In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u automatisch
de juiste factor kunt selecteren die overeenkomt met het papierformaat,
wanneer u handmatig de papierlade wijzigt voor het maken van een
kopie op papier met een ander formaat dan het origineel.
Voor een origineel van niet-standaard formaat moet
het formaat worden ingevoerd om Auto Image te gebruiken.
Selecteer handmatig de papierlade en plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de
automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAATTik op de toets [Copy Ratio].
KOPIEERMODUSTik op de toets [Auto Image].
De verklein- of vergrootfactor wordt automatisch geselecteerd
op basis van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat.
De automatisch geselecteerde kopieerfactor wordt getoond in
de weergavefactor.
- De
instelling voor automatische factorselectie annuleren:
Tik op
[Auto Image] om de selectie ongedaan te maken.
- De kopieerfactor
terugzetten naar 100%:
Tik op
de toets [100%].
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een
kopieerfactor kunt opgeven voor een kopie op papier van een ander
formaat dan het origineel of hoe u het afbeeldingsformaat kunt wijzigen
voor het kopiëren.
U kunt de volgende drie methoden gebruiken om de kopieerfactor
op te geven.
De vaste-factortoets gebruiken
U kunt de vergrotings- of verkleiningsfactor tussen vaak gebruikte
vaste formaten uit de vooraf ingestelde factortoetsen selecteren.
. Aan de vaste factortoetsen kunt u tot twee factorwaarden
toevoegen, respectievelijk voor verkleinen en vergroten.
De gewenste zoomfactor specificeren
U kunt de zoomfactor aanpassen in stappen van 1% met behulp
van
of de 10-toets om de gewenste zoomfactor te
specificeren.
Het papierformaat opgeven
Geef het papierformaat van het origineel en de uitvoer op
om automatisch de juiste factor te verkrijgen.
Wanneer u bijvoorbeeld A3 (11" x 17") selecteert als het origineelformaat
en A4 (8-1/2" x 11") als het papierformaat, dan wordt de factor
automatisch ingesteld op 70% (64%).

De afmetingen van de
afbeelding opgeven
Geef het beeldformaat van het origineel en de uitvoer op om
automatisch de juiste factor te verkrijgen.
Als u een kopie wilt maken met dezelfde factor tussen verticale
en horizontale formaten, voert u één van de verticale en horizontale
formaten in.
Wanneer u bijvoorbeeld 90mm invoert als het bronformaat en
135mm als het uitgangsformaat, dan wordt de hoogte-breedteverhouding
automatisch ingesteld op 150%.
Wanneer u de automatische documentinvoereenheid
gebruikt, ligt het bereik zowel voor de verticale als voor de horizontale kopieerfactor
tussen 25% en 200%.
De
kopieerfactor terugzetten naar 100%:
Tik op de toets [100%].
De vaste-factortoets gebruiken
Tik op de toets [Copy Ratio].
KOPIEERMODUSTik op
om de factor in te stellen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen,
tikt u op de toets [OK].
Controleer of een geschikt papierformaat voor de factor
is geselecteerd.
- Als
u op de toets [Enigszins verminderen (3% besparing)] tikt, wordt de factor lager ingesteld
dan de factor die is opgegeven bij 3%.
In de Normale
modus
- Er zijn
twee schermen voor instellingen. Met de toets [Andere factor] wisselt
u tussen deze schermen.
- Als u
het gebied snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen
een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt en past u deze
vervolgens aan met
.
- Aan de vaste factortoetsen kunt u tot twee
veelgebruikte factorwaarden toevoegen, respectievelijk voor vergroten
en verkleinen.
Alle
instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
Het papierformaat opgeven
Tik op de toets [Copy Ratio].
KOPIEERMODUSGeef het origineelformaat (papierformaat van het geladen origineel)
en het kopieformaat (papierformaat van de kopieeruitvoer) op.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen,
tikt u op de toets [OK].
Alle
instellingen annuleren:
Tik op de toets [CA].
De afmetingen van de afbeelding opgeven
Tik op de toets [Details] om naar de normale modus
te gaan.
EENVOUDIGE MODUSTik op de toets [Copy Ratio].
Tik op de toets [op formaat] op het tabblad [Zoom].
Geef het beeldformaat (afmetingen van de afbeelding
die u wilt vergroten of verkleinen) en het uitvoerformaat (afmetingen
van de vergrote of verkleinde afbeelding) op.
Tik op het gebied van beeldformaat en uitvoerformaat
en voer het formaat met de cijfertoetsen in.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen,
tikt u op de toets [OK].
- Als u een
onjuist formaat hebt ingevoerd:
Tik op
het numerieke toetsenbord dat verschijnt als u op het invoervak
tikt op [C], en stel het juiste formaat in.
- Alle instellingen
annuleren:
Tik op
de toets [CA].
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de
horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk kunt opgeven.
Wanneer
50% is geselecteerd voor de horizontale factor en 70% voor de verticale
factor
U kunt de volgende twee methoden gebruiken om de kopieerfactor
op te geven.
De vaste-factortoets
gebruikenSpecificeer eender welke factor door combinatie van vooraf
ingestelde factortoetsen, die vooraf geregistreerd is.
De gewenste
factor specificerenSpecificeer eender welke factor door het combineren van

, waardoor u de factor in stappen van
1% kunt aanpassen.
De afmetingen
van de afbeelding opgevenGeef het beeldformaat van het origineel en de uitvoer op om
automatisch de juiste factor te verkrijgen.
Voer de verticale en horizontale formaten in.
Wanneer u de automatische documentinvoereenheid
gebruikt, ligt het bereik zowel voor de verticale als voor de horizontale kopieerfactor
tussen 25% en 200%.
De
instelling X-y zoom annuleren:
Tik op het tabblad [Zoom] of op de toets [CA].
De vaste-factortoets gebruiken
Tik op de toets [Details] om naar de normale modus
te gaan.
EENVOUDIGE MODUSTik op de toets [Copy Ratio] en vervolgens op het tabblad
[X-y zoom].
Tik op de toets [X] en stel de factor X (horizontaal)
in.
- Als u de factor snel wilt instellen,
geeft u eerst een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt
en past u deze vervolgens aan met
.
- Tik op elk gebied van de X (horizontale)
en Y (verticale) as en voer het formaat met de cijfertoetsen in.
Tik op de toets [Y] en stel de factor Y (verticaal)
op dezelfde manier in als de toets [X].
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen,
tikt u op de toets [OK].
Controleer of een geschikt papierformaat voor de factor
is geselecteerd.
De afmetingen van de afbeelding opgeven
Tik op de toets [op formaat].
De vaste-factortoets gebruikenGeef de afmetingen van X en Y van zowel het beeldformaat
als het uitvoerformaat op.
Controleer of een geschikt papierformaat voor de factor
is geselecteerd.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen,
tikt u op de toets [OK].
Tik op het gebied van het beeldformaat en van het
uitvoerformaat en voer het formaat met de cijfertoetsen in.
- Als
u een onjuist formaat hebt ingevoerd:
Tik op
het numerieke toetsenbord dat verschijnt als u op het invoervak
tikt op [C], en stel het juiste formaat in.
- Alle instellingen
annuleren:
Tik op
de toets [CA].