Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie
(Internetfax, Directe SMTP, enz.) kunnen worden geconfigureerd.
Hiermee worden de standaardinstellingen voor de modus
Internetfax geconfigureerd.
Ingest. resolutie toepassen bij opslag
U kunt de resolutie-instelling die was opgegeven toen het
bestand werd opgeslagen gebruiken voor verzending.
Resolutie
De resolutie voor verzending van het bestand instellen.
Halftoon
Halftonen inschakelen.
Bestandstype
Hiermee wordt het bestandstype voor internetfaxverzending
ingesteld.
De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Wanneer de toets [Aan] op 'uit' staat (maar
de hoofdschakelaar op 'aan') en een internetfax wordt ontvangen,
zorgt deze functie er voor dat het apparaat wordt geactiveerd en
de fax wordt afgedrukt.
Wanneer deze functie is uitgeschakeld, worden ontvangen internetfaxen
pas afgedrukt nadat de (toets [Aan]) op 'aan' staat.
Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt,
wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van
de verzending op het transactierapport af te drukken. Selecteer
een van de volgende instellingen.
Hiermee geeft u aan of wel of niet een transactierapport
wordt afgedrukt. Als dat wel het geval is, kunt u de voorwaarde selecteren.
Enkele Verzending
Hiermee wordt het opgeslagen Activiteitenrapport
voor beeldverzending in het apparaatgeheugen periodiek afgedrukt.
U kunt instellen dat het Activiteitenrapport voor beeldverzending
telkens bij het bereiken van 200 transacties wordt afgedrukt of
op een aangegeven tijdstip (slechts eenmaal per dag). (De instellingen
kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.)
Platte Tekst Afdrukken Instelling Selecteren
Beeldbestanden die aan internetfaxen zijn gekoppeld, worden
normaal afgedrukt. Als u deze instelling inschakelt, wordt ook de
tekst van het e-mailbericht (onderwerp en bericht) afgedrukt.
Deze instelling is ook van toepassing op de tekst van e-mailberichten
zonder bijlagen.
Deze instellingen worden gebruikt om de instellingen
voor de modus Internetfax te configureren.
Met deze instelling wordt een ontvangstrapport
aangevraagd bij het verzenden van een internetfax.
De tijdsduur dat het apparaat wacht op het
ontvangstrapport van het ontvangende apparaat kan worden ingesteld
op elke waarde tussen 1 uur en 240 uur in stappen van 1 minuut.
Het aantal pogingen om het document opnieuw
te verzenden nadat een foutmelding is ontvangen van het ontvangende I-Fax-apparaat,
kan worden ingesteld op elke waarde tussen 0 en 15.
Het is mogelijk een bestandsgroottelimiet in
te stellen van 1 MB t/m 99 MB in stappen van 1 MB om te voorkomen
dat extreem grote bestanden worden verzonden via de modus Internetfax.
Als de totale grootte van de beeldbestanden tijdens het scannen
van het origineel deze limiet overschrijdt, worden de beeldbestanden
verwijderd.
Selecteer [Onbeperkt] als u geen limiet wilt opgegeven.
Wanneer u een afbeelding verzendt met een van
de onderstaande formaten, draait u met deze functie het beeld 90 graden.
(De instelling kan voor elk formaat afzonderlijk worden geconfigureerd.)
A4, B5R, A5R, 8-1/2"x11", 5-1/2"x8-1/2"R, 16K
U kunt de datum en de afzendergegevens (naam
en adres) boven in de pagina laten opnemen als het
bestand dat u hebt verzonden door het ontvangende apparaat wordt
afgedrukt.
Het paginanummer kan door het ontvangende apparaat
boven aan elke afgedrukte pagina worden toegevoegd.
(Deze instelling werkt alleen bij Directe SMTP-verzending.)
Met deze instelling wordt het aantal belpogingen en het interval
tussen deze pogingen ingesteld wanneer een verzending mislukt als
gevolg van een bezette lijn of om een andere reden.
Aantal herhaalde pogingen bij een bezette lijn
De instelling geeft aan of opnieuw bellen wel of niet plaatsvindt
wanneer de lijn bezet is.
U kunt voor het opnieuw bellen het aantal belpogingen instellen.
U kunt elke waarde tussen 0 en 15 selecteren.
Tijd (in minuten) tussen herhaalde pogingen bij een bezette lijn
U kunt het interval tussen nieuwe belpogingen instellen. Elk
aantal minuten tussen 1 en 15 kan worden geselecteerd.
