SHARP

Taal

DE FUNCTIE VOOR HET AANPASSEN VAN DE KLEURMODUS

HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (KLEURBIJSTELLING/RGB-INSTELLING)

Met deze functie past u de helderheid en het contrast aan in de afdrukinstellingen wanneer een foto of andere afbeelding wordt afgedrukt.
Deze functie voert eenvoudige correcties uit, zelfs wanneer geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd.

Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.

Windows

  1. Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit].
  2. Klik op de knop [Beeldafstelling].
  3. Als u de PS-printerdriver gebruikt, klikt u op de knop [RGB-Instelling]. Ga verder met stap (4).
  4. Als u de objecten (tekst, afbeeldingen, foto's) afzonderlijk wilt afstellen, schakelt u het selectievakje [Pas bij elk object aan] in ( ) en selecteert u het object.
  5. Gebruik de schuifbalk of klik op de knoppen om de afbeelding aan te passen.

ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (TEKST NAAR ZWART/VECTOR NAAR ZWART)

Als u een kleurenafbeelding in grijstinten afdrukt, worden de tekst en de lijnen in lichte kleuren ook in zwart afgedrukt. Met deze functie kunt u gekleurde tekst en lichte lijnen die bij het afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn, naar voren halen.

  • Rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.
  • Deze functie is beschikbaar in een Windows-omgeving.

Windows

  1. Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit].
  2. Schakel het selectievakje [Tekst naar zwart] en/of het selectievakje [Vector naar zwart] in zodat wordt weergegeven.
  3. Wanneer [Tekst naar zwart] is geselecteerd, wordt alle tekst die niet wit is in zwart afgedrukt.
  4. Wanneer [Vector naar zwart] is geselecteerd, worden alle vectorgrafieken behalve witte lijnen en vlakken in zwart afgedrukt.

AFBEELDINGEN AANPASSEN AAN SPECIFIEKE VOORKEUREN (AFSCHERMING)

Selecteer Afscherming om de afbeelding aan te passen aan bepaalde voorkeuren, aan de hand van de bijbehorende beeldverwerkingsmethode.

Windows

  1. Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit].
  2. Selecteer [Afscherming].
    • Tekst/Foto: Beeldverwerking geschikt voor gemengde tekst- en fotogegevens.
    • Tekst: Beeldverwerking geschikt voor tekstgebaseerde gegevens.
    • Foto: Beeldverwerking geschikt voor gegevens op basis van foto's.
macOS
  1. Selecteer [Afbeeldingskwaliteit].
  2. In macOS 13 bevindt [Afbeeldingskwaliteit] zich onder het menu “Printeroptie”.
  3. Selecteer [Afscherming].
    • Tekst/Foto: Beeldverwerking geschikt voor gemengde tekst- en fotogegevens.
    • Tekst: Beeldverwerking geschikt voor tekstgebaseerde gegevens.
    • Foto: Beeldverwerking geschikt voor gegevens op basis van foto's.
    • Dot (hoog): Beeldverwerking geschikt voor gegevens met veel halftoonpunten.
    • Dot (laag): Beeldverwerking geschikt voor gegevens met weinig halftoonpunten.

DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (SCHERPTE)

Met deze optie kunt u een afbeelding scherper maken of vager.

Windows

  1. Klik op de tab [Afbeeldingskwaliteit].
  2. Selecteer [Scherpte].
  3. [Zeer zacht] heeft de zachtste afwerking en [Zeer scherp] heeft de scherpste afwerking.
macOS
  1. Selecteer [Afbeeldingskwaliteit].
  2. In macOS 13 bevindt [Afbeeldingskwaliteit] zich onder het menu “Printeroptie”.
  3. Selecteer [Scherpte].
  4. [Zeer zacht] heeft de zachtste afwerking en [Zeer scherp] heeft de scherpste afwerking.

DE KLEURINSTELLINGEN AFSTEMMEN OP HET AFBEELDINGSTYPE (GEAVANCEERDE KLEURINSTELLINGEN)

De printerdriver is voorzien van diverse standaard kleurinstellingen voor verschillende toepassingen. Zo kunt u afdrukken met de meest geschikte kleurinstellingen voor verschillende typen kleurenafbeeldingen.
Geavanceerde kleurinstellingen, zoals de kleurbeheerinstellingen en de filters om de kleurtonen aan te passen, zijn ook beschikbaar voor het afdrukken van kleurenafbeeldingen.

De volgende kleurbeheerinstellingen zijn beschikbaar.

