SHARP

Taal

HET BEGINSCHERM BEWERKEN

In het beginscherm kunt u het aantal weergegeven sneltoetsen en de sneltoetsen zelf wijzigen.
U kunt ook de achtergrond en de tekstkleur wijzigen en de achtergrond wijzigen in een aangepaste afbeelding.

SNELTOETSEN TOEVOEGEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een sneltoets kunt toevoegen aan het beginscherm.
U kunt een sneltoets toevoegen via het aanraakscherm of via de webpagina. Op de webpagina kunt u de afbeelding van een sneltoets wijzigen in een aangepaste afbeelding.

Via het aanraakscherm

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Beginscherm bewerken].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Tik op een lege sneltoetslocatie.

Tik op de functie die u wilt toevoegen.

De sneltoets wordt toegevoegd aan de geselecteerde locatie.

Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Kies de functie die u wilt toevoegen.

Om de naam van een sneltoets te wijzigen, kiest u [Speciaal] in [Sleutelnaam] en voert u de gewenste naam in het tekstvak in.
Om de afbeelding van een sneltoets te wijzigen, gaat u naar de volgende stap. Als u de afbeelding niet wilt wijzigen, gaat u verder met stap 5.

Om de afbeelding van een sneltoets te wijzigen, stelt u het selectievakje [Aangepaste afbeelding gebruiken] in op en kiest u een eerder toegevoegde afbeelding met [Bestand selecteren].

Zie " EEN AFBEELDING VAN EEN SNELTOETS TOEVOEGEN voor het opslaan van een afbeelding.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

SNELTOETSEN BEWERKEN

U kunt sneltoetsen toevoegen aan het beginscherm en sneltoetsen die u niet gebruikt wissen.
U kunt ook de weergavevolgorde van sneltoetsen en de namen en afbeeldingen wijzigen voor meer gebruiksgemak van het apparaat.

Via het aanraakscherm

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Beginscherm bewerken].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Tik op de sneltoets die u wilt wissen en tik op [Toets verwijderen].

Er verschijnt een geel kader rondom de gekozen sneltoets. Nadat u de sneltoets heeft geselecteerd, tikt u op .
U kunt de sneltoets ook naar slepen om de sneltoets te wissen.

Tik op de toets [Ja].

De geselecteerde sneltoets wordt gewist.

Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Voorwaarde Instellingen] en klik op de sneltoets die u wilt wissen.

Selecteer [Geen] en klik op de knop [Indienen].

Wanneer u op de knop [Indienen] klikt, wordt het scherm [Thuisschermregistratie] gesloten.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

EEN SNELTOETS WIJZIGEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een sneltoets in het beginscherm kunt wijzigen.
Via het aanraakscherm kunt u alleen de naam wijzigen. Op de webpagina kunt u de afbeelding van het pictogram wijzigen.

Via het aanraakscherm

Om de sneltoets te wijzigen via het aanraakscherm, verplaatst u de sneltoets uit de betreffende locatie en slaat u de nieuwe sneltoets op de vrijgekomen locatie op. Zie " EEN SNELTOETS VERPLAATSEN" voor meer informatie over het verplaatsen van sneltoetsen. Zie " SNELTOETSEN TOEVOEGEN" voor meer informatie over het toevoegen van sneltoetsen.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de naam van een sneltoets kunt wijzigen.

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Beginscherm bewerken].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Er verschijnt een geel kader rondom de gekozen sneltoets.

Er verschijnt een geel kader rondom de gekozen sneltoets.

Voer de nieuwe naam in via het toetsenbord.

Voer de naam in en tik op de toets [OK] .

Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Voorwaarde Instellingen] en klik op de sneltoets die u wilt wijzigen.

Selecteer de gewenste functie.

Om de naam van een sneltoets te wijzigen, kiest u [Speciaal] in [Toetsnaam] en voert u de gewenste naam in het tekstvak in.
Om de afbeelding van een sneltoets te wijzigen, gaat u naar de volgende stap. Als u de afbeelding niet wilt wijzigen, gaat u verder met stap 5.

Om de afbeelding van een pictogram te wijzigen, stelt u het selectievakje [Aangepaste afbeelding gebruiken] in op en kiest u een eerder toegevoegde afbeelding met [Bestand selecteren].

