SHARP

Taal

Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)

Instellingen inkomende routing

De ontvangen fax- en internetfaxgegevens kunnen worden doorgestuurd volgens de opgeslagen doorstuurtabel.
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u de ontvangen internetfaxen ook doorsturen naar een specifiek e-mailadres zonder ze af te drukken.

Tabelregistratie

U kunt de gegevensdoorstuurtabel opslaan of bewerken die de doorstuurinstellingen voor ontvangen gegevens bevat.
Er kunnen maximaal 50 gegevensdoorstuurtabellen worden opgeslagen.
Eén doorstuurtabel kan maximaal 500 combinatiesets van afzendernummer en bronadres bevatten.

  • Wanneer u de ontvangers in het adresboek selecteert, kunnen maximaal 1.000 ontvangers worden geregistreerd voor e-mail en maximaal 400 ontvangers worden geregistreerd voor netwerkmap, FTP/Bureaublad, Internetfax en fax.
  • Wanneer u de ontvangers rechtstreeks invoert, kunnen maximaal 100 ontvangers worden geregistreerd voor E-mailadres, Netwerkmap, FTP/Bureaublad, Internetfax en Fax.
Item Beschrijving

Tabelnaam

Voer een doorstuurtabelnaam in.

Ontvangstlijn selecteren

Hiermee selecteert u een ontvangstlijn voor gegevens.

Standaard fabrieksinstellingen:
Alle ingeschakeld

Instelling Verzendadres

Selecteer het faxnummer of het internetfaxadres van de afzender.

Sla het bestemmingsnummer of -adres in voordat u een afzendernummer of -adres selecteert.

Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, selecteert u [Alle ontvangen gegevens doorsturen].

Standaard fabrieksinstellingen:
Alle ontvangen gegevens doorsturen

Doorstuurvoorwaarde 1/2/3

U kunt de datum en bestemming voor doorsturen instellen.

  • Doorstuurvoorwaarde: stel de voorwaarden voor het doorsturen van gegevens in.
  • Dag van de week: selecteer een dag van de week om met het doorsturen van gegevens te beginnen.
  • Starttijd: stel een tijd in om met het doorsturen van gegevens te beginnen.
  • Voltooiïngstijd: stel een tijd in om het doorsturen van gegevens te beëindigen.
  • Formaat voor doorsturen: selecteer een indeling voor het doorsturen van gegevens.
  • Standaard fabrieksinstellingen:
    Doorstuurvoorwaarde: Niet doorsturen, Dag van de week: Alle Ongeldig, Doorstuurtijd instellen: Uitschakelen, Starttijd: 00:00, Voltooiïngstijd: 0:00, Formaat voor doorsturen: TIFF (multi)

    Bestemmingenlijst voor doorsturen

    Toont een lijst met de adressen die u als de bestemming kunt instellen. Selecteer een bestemming door deze in te stellen op .

    Toevoegen (Selectie uit Adresboek)

    Open het adresboek en voer een bestemming voor doorsturen in.

    Toevoegen (Directe Invoer)

    Voer de naam van de bestemming rechtstreeks in.

    Wissen

    Hiermee verwijdert u het geselecteerde adres.

    Registratie Verzendadres

    Hiermee wordt een nieuw afzendernummer of -adres opgeslagen voor gebruik bij inkomende routing.

    Lijstnaam Instellingen

    In te voeren adres

    Toont het ingevoerde afzendernummer of -adres.

    Faxnummer

    Voer een faxnummer in dat als de afzender moet worden opgeslagen. Als u meerdere afzendernummers invoert, moet u deze van elkaar scheiden met een puntkomma (;) of komma (,). Als u tikt op de toets [Globaal Adres Zoeken], wordt het bijbehorende scherm geopend.

    Internetfaxadres

    Voer een internetfaxadres in dat als de afzender moet worden opgeslagen. Als u meerdere afzendernummers invoert, moet u deze van elkaar scheiden met een puntkomma (;) of komma (,). Als u tikt op de toets [Globaal Adres Zoeken], wordt het bijbehorende scherm geopend.

    Verwijderen

    Hiermee wordt het geselecteerde afzendernummer of -adres verwijderd.

    Toevoegen aan lijst

    Hiermee voegt u het ingevoerde afzendernummer aan de lijst toe.

    Beheerinstellingen

    Hiermee worden de beheerinstellingen opgeslagen voor gebruik bij inkomende routing.

    Lijstnaam Instellingen

    Inkomende routing

    Hiermee stelt u de functie voor inkomende routing in.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Registreren van doorstuurtabel uitschakelen

    Hiermee schakelt u de registratie van doorstuurtabel uit.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Wijzigen/verwijderen van doorstuurtabel uitschakelen

    Hiermee schakelt u wijziging van doorstuurtabel uit.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Wijzigen van doorstuurvoorwaarde uitschakelen

    Hiermee schakelt u wijziging van voorwaarden voor doorsturen van gegevens uit.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Instelling afdrukstijl

    Hiermee stelt u een afdrukstijl van ontvangen gegevens in.

    Als u de optie [Altijd Afdrukken] of [Alleen opslaan bij fout] hebt geselecteerd, voert u een bestandsnaam in.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Afdrukken bij fout

    Voorinstelling van teken

    Voor het instellen van tekens die worden toegevoegd aan de bestandsnaam als het bestand is opgeslagen.

