SHARP

Taal

Authenticatie-instellingen

Standaard- instellingen

Dit gedeelte beschrijft de instellingen in [Systeeminstellingen] → [Authenticatie-instellingen] → [Standaard- instellingen] in “Instellingen (beheerder)”.

Gebruikersauthenticatie

Met deze instelling kunt u gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de authenticatiemethode opgeven.
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt elke gebruiker van het apparaat geregistreerd. Wanneer een gebruiker zich aanmeldt, worden de bijbehorende authenticatie-instellingen op die gebruiker toegepast. Deze functie biedt meer controle over de beveiliging en het kostenbeheer dan op eerdere apparaten.
Zelfs als de gebruikersinformatie niet op het apparaat is opgeslagen, kunt u de gebruikersinformatie die op een LDAP-server is opgeslagen zo nodig rechtstreeks op het apparaat invoeren. In dit geval wordt de authenticatie-informatie van de 'Gebruiker' die als fabrieksinstelling is opgeslagen toegepast op de aangemelde gebruiker. Zie “ Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers” voor meer informatie.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

  • Zie ' Gebruikerslijst' voor informatie over het opslaan van gebruikers.
  • Zie ' GEBRUIKERSAUTHENTICATIE' voor informatie over de aanmeldprocedures als de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.

Gebruikersauthenticatie
Als [Gebruikersauthenticatie] is ingeschakeld, wordt het authenticatiescherm weergegeven voordat een handeling wordt uitgevoerd in een modus, behalve het opdrachtstatusscherm*.
Meld u aan als een reeds geregistreerde gebruiker.
Nadat u zich hebt aangemeld, kunt u binnen alle modi navigeren.

* Het aanmeldscherm wordt weergegeven als een documentarchiveringsbestand wordt gebruikt of als opnieuw wordt geprobeerd een distributieverzending uit te voeren vanuit het opdrachtstatusscherm.

Authenticatie-instellingen

Stel de locatie in waar de gebruikersauthenticatie moet worden ingeschakeld.
Lokaal aanmelden: Gebruikersauthenticatie wordt uitgevoerd op dit apparaat.
LDAP: Gebruikersauthenticatie door de LDAP-server.
Active Directory: Gebruikersauthenticatie door Active Directory.
Sharp OSA: Authenticatie van de gebruiker met behulp van de Sharp OSA-applicatie.

Standaard fabrieksinstellingen:
Lokaal aanmelden

Standaardinstelling netwerkauthenticatieserver

Gebruik deze instelling om de standaardnetwerkauthenticatieserver in te stellen.
Wanneer u zich aanmeldt in de instellingsmodus (webversie) of een afdrukopdracht naar het apparaat verzendt met gebruikersinformatie die niet in het apparaat is geregistreerd, is de authenticatieserver niet bekend.
Deze instelling wordt gebruikt om een van de LDAP-servers die in het apparaat zijn geregistreerd te selecteren als authenticatieserver.

Als de aanmelding gebeurt via netwerkauthenticatie met gebruikersinformatie die niet in het apparaat is geregistreerd, is de aangemelde gebruiker de 'Gebruiker' die als fabrieksinstelling is geregistreerd. Zie “ Als fabrieksinstelling opgeslagen gebruikers” voor meer informatie.

Specificeer netwerkserver toegangsinstelling

Toegangscontrolegegevens voor maximum aantal pagina's, bevoegdheden en favoriete handelingen kunnen van tevoren op een netwerkserver worden opgeslagen. Als deze netwerkserver voor netwerkauthenticatie wordt gebruikt, vindt de gebruikersauthenticatie plaats aan de hand van de opgeslagen toegangscontrolegegevens.
Gebruik deze functie als gebruikersauthenticatie plaatsvindt door middel van netwerkauthenticatie met een LDAP-server of een adreslijstservice (zoals Active Directory).
Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen voor authenticatie door een netwerkserver configureren, controlenummers voor “Paginalimietgroep”, “Authoriteitsgroep” “Favoriete handelingen-groep” en “Mijn map” ophalen (met inbegrip van basisinstellingen voor elke groep) en deze koppelen aan de controlenummers die in het apparaat zijn geregistreerd.
Als u deze functie wilt gebruiken, voegt u de eigenschappen die zijn gekoppeld aan “Paginalimietgroep”, “Authoriteitsgroep”, “Favoriete handelingen-groep” en “Mijn map” toe aan de adreslijstinformatie van de netwerkserver die voor gebruikersauthenticatie wordt gebruikt. Onderstaande tabel bevat informatie over de eigenschappen. Instellingen die eerder in het apparaat zijn opgeslagen, kunnen niet worden gewijzigd.

