Deze functie wordt gebruikt om zwart en
wit om te keren in een kopie, zodat u een negatief krijgt. Deze
functie kan alleen voor kopiëren in zwart-wit worden gebruikt.
Wanneer u originelen met veel zwart kopieert (hetgeen veel
toner vereist), kunt u kopiëren met Z/W Omgekeerd en zo toner besparen.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Z/W negatief].
Op het pictogram verschijnt een vinkje.Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
U kunt de kleur en omtrek van afbeeldingen
en tekst eenvoudig aanpassen.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Snelle Aanpassing Afbeeldingskwaliteit].
Tik op of verplaats de schuifregelaar om de beeldkwaliteit aan te passen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
Met deze functie versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten
rood (R), groen (G) of blauw (B).
Tik op de toets [Overige] en op de toets [RGB aanpassen].
Tik op de toets voor de kleur die u wilt wijzigen.
Tik op of schuif met de schuifbalk om de kleur aan te passen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] om het kopiëren te starten.
Met deze functie past u de scherpte aan voor een scherpere of zachtere
afbeelding.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scherpte].
Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de scherpte aan te passen.
Selecteer [Scherper] voor scherpere omtrekken of [Minder Scherp] voor zachtere omtrekken.Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
U kunt de colour, toon en dichtheid van kopieën aanpassen.
Gebruik het tabblad [Kleur] voor de instellingen van
kleurenkopieën, of het tabblad [Z/W] voor instellingen van zwart/wit-kopieën.
Als u het tabblad [Kleur] selecteert, worden de densiteit
van de kleuren geel, magenta, cyaan en zwart verdeeld in drie bereiken
en u kunt de densiteit van elk bereik aanpassen. Indien nodig kunt
u ook alle drie de densiteitbereiken tegelijkertijd aanpassen.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Kleurbalans Instellen].
Tik op het tabblad voor de modus die u wilt aanpassen.
Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de kleurbalans aan te passen.
Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] of [Z/W Start] om het kopiëren te starten.
Met deze functie past u de helderheid van een kleurenkopie aan.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Helderheid].
Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen [OK] en [Vorige].Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] om het kopiëren te starten.
Met deze functie past u de intensiteit (verzadiging) van een kleurenkopie
aan.
Tik op de toets [Overige] en op de toets [Intensiteit].
Tik op de toets of schuif met de schuifbalk om de intensiteit aan te passen.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [OK] en [Vorige].Plaats het origineel.
Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.Tik op de toets [Kleur Start] om het kopiëren te starten.
Version 03a / bp90c80_usr_03a_nl