Zie "EEN AFBEELDING VAN EEN SNELTOETS TOEVOEGEN voor het opslaan van een afbeelding.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

EEN AFBEELDING VAN EEN SNELTOETS TOEVOEGEN

Om de afbeelding van een sneltoets te wijzigen in een nieuwe afbeelding, moet u eerst de nieuwe afbeelding toevoegen.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een afbeelding kunt toevoegen. Afbeeldingen kunnen worden toegevoegd via de webpagina.

Afbeeldingen van pictogrammen worden automatisch vergroot of verkleind, afhankelijk van de grootte van de sneltoets.

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Pictogram].

Selecteer een item.

Klik op "Niet ingesteld" als u een nieuwe afbeelding wilt toevoegen. Als alle "Niet ingesteld" items in gebruik zijn, klikt u op een item dat u niet gebruikt bij de reeds toegevoegde items.

Kies het bestand dat u wilt toevoegen bij "Bestand selecteren".

Klik op de knop [Bladeren] en kies de afbeelding die u wilt gebruiken.
  • Bestandsindelingen die kunnen worden gebruikt zijn JPEG, GIF en PNG (jpeg, jpg, jpe, jfif, gif en png).
  • Het afbeeldingsbestand dat u gaat gebruiken voor een sneltoets mag niet groter zijn dan 50 KB.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

EEN SNELTOETS VERPLAATSEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een sneltoets in het beginscherm kunt verplaatsen.
Sneltoetsen kunnen worden verplaatst via het aanraakscherm.

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Beginscherm bewerken].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Tik op de sneltoets die u wilt verplaatsen en tik op [Verplaats Toets].

Er verschijnt een geel kader rondom de gekozen sneltoets.

Tik op een lege sneltoetslocatie

De sneltoets wordt verplaatst naar de geselecteerde locatie.
De sneltoets wordt niet verplaatst als u op een locatie tikt die al een sneltoets heeft.

Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets [Afmelden].

DE STANDAARDINSTELLING VAN SNELTOETSEN HERSTELLEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de standaardinstelling van sneltoetsen in het beginscherm kunt herstellen.
U kunt deze procedure uitvoeren via het aanraakscherm of via de webpagina.

De standaardinstellingen van de posities, namen en afbeeldingen van de sneltoetsen worden hersteld.

Via het aanraakscherm

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Beginscherm bewerken].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Tik in het actiescherm op [Reset toets naar standaard].

Tik op de toets [Opnieuw instellen].

De standaardinstellingen van de sneltoetsen worden hersteld.

Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Voorwaarde Instellingen] en klik op de knop [Terug naar uitgangswaarden].

Daarop wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Klik op de knop [OK].

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

DE TRANSPARANTIE VAN SNELTOETSEN WIJZIGEN

U kunt de transparantie van de sneltoetsen wijzigen.
Als u de achtergrond van uw beginscherm wilt wijzigen om te tonen wat er zich achter de sneltoetsen bevindt, verhoog dan de transparantie om het gemakkelijker te maken om te zien wat er zich achter de sneltoetsen bevindt.
U kunt deze procedure uitvoeren via het aanraakscherm of via de webpagina.

Via het aanraakscherm

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Instelling belangrijke instellingen].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Selecteer het transparantieniveau dat u wilt instellen.

Tik op de toets [Beëindigen en terugkeren].

Nadat u de instellingen hebt voltooid, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Voorwaarde Instellingen] en klik op de knop [Instelling belangrijke instellingen].

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

HET PATROON VOOR DE INDELING VAN HET BEGINSCHERM WIJZIGEN

In het apparaat zijn meerdere patronen opgeslagen voor de indeling van het beginscherm. Er is een patroon waarin het weergegeven formaat van sneltoetsen is verkleind, zodat meer sneltoetsen kunnen worden weergegeven, en een patroon waarin het venster met vaste toetsen is gewist zodat meer sneltoetsen kunnen worden weergegeven. Het patroon kan worden gewijzigd op de webpagina.

Patronen voor de indeling van het beginscherm

Er zijn zes patronen beschikbaar.

Patroon Aantal sneltoetsen dat per scherm wordt weergegeven Venster met vaste toetsen Maximum aantal vensters

1

4

Ja

15 vensters

2

8

Nee

8 vensters

3

8

Ja

8 vensters

4

12

Nee

5 vensters

5

12

Ja

5 vensters

6

18

Nee

4 vensters

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Voorwaarde Instellingen] en kies het gewenste patroon bij "Sjabloon".

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.

EEN WEERGAVEPATROON KIEZEN VOOR HET BEGINSCHERM

In het apparaat zijn patronen in meerdere kleuren opgeslagen. U kunt het kleurenpatroon wijzigen via het aanraakscherm.