(Deze instelling werkt alleen bij Directe SMTP-verzending.)
Deze instelling bepaalt hoe vaak het apparaat automatisch
probeert terug te bellen als een faxverzending mislukt door een
communicatiefout.
Aantal herhaalde pogingen bij fouten
Geef op hoe vaak het apparaat opnieuw een oproep moet plaatsen
wanneer een communicatiefout optreedt.
U kunt voor het opnieuw bellen het aantal belpogingen instellen.
U kunt elke waarde tussen 0 en 15 selecteren.
tijd (in minuten) tussen herhaalde pogingen bij fouten
U kunt het interval tussen nieuwe belpogingen instellen. Elk
aantal minuten tussen 1 en 15 kan worden geselecteerd.
Hiermee worden de instellingen voor de modus Internetfax
geconfigureerd.
Wanneer een fax wordt ontvangen waarin afgedrukte
informatie, zoals de naam en het adres van de afzender, is opgenomen,
is het ontvangen beeld iets groter dan het standaardformaat. Deze
instelling wordt gebruikt om het beeld automatisch aan het standaardformaat
aan te passen.
Hiermee kunt u ontvangen faxen op beide zijden
van het papier afdrukken.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld en een fax binnenkomt
die bestaat uit 2 of meer pagina's (de pagina's moeten hetzelfde
formaat hebben), worden de pagina's aan beide zijden van het papier
afgedrukt.
Wanneer het apparaat een ontvangen fax niet
kan afdrukken, kan de fax worden doorgestuurd naar een ander apparaat.
Deze instelling wordt gebruikt om het adres van het andere apparaat
te configureren.
Doorsturen aan
Voer het adresnummer voor doorsturen in (maximaal 64 tekens).
Directe SMTP
Selecteer deze instelling om doorsturen in te schakelen wanneer
Directe SMTP wordt gebruikt.
Voer hostnaam of IP-adres in.
Selecteer deze instelling om afzonderlijk een hostnaam of
IP-adres in te voeren.
Hostnaam of IP-adres
Gebruik deze instelling als 'Voer hostnaam of IP-adres in.' is ingeschakeld.
Voer de hostnaam of het IP-adres in (maximaal 64 tekens).
Dit programma is niet beschikbaar in de VS
Wanneer een fax van het formaat Letter-R (8-1/2" x 11"R) wordt
ontvangen, verkleint deze instelling de fax tot het formaat A4R.
Als deze instelling is ingeschakeld, worden faxen van het
formaat A4R ook verkleind.
Schakel deze instelling in om de datum en tijd
van ontvangst af te drukken.
Selecteer [Binnen het ontvangen beeld] of [Buiten het ontvangen beeld] als positie
waar de
datum en tijd moeten worden afgedrukt.
Wanneer [Binnen het ontvangen beeld] wordt geselecteerd, worden datum en tijd
op de ontvangen afbeelding afgedrukt.
Wanneer [Buiten het ontvangen beeld] wordt geselecteerd, wordt de ontvangen
afbeelding verkleind en worden datum en tijd op het resulterende
blanco gedeelte afgedrukt.
Dit programma is beschikbaar in de VS.
Wanneer een fax van A3-formaat wordt ontvangen, verkleint
deze functie de fax tot ledger-formaat (11" x 17").
Wanneer deze instelling is ingeschakeld, worden faxen met
ledger-formaat (11" x 17") ook verkleind.
De tijdsduur waarna het apparaat stopt met
de ontvangst omdat er geen antwoord wordt ontvangen van de mailserver (POP3-server),
kan worden ingesteld tussen 30 en 300 seconden in stappen van 30
seconden.
Hiermee geeft u een interval op waarmee het
apparaat automatisch de mailserver (POP3-server) controleert op ontvangen
internetfaxen. Het interval kan worden ingesteld van 0 minuten t/m
8 uur in stappen van 1 minuut.
Als wordt gekozen voor 0 uur en 0 minuten, controleert het
apparaat niet automatisch de mailserver op ontvangen internetfaxen.
Hiermee wordt de uitvoerlade ingesteld voor ontvangen
internetfaxen.
Welke items worden weergegeven, hangt af van de apparaatconfiguratie.
Hiermee wordt ontvangst van opgegeven adressen/domeinen
wel of niet toegestaan.