Windows ICM

Kleurbeheer in een Windows-omgeving

ColorSync

Kleurbeheer in een macOS-omgeving

Bronprofiel

Selecteer een bronkleurprofiel voor de kleuraanpassing.

Omzettingsdoel

Met de onderstaande selecties kan de verwerking van kleurenafbeeldingen worden aangepast volgens specifieke voorkeuren. (Methode voor kleuraanpassing: Methode om de RGB-kleuren op het scherm om te zetten in CMYK-kleuren op de printer)

Uitvoerprofiel

Hiermee selecteert u een kleurprofiel voor de afbeelding die u gaat afdrukken

CMYK-correctie *1

Hiermee corrigeert u de afbeelding om een optimaal afdrukresultaat te verkrijgen bij het afdrukken van een CMYK-afbeelding.

Neutraal grijs

Selecteer een aanmaakmethode voor neutraal grijs.

Zuiver-zwartafdruk

Selecteer of u gebieden met zwarte gegevens alleen met zwarte toner wil afdrukken.

Vastzetten

Geef aan of u wil voorkomen dat een void-gebied wordt gegenereerd rond de rand van kleuren.

Zwarte overdruk *2

Voorkomt dat de omtrek van zwarte tekst wit wordt.

CMYK-Simulatie *2

Hiermee worden de kleuren aangepast om de kleuren te simuleren die worden gebruikt door drukpersen.

Zuivere CMYK-kleuren behouden *2

Bij het gebruik van CMYK-simulatie, cyaan, magenta, en gele zuivere kleuren behouden, en zwarte printerinformatie behouden.

Simulatieprofiel*2

Selecteer het simulatiedoel.

*1 Kan alleen bij gebruik van de PCL6-printerdriver worden gebruikt.

*2 Kan alleen worden gebruikt met de PS-printerdriver (Windows/macOS).

Windows

  1. Klik op de tab [Kleurprofiel].
  2. Kies [Afbeeldingstype].
    • Tekst: Als de afdruk voornamelijk uit tekst bestaat
    • Presentatie: Als de afdruk veel foto's of illustraties bevat
    • Foto: Als de afdruk foto's of gegevens met foto's bevat
    • CAD: Als de afdruk ontwerptekeningen bevat
    • Scannen: Als de afdruk gescande gegevens bevat
    • Colorimetrisch: Als de gegevens moeten worden afgedrukt met de kleuren zoals die op het scherm worden weergegeven
    • Aangepast: Hier kunt u uw eigen afrukinstellingen opgeven
  3. Geef de instellingen op.
  4. Als u het kleurbeheer met Windows OS ICM wilt configureren, stelt u bij stap (2) 'Afbeeldingstype' in op [Extra]. Klik vervolgens op het selectievakje [Windows ICM] zodat een vinkje wordt weergegeven. Als u het 'Bronprofiel' en andere gedetailleerde kleurbeheertaken wilt configureren, selecteert u de gewenste instellingen in de menu's.

macOS

  1. Selecteer [Kleurprofiel].
  2. Schakel het selectievakje [ColorSync] in zodat het vinkje wordt weergegeven om de kleurbeheerfunctie van macOS te gebruiken. In dit geval kunt u 'Afbeeldingstype' niet selecteren.
    Selecteer in macOS 13 het tabblad [Geavanceerd] in [Afbeeldingskwaliteit] van het menu "Printeropties".
  3. Selecteer [Afbeeldingtype].
  4. U configureert kleurbeheerinstellingen door de gewenste instellingen te selecteren in de menu's. Als u een “CMYK-simulatie-instelling” wilt opgeven, selecteert u [Extra] bij Afbeeldingstype, schakelt u het selectievakje [CMYK-simulatie] in ( ) en selecteert u de gewenste instelling.
    • Tekst: Als de afdruk voornamelijk uit tekst bestaat
    • Presentatie: Als de afdruk veel foto's of illustraties bevat
    • Foto: Als de afdruk foto's of gegevens met foto's bevat
    • CAD: Als de afdruk ontwerptekeningen bevat
    • Scannen: Als de afdruk gescande gegevens bevat
    • Colorimetrisch: Als de gegevens moeten worden afgedrukt met de kleuren zoals die op het scherm worden weergegeven
    • Aangepast: Hier kunt u uw eigen afrukinstellingen opgeven
  5. Geef de instellingen op.
Taal

Version 03a / bp90c80_usr_03a_nl

↑Eerste pagina