Eigenschap Naam van eigenschap volgens fabrieksinstelling Instellingen

Paginalimietgroep

pagelimit

Registratienummer van de paginalimietgroep die in het apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in het apparaat is geregistreerd.

Registratienummer van de authoriteitsgroep die in het apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in het apparaat is geregistreerd.

Onbeperkt: unlimited

Authoriteitsgroep

authority

Registratienummer van de authoriteitsgroep die in het apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in het apparaat is geregistreerd.

Registratienummer van de authoriteitsgroep die in het apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in het apparaat is geregistreerd.

Beheerder: admin

Gebruiker: user

Gast: guest

Favoriete handelingen-groep

favoriet

Registratienummer van de favoriete

handelingen-groep die in het apparaat is geregistreerd of een groepsnaam die eerder in het apparaat is geregistreerd.

Volgens de systeeminstellingen: systemsettings

Mijn map

myfolder

Mapnaam van de gebruikersmap die in het apparaat is opgeslagen.

Voer deze niet in wanneer de standaardmap is opgegeven.

U kunt de naam van de eigenschappen die het apparaat van de LDAP-server ophaalt als volgt wijzigen. Selecteer in “Instellingen” [Netwerk- instellingen] → [LDAP-installatie]. In het instellingenscherm Globaal adresboek dat wordt weergegeven, selecteert u [Link met gebruikerscontrolefunctie] en vervolgens [Paginalimietgroep], [Authoriteitsgroep], [Favoriete handelingen-groep] en [Mijn map].
De gegevens voor [Paginalimietgroep], [Authoriteitsgroep] en [Favoriete handelingen-groep] die in elk apparaat zijn geregistreerd, bepalen de bevoegdheden en instellingen die daadwerkelijk aan de gebruiker worden toegekend. Als u deze functie wilt gebruiken om ervoor te zorgen dat gebruikers op elk apparaat over dezelfde bevoegdheden en instellingen beschikken, registreert u de gegevens voor [Paginalimietgroep], [Authoriteitsgroep] en [Favoriete handelingen-groep] met dezelfde bevoegdheden, zodat deze op elk apparaat worden geregistreerd met dezelfde registratienummers.
Voor [Mijn map] registreert u de map met dezelfde naam in [Aangepaste Map] op elk apparaat.
De directory-gegevens van de gebruikte netwerkserver kunnen niet vanaf het apparaat worden gewijzigd. Neem contact op met de beheerder van de netwerkserver.
Als 1000 gebruikers al handmatig zijn geregistreerd, is inloggen niet mogelijk. Neem contact op met de beheerder van het apparaat.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

  • Als toegangscontrole is ingeschakeld en de toegangscontrole-informatie niet kan worden verkregen via netwerkauthenticatie, is gebruikersauthenticatie niet mogelijk.
  • Als een gebruiker die in het apparaat is geregistreerd door middel van netwerkauthenticatie wordt geauthenticeerd, krijgen de instellingen voor gebruikersregistratie op het apparaat prioriteit boven de paginalimietgroep, authoriteitsgroep, favoriete handelingen-groep en mijn map.
  • Als de verkregen toegangscontrole van de LDAP-server niet in het apparaat is geregistreerd, worden de standaardgebruikersbevoegdheden toegepast.
  • Als deze functie niet is ingeschakeld en een gebruiker door netwerkauthenticatie wordt geauthenticeerd als ongeregistreerde gebruiker, worden de standaardgebruikersbevoegdheden toegepast.

Automatisch geregistreerde gebruikers
Als u inlogt via netwerkauthenticatie, wordt uw gebruikersinformatie automatisch geregistreerd in het apparaat. De informatie wordt als volgt opgeslagen:

Item Beschrijving

Gebruikersnaam

Deze informatie wordt opgehaald van de authenticatieserver. *

Eerste letter

1

Index

Gebruiker1

Kaart-ID

-

PIN Code/Wachtwoord

-

Authentificatie Server Instellingen

-

Authenticatieserver

Netwerkauthenticatie

E-mailadres

Als toegangscontrole is ingeschakeld, wordt deze informatie opgehaald van de authenticatieserver.

