SHARP

Taal

METADATA VERZENDEN

METADATA VERZENDEN

Selecteer een metadataset, voer elk item in en voer een metadataverzending uit.

U kunt metadata verzenden met de functie voor documentarchivering. Het tabblad [Data-Invoer] wordt weergegeven in het scherm met verzendinstellingen van de functie voor documentarchivering om metadataverzending mogelijk te maken.
Daarnaast kunnen metadataverzendingen met de functie voor documentarchivering worden uitgevoerd in [Inserimento Metadati] in “Instellingen (webversie).”
  • In de modus Gegevensinvoer moet u instellingen voor metadata configureren om metadataverzendingen te kunnen uitvoeren.
  • Als u een verzending zonder metadata wilt uitvoeren, moet u eerst van de modus Gegevensinvoer naar een andere modus overschakelen.
  • Wanneer metadata-instellingen zijn geconfigureerd of een adres is opgegeven in de modus Gegevensinvoer, is het niet mogelijk over te schakelen naar een andere modus.
  • Voordat u de metadata-instellingen configureert, kunt u adressen in alle beschikbare modi opgeven. Nadat de metadata-instellingen zijn geconfigureerd, kunt u alleen adressen opgeven in modi die zijn toegestaan in de geselecteerde metadata.

Tik op het pictogram [Data-Invoer] in het [Beginscherm] en tik vervolgens op [Metadata-Set].

Als een specifieke metadataset als standaardset is opgegeven, gaat u naar stap 3.
Wanneer geen metadatasets zijn opgeslagen, is metadata-invoer niet beschikbaar. Sla metadata ingesteld in de instellingsmodus (webversie) op voordat u een verzending uitvoert.

Tik op de toets voor de gewenste metadataset.

De toetsen van de in de metadataset opgeslagen items worden weergegeven. Tik op de toets van het item dat u wilt invoeren.

Tik op de toets voor de waarde die u wilt invoeren en tik op de toets [OK].

Tik op de toets [Directe Invoer] om de metadatawaarde rechtstreeks in te voeren. Tik op het aanraaktoetsenbord dat wordt weergegeven op de toets [OK]. U keert terug naar het scherm dat wordt weergegeven in stap 3.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
De selectie van het onderwerp annuleren:
Tik op de toets [Wissen].

Configureer de afbeeldingsinstellingen of andere instellingen en voer de procedure uit voor het verzenden van de scan.

  • Configureer de opdrachtgegevensinstellingen en start de verzending met dezelfde bewerkingen als in andere modi.
  • Als u een adres rechtstreeks invoert, tikt u op [Druk in om adres in te voeren] om het scherm weer te geven waarin u een adrestype kunt selecteren.
  • Als het adrestype is geselecteerd, zoals E-mail, Internetfax, Fax, Netwerkmap of Direct SMTP, wordt het invoerscherm voor adrestype getoond.

METADATAVELDEN

De volgende drie soorten metadata worden ingesloten in het verzonden XML-bestand.

  • Automatisch door het apparaat gegenereerde gegevens
  • Deze gegevens worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen op uw pc.
  • Vooraf gedefinieerde velden
  • Deze velden worden automatisch herkend door het apparaat en toegewezen aan de juiste XML-tags. Deze velden kunnen worden geselecteerd en kunnen alleen worden ingesloten in het XML-bestand als ze zijn ingeschakeld in de instellingsmodus (webversie).
  • Door de gebruiker gedefinieerde velden
  • Aangepaste velden worden aan het XML-bestand toegevoegd. Deze velden kunnen worden geselecteerd en worden gedefinieerd in de instellingsmodus (webversie).
    Als een gedefinieerd metadataveld een van de volgende velden is, wordt een bericht getoond waarin wordt aangegeven dat het veld niet kan worden ingevuld. Geef de juiste gegevens op in het betreffende item van de verzendinstellingen.

Ingevoerde naam in metadatavelden Beschrijving Waar ingevoerd

formName

Naam van de gebruiker die de opdracht heeft verzonden. Als de naam niet wordt ingevoerd als metadata, wordt de afzendernaam die via de gebruikelijke regels voor het bepalen van een afzendernaam is bepaald, toegepast als metadata.

[Antwoord naar]

(de naam van de geselecteerde afzender)

replyTo

E-mailadres waarnaar het verzendresultaat wordt verzonden.

[Antwoord naar]

(het e-mailadres van de geselecteerde afzender)

documentSubject

De opdrachtnaam die wordt weergegeven in de 'Onderwerp'-regel van de e-mail, of de opdrachtnaam op het faxvoorblad. Wanneer de gebruiker in het aanraakscherm een onderwerp invoert in het scherm met verzendinstellingen, wordt de ingevoerde waarde als metadata toegepast.Onderwerp

[Onderwerp]

(Leeg tot een waarde wordt opgegeven in het scherm met verzendinstellingen.)

fileName

Voer de bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt verzenden.

[Bestandsnaam]

(Alleen als het selectievakje [Aangepaste bestandsnamen toestaan] is geselecteerd in het invoerscherm voor metadata in de instellingsmodus (webversie))(Leeg tot een waarde wordt ingesteld in het scherm met verzendinstellingen.)

Taal

Version 03a / bp70c65_usr_03a_nl

↑Eerste pagina