EEN BESTAND IN EEN NETWERKMAP RECHTSTREEKS AFDRUKKEN
U kunt een bestand in een netwerkmap opgeven en afdrukken
via het aanraakscherm van het apparaat.
Zelfs als de netwerkmap niet is geregistreerd, kunt u de netwerkmap
openen door direct naar het pad naar de map in de werkgroep te verwijzen
of dit in te voeren
Een
netwerkmap registeren:
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen]
→ [Printer- Instellingen] → [Directe Afdrukinstellingen (Netwerkmap)].
Als u een PDF-bestand selecteert waarvoor een wachtwoord
is ingesteld, moet u dat wachtwoord invoeren in het opdrachtbeheerscherm
voordat u het bestand kunt afdrukken.
EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN
EEN BESTAND AFDRUKKEN
IN EEN NETWERKMAP DIE U HEBT GECONFIGUREERD IN DE APPARAATINSTELLINGEN.
Tik op de toets [Best. ophalen van schijf].
Tik op de toets [Selecteer afdrukbestand uit netwerkmap] in het actiescherm.
Tik op de toets [Geregistreerde netwerkmap openen.] in het actiepaneel en tik
vervolgens op de netwerkmap die u wilt openen.
Als een scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd
naar een gebruikersnaam en wachtwoord, moet u deze informatie opvragen
bij de serverbeheerder en vervolgens de juiste gebruikersnaam en
wachtwoord invoeren.
Tik op de toets van het bestand dat u wilt afdrukken
en tik vervolgens op de toets [Afdrukinstelling wijzigen] in het actiepaneel.
- Wanneer u meerdere
bestanden wilt afdrukken, tikt u op de toetsen van de bestanden
die u wilt afdrukken en vervolgens op [Afdrukken] in het actiepaneel.
- Het pictogram
wordt weergegeven aan de linkerzijde
van de toetsen van bestanden die kunnen worden afgedrukt.
- Het pictogram
wordt links van de toetsen van mappen
in de netwerkmap weergegeven. Tik op deze toets om een map of bestand
in een map weer te geven.
- Wanneer u op [Filteren
op Bestandstype] tikt in het actiescherm, wordt het scherm voor
het opgeven van de bestandsindeling weergegeven.
Selecteer de bestandsindeling waartoe u zich wilt beperken, en druk
op de toets [OK] om de lijst met bestanden weer te geven
die beperkt zijn tot de geselecteerde bestandsindeling. Via [Overige]
kunt u andere bestandstypes selecteren.
- De bestandsindelingen
die kunnen worden geselecteerd door de lijst te beperken zijn altijd
dezelfde, ongeacht de status van het randapparaat. Sommige bestandsindelingen
zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de status van de
eenheid. Wanener u een bestandsindeling selecteert die dit apparaat
niet ondersteunt voor afdrukken, wordt de toets [Start] in grijs
weergegeven en kunt u niet afdrukken.
- Er kunnen in totaal 100 toetsen van
bestanden en mappen worden weergegeven.
- Tik op
om een mapniveau omhoog te gaan.
- Tik op
om terug te keren naar het scherm voor
selectie van de netwerkmap.
- Tik op
om over te schakelen op miniaturen.
- Tik op de toets [Bestands- of mapnaam] om de volgorde
van de op het scherm getoonde bestanden en mappen te wijzigen. Elke
keer dat op de toets wordt getikt, wijzigt de volgorde tussen oplopend
en aflopend.
- Wanneer u op [Filteren op bestandstype]
tikt in het actiescherm. Het scherm om de bestandsindeling op te
geven wordt weergegeven. Selecteer de bestandsindeling waartoe u
zich wilt beperken, en druk op de toets [OK] om de lijst met bestanden
weer te geven die beperkt zijn tot de geselecteerde bestandsindeling.
U kunt andere bestandsindelingen kiezen in [Overige].
- De bestandsindeling die kan worden geselecteerd
door de lijst te beperken is altijd dezelfde, ongeacht de installatiestatus
van het randapparaat. Er zijn enkele bestandsindelingen die niet
kunnen worden gebruikt afhankelijk van de status van het apparaat.
Wanener u een bestandsindeling selecteert die dit apparaat niet
ondersteunt voor afdrukken, wordt de toets [Start] in grijs weergegeven
en kunt u niet afdrukken.
Selecteer de afdrukvoorwaarden.
Als u in stap 4 meerdere bestanden
hebt geselecteerd, kunt u alleen het aantal afdrukken selecteren.
Als u bij stap 4 een PS- of PCL-bestand
hebt geselecteerd met afdrukvoorwaarden, krijgen de afdrukvoorwaarden van
het bestand prioriteit.
Tik op de toets [Start].
Het afdrukken begint zodra het geselecteerde bestand
is overgebracht.
Het pad naar de netwerkmap direct invoeren.
Verwijzen naar het pad naar de netwerkmap.