Mijn map

Paginalimietgroep

Authoriteitsgroep

Favoriete handelingen-groep

* Als de gebruikersnaam niet kan worden verkregen via netwerkauthenticatie, worden de eerste zestien tekens gebruikt van de tekenreeks die als gebruikersnaam voor netwerkauthenticatie is gebruikt.

Instelling authenticatiemeth.

Hiermee wordt de authenticatiemethode geselecteerd. U moet deze instelling configureren voordat u gebruikersauthenticatie gaat gebruiken. Welke items u kunt configureren voor gebruikers die zijn opgeslagen nadat de gebruikersauthenticatiemethode is ingesteld, hangt af van de geselecteerde authenticatiemethode.
Een gebruiker authenticeren d.m.v. loginnaam en wachtwoord
Bij de standaardauthenticatiemethode worden een gebruikersnaam en een wachtwoord gebruikt.
Authenticate a User by Login Name, Password and E-mail Address
Bij deze authenticatie wordt naast de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker ook het e-mailadres gecontroleerd.
Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer authenticeren
Gebruik deze optie voor eenvoudige authenticatie als u de netwerkauthenticatie overslaat.

Standaard fabrieksinstellingen:
Gebruikersauthenticatie via gebruikersnaam en wachtwoord
  • Het aanmeldscherm hangt af van de geselecteerde authenticatiemethode.
  • Zie “ GEBRUIKERSAUTHENTICATIE” voor meer informatie.
  • Als 'Een gebruiker alleen d.m.v. gebruikersnummer authenticeren' is geselecteerd als authenticatiemethode, kan de netwerkauthenticatie niet worden gebruikt.
Hoofdlettergevoeligheid van loginnaam is ingeschakeld.
Stel in of u de gebruikersnamen die worden gebruikt voor gebruikersauthenticatie hoofdlettergevoelig wilt maken. Als het selectievakje is ingesteld op dan worden de gebruikersnamen met dezelfde spelling maar met verschillend gebruik van hoofdletters en kleine letters herkend als verschillende gebruikersnamen. Gebruikersnamen met dezelfde spelling, maar met verschillend gebruik van hoofdletters en kleine letters worden daarom geauthenticeerd als gebruikersnamen van verschillende gebruikers. Als het selectievakje is ingesteld op , dan is hoofdlettergevoeligheid uitgeschakeld. Daarom worden gebruikersnamen met dezelfde spelling en verschillend gebruik van hoofdletters en kleine letters geauthenticeerd als de gebruikersnaam van dezelfde gebruiker.
Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen
Als het selectievakje wordt gewijzigd in en er identieke gebruikersnamen bestaan met alleen verschillen in kleine letters en hoofdletters, dan worden de gebruikersnamen die al zijn geregistreerd herkend als gebruikersnamen van verschillende gebruikers.

Snel inloggen inschakelen

Schakel " SNELLE AUTHENTICATIE" in.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Inst. apparaataccountmodus

Een bepaalde gebruiker kan worden geregistreerd als een automatisch aangemelde gebruiker. Als deze optie is ingeschakeld, kan de geregistreerde gebruiker zich automatisch bij het apparaat aanmelden.
Deze functie omzeilt de aanmeldprocedure in het authenticatiescherm en past de geselecteerde gebruikersinstellingen toe (zoals netwerkauthenticatie en favoriete handelingen). Hierdoor is bijvoorbeeld een functie als 'alleen authenticatie voor kleurenkopieën' mogelijk.
U kunt zich ook tijdelijk aanmelden als een andere gebruiker dan de gebruiker die automatisch wordt aangemeld en het apparaat gebruiken met de machtigingen van die gebruiker. Als u andere gebruikers wilt toestaan zich tijdelijk aan te melden wanneer [Apparaataccountmodus] is ingeschakeld, selecteert u [Login door andere gebruiker toestaan].