    Als 'Teken 1' en 'Teken 2' zijn ingesteld bij 'Bestandsnaamgeving nr 1 tot nr 7', worden de ingestelde tekens toegevoegd aan de bestandsnaam.

    Voer maximaal 64 tekens in van volle of halve breedte.

    Bestandsnaamgeving Nr 1 t/m Nr 7

    Voor het instellen van de informatie in de bestandsnaam tijdens het opslaan van het bestand.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Nr.1:Naam afzender, Nr.2:Datum & Tijd, Nr.3~Nee.7:Geen

    Indien ontvangen van een contact, dat geregistreerd staat in het adresboek, wordt naam afzender veranderd naar contactnaam.

    Wanneer de afzender van de informatie is opgeslagen in het adresboek, dan worden de gegevens van de afzender gewijzigd in de naam die is opgeslagen in het adresboek.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    De functie [Inkomende routing] inschakelen.

    Tik op [Beheerinstellingen] in het menu.
    Schakel de functie [Inkomende routing] via het instellingsscherm in.

    Sla het nummer of adres van de afzender op.

    Tik op [Sender Number /Address Registration] in het menu.
    Voer het bestemmingsnummer of -adres in dat u wilt opslaan.
    Als u alle ontvangen gegevens wilt doorsturen, hoeft u het afzendernummer en -adres niet afzonderlijk op te slaan.

    Sla een doorstuurtabel op.

    Tik op [Instellingen inkomende routing] in het menu.
    Tik op de toets [Toevoegen] in het weergegeven scherm.
    Wanneer het scherm [Tabelregistratie] worden weergegeven, slaat u de doorstuurtabel op.

    Schakel de opgeslagen doorstuurtabel in.

    Tik op [Instellingen inkomende routing] in het menu.
    Stel de naam van de doorstuurtabel die u wilt inschakelen in op .
    Als u doorstuurvoorwaarden wilt opgeven, selecteert u [Forward based on the Conditions of Forward Destination 1-3] en selecteer ook [Altijd doorsturen] of [Forward on Selected Day & Time]. Als u de optie [Forward on Selected Day & Time] hebt geselecteerd, kunt u de datum en tijd voor het doorsturen vooraf instellen.

    Instellingen Inbound Routing (opslaan)

    Instellingen voor het opslaan van ontvangen gegevens op de lokale schijf
    U kunt een externe accountapplicatie toevoegen en beheren:
    Instellingen voor het opslaan van ontvangen faxen op de lokale schijf.

    Item Beschrijving

    Automatische opslag van ontvangen gegevens op lokale schijf

    Stel in of u ontvangen faxen wilt opslaan op de lokale schijf.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Specificeer Data voor Opslag

    Selecteer welke ontvangen faxen u wilt opslaan. Kies uit lijn 1 en internetfax.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Alle ongeldig

    Specificeer Opgeslagen Map

    Geef de map op waarin u ontvangen faxen wilt opslaan. Voer een mapnaam in van maximaal 32 tekens van volle of halve breedte.

    Instelling voor sorteren op mapdatum voor opslag

    Voor het aanmaken van datummappen waarin u ontvangen faxen op datum kunt opslaan.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Instelling afdrukstijl

    Voor het instellen van afdrukinstellingen voor ontvangen faxen.

    Opslaan en afdrukken: Ontvangen faxen opslaan op de lokale schijf en afdrukken.

    Alleen afdrukken bij opslagfout: De ontvangen fax afdrukken als het opslaan mislukt.

    Opslaan in foutbox van inkomende routing bij opslagfout: Als de opslag op de harde schijf mislukt, dan wordt de fax opgeslagen in de foutbox van inkomende routing.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Voorinstelling van teken

    Best.Indeling

    Selecteer de bestandsindeling voor inkomende routing.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    PDF

    Voorinstelling van teken

    Voor het instellen van tekens die worden toegevoegd aan de bestandsnaam als het bestand is opgeslagen. Als "Teken 1" en "Teken 2" zijn ingesteld bij "Bestandsnaam nr. 1 tot nr. 7", dan worden de ingestelde tekens toegevoegd aan de bestandsnaam. Voer maximaal 64 tekens in van volle of halve breedte.

    Bestandsnaamgeving Nr 1 t/m Nr 7

    Voor het instellen van de informatie in de bestandsnaam tijdens het opslaan van het bestand.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Nr.1:Naam Afzender, Nr.2:Datum & tijd, Nr.3~Nr.7:Uit

    Indien ontvangen van een contact, dat geregistreerd staat in het adresboek, wordt naam afzender veranderd naar contactnaam.

    Als Naam afzender van “Bestandsbenaming” is ingeschakeld, kunt u de naam van de afzender wijzigen in een naam uit het adresboek.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Instellingen ontvangstmeldingen

    Voor het instellen van de verzending van een e-mail bij faxontvangst.

    Standaard fabrieksinstellingen:
    Uitschakelen

    Adres van Bestemming Bericht

    Het adres waarnaar de melding wordt gezonden.

    Directe Invoer

    Voer het adres in voor het verzenden van de melding. Voer maximaal 1500 tekens in van halve breedte voor het adres.

    Globaal Adres Zoeken

    Kies een adres uit de globale adressen.

    Toevoegen aan lijst

    Het direct ingevoerde adres of globale adres wordt opgeslagen als adres voor het verzenden van de melding.

    Taal

    Version 03a / bp70c65_usr_03a_nl

    ↑Eerste pagina