U kunt de instelling van het origineelformaat controleren
in HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL CONTROLEREN.
Om het origineelformaat te wijzigen, drukt u op de toets [Origineel]
en stelt u het origineelformaat in.
Stel de afdrukstand van de afbeelding in om ervoor te zorgen
dat de afdrukstand van het geplaatste origineel goed wordt herkend.
Door de startzijde (bovenzijde
of linker zijde) van het geplaatste origineel op te geven, wordt
de afdrukstand van het origineel goed herkend.
De positie-instellingen en N-Up-lay-outinstellingen voor voltooiing
worden opgegeven met de herkende afdrukstand.
In de Eenvoudige modus |
In de Normale modus |
Tik op de toets [Origineel] om de afdrukstand van het origineel in te stellen.
KOPIEERMODUSTik op het tabblad [Formaat].
Tik op de toets van het origineelformaat.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].Tik op de toets [Origineel] om de afdrukstand van het origineel in te stellen.
KOPIEERMODUSTik op de toets [Origineel].
Tik op de toets [Directe Invoer].
Geef het formaat van het origineel op.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].Tik op de toets [OK].
Zorg ervoor dat het origineelformaat dat u hebt ingesteld, wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het scherm.Version 03a / bpb547wd_usr_03a_nl