Standaard fabrieksinstellingen:
Apparaat-accountmodus:Uitschakelen, Login door andere gebruiker toestaan:Uitschakelen, In apparaataccountmodus de modus Home bewerken uitschakelen:Uitschakelen

  • Als u zich hebt aangemeld als de automatisch aangemelde gebruiker en de automatische aanmelding om de een of andere reden is mislukt of als u geen beheerdersmachtigingen hebt, kunt u de algemene instellingsfuncties of de instellingsmodus niet gebruiken. In dat geval moet de beheerder tikken op de toets [Beheerderswachtwoord] in het scherm Instellingsmodus en zich opnieuw aanmelden.
  • Als u zich wilt aanmelden als een andere gebruiker dan een vaste gebruiker terwijl [Login door andere gebruiker toestaan] is ingeschakeld, tikt u op de toets [Afmelden] om de aanmeldstatus van de vaste gebruiker te annuleren. Wanneer het scherm voor gebruikersauthenticatie wordt weergegeven, meldt u zich opnieuw aan als de gewenste gebruiker. Nadat u het apparaat hebt gebruikt, tikt u op de toets [Afmelden] om u af te melden als de huidige gebruiker.

Meld gebruiker aan

Deze instelling wordt gebruikt om de gebruiker voor Automatisch aanmelden te selecteren als Automatisch aanmelden is ingeschakeld.

Instellingen voor het gebruiken van authenticatie-informatie

Gebruikersinformatie opslaan
Stel in of geregistreerde gebruikers al dan niet automatisch worden aangemaakt.
Extern geauthentiseerde gebruikers in Sharp OSA kunnen ook automatisch geregistreerd worden.

Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen
Wachtwoord opslaan
Stel in of geregistreerde gebruikers al dan niet automatisch worden aangemaakt. Extern geauthentiseerde gebruikers in Sharp OSA kunnen ook automatisch geregistreerd worden.
Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen
Cacheperiode
Stel in of geregistreerde gebruikers al dan niet automatisch worden aangemaakt. Extern geauthentiseerde gebruikers in Sharp OSA kunnen ook automatisch geregistreerd worden.
Standaard fabrieksinstellingen:
Onbeperkt
Offline authenticatie inschakelen met opgeslagen gebruikersinformatie
Laat toe dat het apparaat wordt gebruikt in geval van een netwerkstoring, zelfs wanneer netwerkgebaseerde gebruikersauthenticatie is gebruikt.
Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen
Bij gebruik externe authenticatie Personalisatie inschakelen
Zelfs als u externe authenticatie zoals LDAP-authenticatie gebruikt, kunt u het aanpassen voor elke gebruiker.
De items die kunnen worden aangepast, zijn de volgende.
Pictogram beginscherm, tekstkleur beginscherm, aangepast weergavepatroon, weergavetaal, modus grote tekst, favorieten
Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen

Authenticatiegegevens voor externe serviceverbinding in cachegeheugen opslaan

Stel in of authenticatie-informatie voor verbinding met de cloud al dan niet bewaard wordt als cache-informatie.
Als deze instelling ingeschakeld is, wordt de authenticatie-informatie van een gebruiker die met succes geauthenticeerd is, bewaard om het authenticeren te vergemakkelijken wanneer dezelfde gebruiker de volgende keren inlogt.
Als deze instelling is uitgeschakeld, worden alle eerder bewaarde authenticatiegegevens voor cloudkoppeling van alle gebruikers verwijderd en worden geen authenticatiegegevens bewaard.

Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen

Instelling van Card

Instelling authenticatiemeth.
Laat toe dat de identiteitskaart wordt gebruikt bij authenticatie van de gebruiker.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen
Instelling authenticatiemeth.
Stel de authenticatiemethode met de identiteitskaart in.
Standaard fabrieksinstellingen:
Enkel goedgekeurde kaartauthenticatie

Item Beschrijving

Alleen authenticatie card goedgekeurd

Gebruikersauthenticatie is enkel voor identiteitskaarten.

Authenticatie card / bedieningspaneel goedgekeurd

Gebruikersauthenticatie is mogelijk vanuit zowel de identiteitskaart als het bedieningspaneel.

