SHARP

Taal

FUNCTIES DIE BETREKKING HEBBEN OP DE AFZENDER

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Normale modus een bestemming invoert.
EENVOUDIGE MODUS

AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (EIGEN FAXADRES VERZ.)

Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer afzender of naam bestemming, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd boven aan elke faxpagina die u verzendt.

Voorbeeld van de afgedrukte afzenderinformatie

Datum, tijd: datum en tijdstip van verzending
Naam afzender: de in het apparaat geprogrammeerde naam van de afzender
Faxnummer van afzender of naam van bestemming (naam voor snelkeuzetoets)
Paginanummers: paginanummer/totaal aantal pagina's
Als een bestemmingsnaam is ingesteld om te worden bijgevoegd en de bestemming niet is opgegeven via een snelkeuzetoets, wordt deze informatie niet aan de fax toegevoegd en niet afgedrukt.
  • De datum en tijd instellen:
  • Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Klokaanpassing].
  • De naam van een afzender en het faxnummer van een afzender opslaan:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Eigen naam en bestemming instellen] → [Own Number and Name Set] → [Registratie zendergegevens]. Als u de instelling Verzend eigen nr. gebruikt, moet u deze gegevens altijd configureren.
  • Het aantal te verzenden pagina's toevoegen:
  • Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] → [Instellingen verzenden] → [Paginanummer afdrukken bij ontvanger]. Paginanummers worden als volgt getoond: 'paginanummer/totaal aantal pagina's'. Alleen het paginanummer wordt afgedrukt als 'Handmatige verzending' of 'Snel On-Line Verzenden' wordt gebruikt.
  • Het faxnummer van een afzender of bestemming selecteren:
  • Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Instellingen] → [Instellingen verzenden] → [Bestemmingsnaam van afzender wijzigen].

AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN (EIGEN NAAM KIEZEN)

U kunt de afzenderinformatie die bij verzending van uw eigen nummer moet worden gebruikt, tijdelijk wijzigen door een selectie te maken uit afzonderlijk opgeslagen gegevens.

De functie wordt opgeheven wanneer de verzending met de gewijzigde afzenderinformatie wordt beëindigd.
  • De afzenderinformatie opslaan die u voor de functie Eigen naam kiezen wilt gebruiken:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemenei Instellingen] → [Eigen naam en bestemming instellen] → [Own Number and Name Set] → [Registratie van eigen naam selecteren].
  • Sender Name
  • Voer de naam van de afzender in. Voor de naam van de afzender mogen maximaal 20 tekens worden ingevoerd.
    Tik op de toets [Opslaan] na het invoeren van een afzendernaam.
    Het laagste ongebruikte registratienummer van 01 t/m 18 wordt automatisch aan de afzendernaam toegewezen. Dit nummer kan niet worden gewijzigd.
  • Lijst met namen van afzenders
  • Toont een lijst met opgeslagen afzendernamen.
    Wanneer u een afzendernaam selecteert, wordt deze verwijderd.

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT

Voer het faxnummer van de bestemming in.

Tik op de toets [Overige] en op de toets [Eigen naam kiezen].

Tik op de toets Afzenderinformatie om de afzenderinformatie op te geven.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
De instellingen voor afzenderinformatie annuleren:
Tik op de toets [Wissen].

Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.

  • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
  • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
  • Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start]. Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar].
  • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
U kunt op de toets [Voorbeeld weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een fax verstuurt.
Zie ' HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN' voor meer informatie. Instellingen voor deze functie kunnen echter niet in het voorbeeldscherm worden gewijzigd.
Taal

Version 02a / bp70m65_usr_02a_nl

↑Eerste pagina