer de toetsen van de bestanden die u wilt afdrukken.

  • Vertrouwelijke bestanden kunnen niet tegelijkertijd met andere bestanden worden afgedrukt.
  • Een bestand in de momenteel geselecteerde map kan niet tegelijkertijd worden geselecteerd met een bestand uit een andere map.
Als het opdrachttype wordt gewijzigd met de toets Weergeven op opdracht of het scherm wordt gewijzigd met de toets terwijl een bestand is geselecteerd, wordt de selectie van het bestand geannuleerd.

Tik in het actiescherm op [Afdrukken].

Als u niet het aantal exemplaren wilt afdrukken dat u tijdens het opslaan van de gegevens hebt ingesteld, tikt u op het selectievakje [Gebruik het aantal vooraf ingestelde afdrukken per opdracht.] om het in te stellen op .

Ga naar stap 5 als u het aantal kopieën wilt afdrukken dat bij het opslaan van de gegevens is ingesteld (dus zonder hier het aantal kopieën op te geven).

Gebruik om het aantal exemplaren op te geven.

U kunt ook direct op de cijferweergavetoets tikken en de waarde wijzigen met de cijfertoetsen.

U kunt de volgorde van de af te drukken bestanden instellen met [Afdrukvolgorde].

Als u het bestand na het afdrukken wilt verwijderen, tikt u op het selectievakje [Verwijderen] om het in te stellen op .

Tik op de toets [Start] om het afdrukken te starten.

AFDRUKKEN IN BATCHES

Batch-afdrukinstellingen

Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Document- archivering] → [VoorwaardeInstellingen] → [Batch-afdrukinstellingen].
Selecteer of de toets [Alle gebruikers] en de toets [Gebr. Onbekend] verboden zijn in het scherm voor de selectie van de gebruikersnaam wanneer alle bestanden worden afgedrukt, of de bestanden op datum volgens nieuwste of oudste worden gesorteerd en of de bestandsnamen in oplopende of aflopende volgorde worden gesorteerd.

Tik op de toets [Batch-afdruk uitvoeren] in het actiescherm.

Tik op het tekstvak [Gebruikersnaam].

Selecteer de gebruikersnaam.

Tik na het selecteren van de gebruikersnaam op .
Als u [Systeeminstellingen] hebt geselecteerd in “Instellingen (beheerder)” → [Instellingen Document- archivering] → [VoorwaardeInstellingen] → [Batch-afdrukinstellingen] en de selectievakjes [Optie [Alle gebr.] niet toegest.] en [Optie [Gebr. onbekend] niet toegest.] hebt uitgeschakeld, tikt u op de toets [Alle Gebr.] en de toets [Gebr. Onbekend].
Als u op de toets [Alle Gebr.] tikt, worden alle bestanden in de map (de bestanden van alle gebruikers) geselecteerd.
Als u op de toets [Gebr. Onbekend] tikt, worden alle bestanden zonder gebruikersnaam in de map geselecteerd.

Als er een wachtwoord is ingesteld, tikt u op de toets [Wachtwoord].

Voer het wachtwoord (4 tot 32 tekens) in en tik op . Alleen bestanden met hetzelfde wachtwoord worden geselecteerd.
Als u geen wachtwoord wilt invoeren, gaat u door met de volgende stap.

Als u niet het aantal exemplaren wilt afdrukken dat u tijdens het opslaan van de gegevens hebt ingesteld, tikt u op het selectievakje [Gebruik het aantal vooraf ingestelde afdrukken per opdracht.] om het in te stellen op .

Ga naar stap 7 als u het aantal kopieën wilt afdrukken dat bij het opslaan van de gegevens is ingesteld.

Gebruik om het aantal exemplaren op te geven.

U kunt ook direct op de cijferweergavetoets tikken en de waarde wijzigen met de cijfertoetsen.

Als u het bestand na het afdrukken automatisch wilt verwijderen, tikt u op de toets [Verwijderen].

Tik op de toets [Start] om het afdrukken te starten.

Als er geen bestanden zijn die overeenkomen met de zoekvoorwaarden, keert u terug naar het scherm met de bestandslijst.
Als u in het actiepaneel op de toets [Gegevens verwijderen] tikt, worden alle bestanden verwijderd die voldoen aan de huidige zoekvoorwaarden.
Taal

Version 03a / bp70c65_usr_03a_nl

↑Eerste pagina