Wachtwoord opvragen bij IC-kaartauthenticatie
Dit kan worden ingesteld wanneer “Authenticatie-instellingen” “Active Directory” is en “IC-kaart gebruiken voor authenticatie” is ingeschakeld. Wanneer het is ingeschakeld, geeft u het wachtwoord in telkens u zich authenticeert met de identiteitskaart. Wanneer het is uitgeschakeld, moet u het wachtwoord ingeven wanneer u zich voor het eerst aanmeldt met de identiteitskaart, en wordt de wachtwoordinformatie naar de Active Directory-server verzonden. U heeft het wachtwoord niet meer in te geven als u zich een tweede en volgende keer aanmeldt.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen
Automatische afmelding met een Card
U wordt afgemeld wanneer u de identiteitskaart uit de kaartlezer/-schrijver verwijdert. (U kunt zich ook afmelden door op de toets [Afmelden] te drukken.)
Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Beheerinstellingen

Afdrukken door ongeldige gebruiker uitschakelen

Afdrukopdrachten door gebruikers die geen gebruikersinformatie in dit apparaat hebben geregistreerd, zoals opdrachten waarvoor geschikte gebruikersinformatie niet is ingevoerd in de printerdriver of wanneer “ EEN BESTAND OP EEN FTP-SERVER RECHTSTREEKS AFDRUKKEN” is ingevoerd vanuit de instellingsmodus (beheerder), zijn verboden.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Instelling voor automatisch afmelden

Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of automatische afmelding moet worden ingeschakeld.
De tijd tot afmelding kan worden ingesteld tot maximaal 240 seconden in stappen van 10 seconden.

Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen

Waarschuwing wanneer aanmelden mislukt

Bij het invoeren van een wachtwoord, inclusief het beheerderswachtwoord, wordt het aantal verkeerd ingevoerde wachtwoorden geteld; bij het gespecificeerde aantal (drie) pogingen wordt de gebruikersaccount geblokkeerd en wordt de gebruiker geblokkeerd zodat verdere aanmeldpogingen bij de account onmogelijk zijn gedurende vijf minuten. Het aantal onjuiste pogingen wordt voor elke gebruiker afzonderlijk geteld, en het aantal wordt gereset als het juiste wachtwoord wordt ingevoerd.
Hiermee wordt voorkomen dat niet-geautoriseerde personen een wachtwoord proberen te raden. (Het aantal mislukte aanmeldpogingen blijft bewaard, ook nadat het apparaat is uitgeschakeld.)

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

  • De blokkering geldt alleen voor de gebruiker van wie het aanmelden is mislukt, niet voor alle gebruikers. Als een gebruiker is geblokkeerd, kunnen de andere gebruikers zich nog steeds aanmelden.
  • Als netwerkauthenticatie via LDAP of Active Directory wordt gebruikt, wordt de blokkering door de server uitgevoerd en niet door het apparaat. Selecteer de gewenste blokkeerinstellingen op de server.
  • Als dezelfde gebruiker geblokkeerd is, wordt de toets [Vrijgeven Opdrachtvergrendelingsstatus] weergegeven in het scherm “Gebruikersregistratie” voor die gebruiker. Een beheerder kan op deze toets tikken en handmatig wissen.

Ext. Scanner Gebruiken Voordat U Inlogt

Met deze instelling geeft u aan of scannen op afstand mogelijk is voordat een gebruiker zich heeft aangemeld.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Taakstatus opnemen in gebruikersauthenticatie

Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of de opdrachtstatus wordt opgenomen in de gebruikersauthenticatie.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Systeeminformatiescherm als standaard vóór login weergeven

Stelt in of het systeeminformatiescherm kan worden weergegeven alvorens aan te melden.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Schakel IPP-verificatie in, behalve voor het printerstuurprogramma

Schakelt IPP-authenticatie in op een niet-printerdriver.

Standaard fabrieksinstellingen:
Inschakelen

Acties bij authenticeren gebruiker

Acties bij paginalimiet uitvoertaken wordt bereikt

Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt voltooid als het maximum aantal pagina's is bereikt terwijl de opdracht wordt uitgevoerd. De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd.

  • Afdrukken tot einde van de taak
  • Stop de taak
  • Annuleer en verwijder de taak tijdens ontvangst
  • Standaard fabrieksinstellingen:
    Schakelen aan einde van opdracht

Opgeslagen taken automatisch afdrukken na login

Als vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en afdrukgegevens naar het apparaat zijn gespoold, kunt u de gespoolde afdrukgegevens automatisch laten afdrukken wanneer de gebruiker die het vasthouden heeft ingeschakeld zich aanmeldt.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Teller terugzetten na verzenden van e-mailstatus

Nadat de e-mailstatus is verzonden, wordt de teller op nul gezet.
Enkel weergegeven wanneer E-mailwaarschuwing en Status zijn ingeschakeld.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Zorg dat het Van/Afzender-veld in de e-mail het adres van de ingelogde gebruiker is.