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Weergavepatroon instelling].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Selecteer het gewenste patroon.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [Afmelden].

DE TEKSTKLEUR IN HET BEGINSCHERM WIJZIGEN

U kunt de tekstkleur van de sneltoetsen, de vaste toetsen en de klok in het beginscherm wijzigen in wit of zwart. De kleur kan worden gewijzigd via het aanraakscherm.

De tekstkleur van het beginscherm is afhankelijk van het patroon voor de indeling van het beginscherm.
Zie "HET PATROON VOOR DE INDELING VAN HET BEGINSCHERM WIJZIGEN" voor meer informatie over de patronen voor de indeling van het beginscherm.
Standaard tekstkleuren
Patronen voor de indeling van het beginscherm en tekstkleuren

Patroon Scrollvenster (Tekstkleur van de sneltoetsen) Vast venster (Tekstkleur van de vaste toetsen) Klok (Tekstkleur van de klok)

1

Wit

Wit

ZWART

2

Wit

Nee

ZWART

3

ZWART

Wit

ZWART

4

ZWART

Nee

ZWART

5

ZWART

Wit

ZWART

6

ZWART

Nee

ZWART

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Tekstkleur Aanpassen Op het Beginscherm].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Wijzig de tekstkleur.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [Afmelden].

DE TEKSTKLEUR IN HET BEGINSCHERM WIJZIGEN

U kunt de achtergrondafbeelding van het beginscherm wijzigen in een aangepaste afbeelding.
U kunt deze procedure uitvoeren via het aanraakscherm of via de webpagina.
Om de afbeelding via het aanraakscherm te wijzigen, slaat u de gewenste afbeelding eerst op een USB-apparaat op en sluit u dit apparaat aan op de machine.

Het weergaveformaat van de achtergrondafbeelding is 1024 dots x 544 dots.
De hoogte van de afbeelding wordt aangepast aan de displayhoogte en de breedte wordt aangepast aan de displaybreedte.
Aangezien de hoogte en breedte afzonderlijk worden vergroot/verkleind, kunnen sommige afbeeldingen worden vervormd.
Voor een correcte weergave van de afbeelding moet u het formaat van de afbeelding eerst aanpassen aan het formaat van de achtergrondafbeelding.

Via het aanraakscherm

Sluit het USB-apparaat met de afbeelding aan op de machine.

Als het USB-apparaat op het apparaat is aangesloten, verschijnt er een venster. Tik op de toets [OK].

Tik op de toets [Instellingen] in het beginscherm.

Het scherm met instellingen wordt weergegeven.

Tik op [Systeem instellingen] → [Instelling voor het beginscherm] → [Achtergrondbeeld] en vervolgens op de toets [Veranderen].

Daarop wordt het venster "Registreer Achtergrondafbeelding" weergegeven.
Het invoerscherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven terwijl u de instellingen selecteert.
Voer het wachtwoord van de beheerder in en log in.

Stel het selectievakje [Aangepaste afbeelding gebruiken] in op en kies de gewenste afbeelding met [Folder Name/File Name].

  • Bestandsindelingen die kunnen worden gebruikt zijn JPEG, GIF en PNG (jpeg, jpg, jpe, jfif, gif en png).
  • Het afbeeldingsbestand dat u gaat gebruiken voor de achtergrondafbeelding mag niet groter zijn dan 640 KB.

Klik op de knop [Opslaan].

Wanneer u klaar bent met de aanpassing van de gebruikersinterface, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op de knop [Wijzigen] bij [Achtergrondbeeld].

Stel het selectievakje [Aangepaste afbeelding gebruiken] in op en kies de afbeelding met [Selecteer bestand].

Klik op [Bladeren] om het bestand te kiezen.
  • Bestandsindelingen die kunnen worden gebruikt zijn JPEG, GIF en PNG (jpeg, jpg, jpe, jfif, gif en png).
  • Het afbeeldingsbestand dat u gaat gebruiken voor de achtergrondafbeelding mag niet groter zijn dan 640 KB.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

DE VASTE TOETSEN WIJZIGEN

U kunt de vaste toetsen wijzigen. De vaste toetsen kunnen worden gewijzigd via de webpagina.

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] → [Instelling voor het beginscherm].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Klik op [Voorwaarde Instellingen] en klik op het gewenste item bij "Vaste toets".

U kunt op [Niet ingesteld] klikken om een nieuwe vaste toets toe te voegen.

