Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie
(E-mail, Internetfax, enzovoort) kunnen worden geconfigureerd. De
volgende bedieningsinstellingen zijn van toepassing op alle beeldverzendfuncties.
Gebruik deze instelling om de instellingen
te bewaren nadat het scannen is voltooid (totdat de functie Automatisch wissen
wordt geactiveerd).
Geef de tijd op waarop de verzending automatisch
moet worden gestart, ook als het origineel nog wordt gescand.
Bij het opnieuw verzenden via documentarchivering
of door opgeslagen programma-instellingen op te roepen die geen adres
bevatten, maakt u een selectie uit de volgende 6 soorten beginschermen
die verschijnen.
Hogere prioriteit wordt gegeven aan de weergave van adresboek.
Als de modus Beeld Verzenden is ingeschakeld, wordt het Adresboek
weergegeven in plaats van het beginscherm van deze modus.
Alleen adressen van verzendmodi toepassen
Wanneer een adres wordt geselecteerd in het adresboek, worden
alleen de adressen toegepast die in de beperkte modus worden weergegeven.
Categorie weergegeven als standaard
Selecteer een categorie die als standaard moet worden weergegeven.
Alle adrestypen weergeven ongeacht momenteel weergegeven modus.
Als deze instelling is ingeschakeld, worden alle bestemmingen
weergegeven, ongeacht de weergegeven modus.
Adresboek vergroten
Het adresboek wordt vergroot weergegeven.
Hiermee wordt de standaardafdrukstand ingesteld.
Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens
Geef aan of een voorbeeld van ontvangen faxen en internetfaxen
moet worden weergegeven. Dit wordt weergegeven als een faxuitbreidingskit
of internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
Fax/I-fax ontvangstgegevens:
Fax/I-fax ontvangstgegevens: Selecteer lijst of miniaturen als standaardweergave
in het scherm met ontvangen faxen/I-faxen.
Deze instelling wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstellingen
in te stellen voor het scannen van documenten in de beeldverzendmodus.
Selecteer [Auto] of [Handmatig]. Stel de belichting in op
een van de vijf niveaus als u [Handmatig] selecteert.
Selecteer vooraf het origineeltype om scannen van het
origineel met een geschikte resolutie mogelijk te maken (uitsluitend
voor scanmodus en scanmodus voor USB-geheugen).
De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Schakel dit in bij verzenden via distributieverzending
in fax- en andere modi en als u dezelfde afbeelding wilt verzenden in
alle modi. Als deze functie niet is ingeschakeld, wordt een afbeelding
die bij elke scaninstelling wordt opgegeven, verzonden voor e-mail,
FTP, bureaublad en netwerkmap. Als een internetfaxadres is opgenomen
in de adressen, wordt dezelfde afbeelding verzonden onafhankelijk
van deze instelling.
Geef aan of op de toets Volgend adres ([+]) moet worden
gedrukt voordat er een adres wordt toegevoegd voor een opdracht
met meerdere adressen, zoals distributieverzending.
Hiermee schakelt u de mogelijkheid uit om de weergavevolgorde
(volgorde van zoeknummer, oplopend, aflopend) te wijzigen.
De ingestelde weergavevolgorde wordt niet meer gewijzigd.
De weergavevolgorde blijft ingesteld op de gebruikte volgorde nadat
deze instelling is geactiveerd.
Met deze functie worden ontvangen faxen en internetfaxen
in het geheugen opgeslagen zonder dat deze worden afgedrukt. De
faxen kunnen worden afgedrukt door een wachtwoord in te voeren (fabrieksinstelling:
0000) via het numerieke toetsenbord.
Als [Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens] is ingeschakeld, voert u het
wachtwoord
(4 cijfers) in.
Hiermee wordt de standaardwisbreedte van de
wisfunctie ingesteld. Geef een waarde op van 0 mm (0") t/m 25 mm
(1") in stappen van 3 mm (1/8") voor het wissen van randen en wissen
van midden.
Deze functie is beschikbaar als 'Inst. beeldcontrole
ontvangen gegevens' is ingeschakeld.
* Dit wordt weergegeven als een faxuitbreidingskit of internetfaxuitbreidingskit
is geïnstalleerd.
