SHARP

Taal

ORIGINELEN SCANNEN

SCHADUWRANDEN IN HET BEELD WISSEN (WISSEN)

Wanneer u dikke originelen of boeken scant, moet u de schaduwranden wissen die kunnen worden weergegeven op de afbeelding.

Een dik boek scannen

Wanneer een gebonden document wordt gescand, verschijnen er schaduwen in de randgebieden en rond het bindingsgedeelte van de gescande afbeelding.

De wisfunctie niet gebruiken De wisfunctie gebruiken

Er zijn schaduwen zichtbaar in het beeld.

Er zijn geen schaduwen zichtbaar.

Wisfuncties

-+
  • Met deze functie wist u die delen van de afbeelding waar zich schaduwen kunnen vormen. Deze functie detecteert schaduwen niet en wist niet alleen de schaduwen.
  • Als u een factorinstelling in combinatie met een wisinstelling gebruikt, wordt de breedte van de wisstrook aangepast volgens de geselecteerde factor.
  • Als u bijvoorbeeld de breedte van de wisstrook op 10 mm (1/2") instelt en de afbeelding voor verzending tot 70% verkleint, wordt de breedte van de wisstrook teruggebracht tot 7 mm (3/8").
  • Als u de wisinstelling selecteert, wordt de afdrukstand altijd op Staand ingesteld.
De standaardinstelling voor de breedte van de wisstrook wijzigen:
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen]→ [Voorwaarde Instellingen] → [Standaardbreedte Van Wisstrook Instellen].
De breedte kan worden ingesteld tussen 0 mm en 20 mm (0" t/m 1"). De fabrieksinstelling is 10 mm (1/2"). De hier gewijzigde instelling zal van toepassing zijn op [Systeeminstellingen] → [Kopieerinstellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Standaardbreedte Van Wisstrook Instellen] in “Instellingen”.

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
Wanneer u in faxmodus bent, ga dan naar stap 3 na het voltooien van deze procedure.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT

Tik op de modusweergave om het beginscherm van de modus te openen.

SCHAKELEN TUSSEN MODI

Geef de bestemming op.

EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK
EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER
EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN
EEN NETWERKMAP OPGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN MOBIEL ADRESBOEK
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN
Wanneer u in faxmodus bent, geef dan het bestemmingsnummer in.
EEN BESTEMMINGSNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN MOBIEL ADRESBOEK
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN

Tik op de toets [Overige] en op de toets [Wissen].

Tik op het selectievakje van de rand die u wilt wissen en geef de wispositie op.

Controleer of het selectievakje waarop u tikte is ingesteld op .
Als u op de toets [Buitenkader] tikt, worden de selectievakjes [Omhoog], [Omlaag], [Links] en [Rechts] ingesteld op .
Als u op de toets [Frame+midden opgeven] tikt, worden alle selectievakjes ingesteld op .
Geef de te wissen rand op de achterzijde op wanneer u randen wist van één tot drie zijden van Omhoog, Omlaag, Links en Rechts op de voorzijde om een 2-zijdig origineel te kunnen scannen.
  • Als het selectievakje [Reverse Erase Position of The Back Face] is ingesteld op , wordt de rand in tegengestelde positie van de gewiste rand op de voorzijde gewist.
  • Als het selectievakje [Reverse Erase Position of The Back Face] is ingesteld op wordt de rand in dezelfde positie als de gewiste rand op de voorzijde gewist.
  • [Reverse Erase Position of The Back Face] is niet mogelijk wanneer “Instellingen (beheerder)” - [Systeeminstellingen] → [Algemenei Instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Voorwaarde Instellingen] of [Instellingen in /uitschakelen] → [Uitschakelen van origineelinvoer] is ingeschakeld.

Geef de breedte van de wisstrook op.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u achtereenvolgens op de toetsen en [Vorige].
  • Tik op de getalsweergave die het gebied van de kantlijnverschuiving op de voorzijde of achterzijde aangeeft en voer het gebied in met de cijfertoetsen.
  • Als u het gebied snel wilt instellen, geeft u eerst met de cijfertoetsen een waarde op die dicht bij de gewenste waarde ligt en past u deze vervolgens aan met .
Wisinstelling annuleren:
Tik op de toets [Wissen].

Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.

  • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
  • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Als u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
  • Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].
    Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar].
    Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
U kunt op de toets [Voorbeeld weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een afbeelding verstuurt. Zie voor meer informatie ‘ HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN’ (wanneer in faxmodus, ‘HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN’).

EEN DUN ORIGINEEL SCANNEN (LANGZAME SCANMODUS)

ZWARE ORIGINELEN SCANNEN (ZWAAR PAPIER SCANNEN)

LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING WEGLATEN (LEGE PAGINA OVERSLAAN)

HET AANTAL VELLEN VAN HET GESCANDE ORIGINEEL CONTROLEREN EN DAN VERZENDEN (AANTAL ORIGINELEN)

Taal

BP-70M75/BP-70M90
Gebruikershandleiding

Version 03a / bp70m90_usr_03a_nl