Bij het scannen van e-mailverzendingen (inclusief opnieuw verzenden) tijdens de gebruikersauthenticatie, wanneer [Systeem- instellingen] → [Authenticatie-instellingen] → [Standaard- instellingen] → [Zorg dat het Van/Afzender-veld in de e-mail het adres van de ingelogde gebruiker is.] is ingeschakeld in "Instellingen (Beheerder)", worden de gebruikersnaam en het e-mailadres van de ingelogde gebruiker ingesteld als het Van/Afzender-veld van e-mail.
Wanneer de aangemelde gebruiker geen e-mailadres heeft geregistreerd of een taak is geconfigureerd om digitale handtekeningen te gebruiken voor het verzenden van e-mail in de S/MIME-functie , worden de instellingen in [SStandaard- instellingen] → [Netwerk- instellingen] → [Services instellingen] → [SMTP] (tabblad) → [Naam Afzender] en [Afzenderadres] ingevoerd.

Standaardinstellingen:
Uitschakelen

    Wanneer deze functie is ingeschakeld, kan het verzenden mislukken, afhankelijk van de mailserveromgeving. Neem vooraf contact op met uw e-mailprovider om na te gaan of deze functie beschikbaar is.

Schakel tonen/wijzigen uit van andere gebruikers hun informatie in de opdrachtstatus

Dit kan worden ingesteld wanneer de taakstatus onderhevig is aan gebruikersauthenticatie.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld, zal enkel de taak voor de aangemelde gebruiker worden getoond op het taakstatusscherm.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Pas loginnaam toe op de gebruikersnaam van de netwerkmap

Pas loginnaam toe op de gebruikersnaam in de gedeelde map.

Aanmeldnaamweergave

Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, selecteert u of de gebruikersnaam of sterretjes moeten worden weergegeven.

Standaard fabrieksinstellingen:
Gebruikersnaam weergeven
Item Beschrijving

Aanmeldnaam weergeven

De gebruikersnaam weergeven.

Display Login Name with Asterisk "*".

De gebruikersnaam verbergen met sterretjes.

Gebruiksstatus weergeven na aanmelden

Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, bepaalt deze instelling of het totaal aantal pagina's van een gebruiker wordt weergegeven wanneer deze gebruiker zich aanmeldt.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Help-weergave van aanmeldscherm bewerken

De instellingen die u hier hebt gemaakt, worden weergegeven in het aanmeldscherm.

Cardreader instell.

Standaardinstell.

Kaartscantest
Voer de leestest van de kaart uit die moet worden gebruikt.
Authoriteit card-ID registreren/wijzigen
Specificeer of de aangemelde gebruiker zijn/haar kaart-ID-informatie op dit apparaat kan registreren/wijzigen/wissen.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen

Systeemcode alleen controleren in gebruikersgebiedmodus FeliCa
Systeemcode alleen controleren in gebruikersgebiedmodus FeliCa.

Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen
Voorzieningcode in HID-modus
Stel in of de faciliteitscode moet worden gecontroleerd bij gebruik van een HID-kaart.
Wanneer deze instelling is ingeschakeld, wordt de faciliteitscode (maximaal 128 één-bit tekens) geregistreerd.
Standaard fabrieksinstellingen:
Uitschakelen
Importeren uit installatiebestand
Voer de naam van het configuratiebestand in en tik op de toets [Uitvoeren]. De instellingen voor het cardgebied worden uit het configuratiebestand gelezen. Als u op de toets [Wissen] tikt, worden alle bestanden die voldoen aan de huidige zoekvoorwaarden gewist.
Voorzieningcode
Voert de faciliteitscode van een HID-card in. Wanneer u op de toets [Opslaan] tikt, wordt de faciliteitscode opgeslagen.

Registratie van cardlezer

Stel in of een kaartlezer/-schrijver moet worden verbonden.

Deze instelling kan worden ingesteld in de instellingensmodus van dit apparaat.
Taal

Version 03a / bp70c65_usr_03a_nl

↑Eerste pagina