Item | Beschrijving |
---|---|
Item |
Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is niet toegestaan. |
Ontvangst Toestaan |
Ontvangst van het opgeslagen adres/domein is toegestaan. |
Alle Ongeldig |
Alle ongeldig |
Nieuwe Toevoegen |
Hiermee wordt een nieuw adres of domein (maximaal 50) toegevoegd waarvan ontvangst wel of niet is toegestaan. Voer het adres/domein (maximaal 64 tekens) in en tik op de toets [Opslaan]. Als het eerste teken van de invoer geen '@' is, wordt de invoer beschouwd als een adres. Als het eerste teken van de invoer een '@' is, wordt de invoer beschouwd als een domein. (xxx@xx.xxx.□□□ wordt beschouwd als een adres en @xx.xxx.□□□ wordt beschouwd als een domein. ) Wanneer u een adres opslaat, geldt de instelling uitsluitend voor dat adres. Wanneer u een domein opslaat, geldt de instelling voor alle adressen binnen dat domein. |
Lijst met geregistreerde adressen of domeinen |
Hiermee wordt een lijst met de opgeslagen adressen en domeinen weergegeven. U kunt een adres of domein selecteren en verwijderen uit de lijst. |
Internetfax Ontvangen
Geef aan of Internetfax-ontvangst moet worden uitgevoerd.
POP3-server
Geef de naam van de POP3-server in die moet worden gebruikt.
Poortnummer
Voer het poortnummer in van de POP3-server die moet worden
gebruikt.
Authenticatieoptie
Specificeer de authenticatiemethode voor POP.
Selecteer "OAuth 2.0" bij gebruik van
Microsoft365, Exchange
Online, enz.
Zie "
OAuth 2.0 AUTHENTICATIE" voor informatie
over het configureren van de instellingen wanneer OAuth 2.0 is geselecteerd.
Provider
Dit kan worden ingesteld wanneer "OAuth 2.0" is geselecteerd
als "Authenticatieoptie".
Selecteer een provider.
Accountnaam
Dit kan worden ingesteld wanneer "OAuth 2.0" is geselecteerd
als "Authenticatieoptie".
Voer een accountnaam in.
Token
Dit kan worden ingesteld wanneer "OAuth 2.0" is geselecteerd
als "Authenticatieoptie".
Toont de huidige tokenstatus.
Token opvragen / Wissen
De "Token opvragen" toets wordt weergegeven als het token
niet is verkregen, en de "Wissen" toets wordt weergegeven als het
token is verkregen.
De toets "Token opvragen" wordt weergegeven in de systeeminstellingen
van de machine en wordt niet weergegeven op de webpagina.
Gebruikersnaam
Deze instelling is beschikbaar wanneer u "Authenticatieoptie"
anders dan "OAuth 2.0" selecteert.
Voer maximaal 64 tekens in voor de gebruikersnaam voor toegang
tot de server.
Wachtwoord
Deze instelling is beschikbaar wanneer u "Authenticatieoptie"
anders dan "OAuth 2.0" selecteert.
Voer maximaal 32 tekens in voor het wachtwoord voor toegang
tot de server.
Time-out POP3-communicatie
Stel een time-out voor communicatie naar de POP3-server in.
Instelling Van Interval Ontvangstcontrole
Voer een bevestigingscyclus voor de POP3-server in.
SSL/TLS inschakelen
Hiermee wordt POP over SSL/TLS-communicatie of POP over TLS-communicatie
via de opdracht STLS mogelijk. De server moet de POP over SSL/TLS-communicatie
of de opdracht STLS wel ondersteunen.
U kunt POP over SSL/TLS-communicatie toestaan door “Poortnummer”
in te stellen op het poortnummer van de POP over SSL/TLS-communicatie.
U kunt POP over TLS-communicatie mogelijk maken door 'Poortnummer'
in te stellen op hetzelfde poortnummer als voor normale POP3-communicatie.
Own Number and Name Set
Eigen Naam I-Fax Instellen
Geef de naam van de afzender in wanneer u een internetfax
verzendt.
Eigen Adres I-Fax Instellen
Geef de naam van het bronadres in wanneer u een internetfax
verzendt.
Poortnummer (ontvangen), Poortnummer (verzenden)
Geef het poortnummer op dat moet worden gebruikt voor verzending
en ontvangst via Directe SMTP.
Time-out
Geef de tijd op waarna de verzending of ontvangst wordt geannuleerd
als er geen respons van de server wordt ontvangen tijdens verzenden/ontvangen
via Directe SMTP.
Version 04a / bp70c65_usr_04a_nl