Kies de functie die u wilt toevoegen en klik op de knop [Indienen].

Wanneer u op de knop [Indienen] klikt, wordt het scherm [Thuisschermregistratie] gesloten.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

HET TEKSTFORMAAT VERGROTEN

In een scherm van de Normale modus zoals voor kopiëren of het verzenden van een beeld, kunt u de tekengrootte en het interval vergroten. Deze functie is geselecteerd op het aanraakscherm.

  • De instellingstoetsen en het actiescherm zullen de het tekstformaat vergroten. Instelitems die niet meer op het actiescherm verschijnen, kunnen worden weergegeven door op de schuiftoetsen te tikken. Instelitems die niet meer verschijnen (in dit voorbeeld de toets [Belichting]) kunnen worden weergegeven door op de toets [Overige] te tikken.
  • In andere schermen dan de Normale modus van functies, zoals de Eenvoudige modus en instellingen, wordt de grootte van tekens en toetsen niet gewijzigd.
  • Door het vergroten van het tekstformaat worden mogelijk minder toetsen weergegeven in het beginscherm en in de andere schermen van de afzonderlijke functies.

Tik in het beginscherm op de toets [Vergrote weergavemodus].

De toetsafbeelding wordt gewijzigd in en de vergrote weergavemodus wordt ingeschakeld.
Om de vergrote weergavemodus te annuleren, klikt u nogmaals op [Vergrote weergavemodus]. De toetsafbeelding wordt gewijzigd in en de vergrote weergavemodus wordt geannuleerd.

DE MACHINETAAL WIJZIGEN

U kunt de displaytaal van het beginscherm wijzigen.

Open het actiescherm in het beginscherm en tik op [Beginscherm bewerken].

Het scherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven. Voer het wachtwoord in.

Voer het wachtwoord van de beheerder in.

Tik op een lege sneltoetslocatie.

Tik op de toets [Taal instelling].

De sneltoets wordt toegevoegd aan de geselecteerde locatie.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [Afmelden].

Tik op de toets [Taal instelling] in het beginscherm.

Kies de gewenste taal en tik op .

Het display wordt gewijzigd in de geselecteerde taal.

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] →[Algemene instellingen]→[Bedienings instellingen]→[Voorwaarde Instellingen]→ [Taal Instelling].

U moet voor deze instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren. Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Selecteer de taal die u wilt wijzigen uit de lijst.

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.

DE POSITIE VAN DE TOETS [Beginscherm] WIJZIGEN

U kunt de positie van de toets [Beginscherm] wijzigen.

Via het aanraakscherm

Tik op de toets [Instellingen] in het beginscherm.

Het scherm met instellingen wordt weergegeven.

Tik op → [Systeem instellingen] → [Instelling voor het beginscherm en vervolgens op de toets [Home knoppositie].

Het invoerscherm voor het beheerderswachtwoord wordt weergegeven terwijl u de instellingen selecteert.
Voer het wachtwoord van de beheerder in en log in.

Selecteer [Linkerrand] of [Rechts].

Klik op de knop [Opslaan].

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [Afmelden].

Via de webpagina

Typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser.

Wanneer de standaard fabrieksinstellingen zijn ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren nadat u het IP-adres heeft ingevoerd.

Klik op de webpagina op de tab [Systeeminstellingen] →[Instelling voor het beginscherm]→ [Home knoppositie].

Nadat u op [Instelling voor het beginscherm] heeft geklikt, moet u voor sommige instellingen mogelijk uw wachtwoord invoeren.
Wanneer u geen gebruikersverificatie heeft uitgevoerd, moet u het wachtwoord van de beheerder invoeren.

Selecteer [Linkerrand] of [Rechts].

Wanneer u klaar bent met het aanpassen van instellingen, klikt u op de knop [Indienen].

De instellingen worden opgeslagen in het apparaat en worden toegepast.
Wanneer u helemaal klaar bent met de instellingen, klikt u op de knop [Afmelden] en sluit u de webbrowser.
Weergave in het Arabisch
Wanneer de weergavepositie van de toets [Beginscherm] wordt geschakeld in de instellingenmodus van het apparaat, wordt de toets [Beginscherm] rechts weergegeven wanneer [Linkerrand] is geselecteerd, en wordt de toets [Beginscherm] links weergegeven wanneer [Rechts] is geselecteerd.
Taal

Version 02a / bp70m90_usr_02a_nl

↑Eerste pagina