Als “Door tijd opgegeven uitvoer van ontvangen gegevens” is ingesteld op
, is deze instelling uitgegrijsd.
Als “Wachtwoord wijzigen” of “Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens” is ingesteld
op
, is het veld Wachtwoord uitgegrijsd.
Het opslaan via het apparaat, via de instellingsmodus
(webversie) en via de computer kunnen elk afzonderlijk worden geblokkeerd.
Registratie van bestemming via bedieningspaneel uitschakelen
Hiermee schakelt u adresbeheer via het apparaat uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Registratie van bestemming op webpagina uitschakelen
Hiermee schakelt u het opslaan van de bestemming via de instellingsmodus
uit (webversie).
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Uitschakelen Alle Programma Items Registratie/Wissen
Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en wijzigen
van de instellingen voor beeld verzenden in de werkprogramma's niet
toe te staan.
Registratie van geheugenvak uitschakelen
Hiermee schakelt u de registratie van alle typen geheugenvakken
uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Navraaggeheugen, Vertrouwelijk, Relay-distributie (Directe
invoer), Relay-distributie (Adresboek)
Bestemmingsregistratie met Globaal zoeken adres uitschakelen
Hiermee schakelt u adresbeheer via globaal adres zoeken uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
E-mail, internetfax, fax
Registratie door middel van Network Scanner Tool
Hiermee schakelt u adresbeheer via Netwerk Scanner Tool Lite
uit.
Gebruik deze optie om de opslag van gegevens van een ander
apparaat via inkomende routing van het adresboek te onderdrukken.
Uitschakelen van doorsturen via netwerk
Hiermee wordt inkomende routing geblokkeerd.
Deze instellingen worden gebruikt om de volgende
verzendhandelingen uit te schakelen.
Uitschakelen verzendgeschiedenis
Blokkeert het opnieuw verzenden met behulp van de verzendgeschiedenis.
Selecteren uit adresboek uitschakelen
Hiermee schakelt u de selectie van bestemmingen vanuit het
adresboek uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Directe invoer uitschakelen
Hiermee schakelt u directe invoer van het bestemmingsadres
en dergelijke uit.
Configureer de instelling voor elk van de volgende items:
Blokkeert scannen op een externe pc.
Blokkeert opslaan van scangegevens op een extern
geheugenapparaat.
Hiermee wordt PC-I-Faxverzending geblokkeerd.
Hiermee blokkeert u PC-Faxverzending.
Hiermee wordt Mijn adres zoeken geblokkeerd.
Blokkeert het gebruik van de OCR-functie tijdens
het scannen.
Hiermee wordt de afzenderinformatie van de internetfax
of fax opgeslagen.
Gebruik dit om de naam van de afzender op te slaan voor
fax, internetfax, faxnummer van afzender en afzenderadres voor internetfax.
De opgeslagen naam en het faxnummer van de afzender of het internet-afzenderadres
wordt boven aan de ontvangen fax afgedrukt.
Sender Name
Voer de standaardnaam van de afzender in.
Faxnummer van zender
Hiermee stelt u het faxnummer van de afzender in.
Tik op de toets [-] om een pauze tussen de cijfers in te voegen.
Tik op de toets [Spatie] om een spatie tussen de cijfers
in te voegen.
Eigen adres I-Fax
Voer het standaardbronadres in.
Hiermee wordt de gebruikte afzendernaam in 'Eigen naam
kiezen' van een andere functie opgeslagen. Er kunnen maximaal 18
afzendernamen worden opgeslagen.
Nieuwe toevoegen
Sla een afzendernaam op. Er kunnen maximaal 20 tekens worden
opgeslagen.
Tik op de toets [Opslaan] na het invoeren van een afzendernaam.
Het laagste ongebruikte registratienummer van 01 t/m 18 wordt
automatisch aan de afzendernaam toegewezen. Dit nummer kan niet
worden gewijzigd.
Toont een lijst met opgeslagen afzendernamen.
Wanneer u een afzendernaam selecteert, wordt deze verwijderd.
Deze instelling kan worden ingesteld op dit apparaat.
Deze instelling is dezelfde als “
Categorie -instelling”.
Version 04a / bp70c65_usr_04a_nl