Open het aanraaktoetsenbord om de naam van
een bestand, programma, map of gebruiker te registreren.
Geeft de ingevoerde tekst weer.
Vult de opgeslagen woorden in. U kunt woorden opslaan in de "Instellingen".
Tik op een toets om tekst in te voeren. De toetstypen verschillen al naar gelang de geselecteerde invoermodus.
Schakelt het alfabet naar hoofdletters. Gebruik deze toets om een reeks hoofdletters in te geven.
Schakelt het alfabet naar hoofdletters.
Verandert de toetsindeling.
Hiermee kunt u een eerder opgeslagen onderwerp voor e-mails of vooraf ingestelde tekst gebruiken.
Sluit het aanraaktoetsenbord af.
Voltooit de ingevoerde tekens en sluit het aanraaktoetsenbord af.
Schakelt naar andere invoermodi.
Om één teken links te wissen.
Zet de omgezette tekens tijdelijk vast of voegt een regeleinde in.
Voor het omzetten van de ingevoerde tekens. Met de toets [Spatie] kunt u een spatie invoegen tussen woorden wanneer er geen om te zetten tekens zijn opgegeven.
Om tekens met een accent en speciale symbolen in te geven.
Voor het verplaatsen van de cursor of voor het wijzigen van het bereik van het opgegeven conversiedoel.
BP-90C70/BP-90C80
Gebruikershandleiding
Version 03a / bp90c80_usr_03a_nl