SHARP

Taal

UITVOER

INSTELLING SORTEREN/GROEPEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de sorteermethode kunt selecteren als u het gescande origineel wilt uitvoeren.

Automatisch

Schakelt de sorteermodus in wanneer het origineel in de automatische documentinvoereenheid is geplaatst en schakelt de groepmodus in wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.

Sorteren

Sorteert de gescande originelen per set en voert ze uit.

Voorbeeld: Als 5 is ingesteld voor het aantal exemplaren in sorteren

Groep

Groepeert de gescande originelen per pagina en voert ze uit.

Voorbeeld: Als 5 is ingesteld voor het aantal exemplaren in groeperen

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Sorteren/groepen].

Tik als een finisher of nietfinisher is geïnstalleerd, op de toets [Sorteren/ groeperen] in [Overige].

Selecteer de sorteermethode.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
  • U kunt het selectievakje voor offset van de uitvoer selecteren om elke set van de uitvoer te staffelen van de vorige set zodat deze gemakkelijk kunnen worden verwijderd uit de uitvoerlade.
  • Als u de uitvoerlade wilt wijzigen, tikt u op de toets [Uitvoerlade] en selecteert u de uitvoerbestemming.

NIETINSTELLINGEN

Geef op of de set van de uitvoer wordt geniet of niet.
Staand

Stand van origineel Nieten Nietpositie
Links Boven Rechts

Staand

1 nietjes

2 nietjes

Nietloos

Liggend

1 nietjes

2 nietjes

Nietloos

  • U kunt de nietposities bekijken in het " VOORBEELDSCHERM". Tekst wordt afgedrukt in het vooraf ingestelde formaat, ongeacht de instellingen voor kopieerfactor of papierformaat.
  • De installatie van een interne afwerkingseenheid, afwerkingseenheid, afwerkingseenheid (grote stapeleenheid), zadelsteek-afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is vereist om de nietfunctie te gebruiken.
  • Een zadelsteek-afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is vereist om zadelnietfunctie te gebruiken.
  • De installatie van een interne afwerkingseenheid, afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is vereist om de functie nietloos nieten te gebruiken.

Nieten AAN (exclusief zadelsteek)

Tik op de toets [Nietje / Perforatie].

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Selecteer het aantal nieten en de nietpositie.

  • Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
  • Er kan geen bindpositie worden geselecteerd voor nietloos nieten.
In de Normale modus
  • Tik op de toets [Sorteren+nieten].
  • Om de uitvoerlade van het uitvoerpapier te wijzigen, selecteert u de uitvoerbestemming in [Uitvoerlade] van [Andere functies] voordat u de nietjes instelt.
  • Als het aantal gescande originelen het aantal vellen overschrijdt dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven. Tik op [Doorgaan] of [Annuleren].
  • [Annuleren]: annuleert de instelling nietsorteren.
    [Doorgaan]: gaat door met sorteren zonder nieten.

Zadelsteek

Tik op de toets [Nietje / Perforatie].

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Selecteer .

Selecteer de instellingen voor inbindzijde en origineel.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE)
In de Normale modus
  • Als [Boekje] al is opgegeven in [Overige], hoeft u de instellingen voor inbindzijde en kaft niet te configureren.
  • Als [Boekje] is opgegeven in [Overige], wordt het zadelsteekscherm weergegeven. Bevestig het bericht dat is getoond op het scherm, en tik op de toets [On].
  • Als het aantal gescande originelen het aantal vellen overschrijdt dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven. Tik op [Splitsen], [Doorgaan] of [Annuleren].
  • [Annuleren].: Annuleert het afdrukken. [Splitsen]: Splitst het document in het aantal vellen die kunnen worden geniet en zadelniet ze.
    [Doorgaan]: Verder afdrukken zonder zadelnieten.
    Merk op dat [Splitsen] mogelijk niet wordt weergegeven afhankelijk van de instellingsstatus.

PERFORATIE-INSTELLINGEN

Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit in de lade.
Voorbeeld: Wanneer het origineel in de staande of liggende stand is, en de perforatiepositie op links staat ingesteld

Stand van origineel Perforatiepositie
Links Boven Rechts

UIT

Geen perforatie.

Staand

Liggend

  • Wanneer het nietje en de steek tegelijk zijn ingesteld, worden perforatieposities gekoppeld aan nietposities.
  • U kunt de perforatieposities bekijken in het " VOORBEELDSCHERM".
  • Een perforatiemodule is vereist voor het perforeren.
  • U kunt geen gebruik maken van het papierformaat A3W (12" x 18") en speciale media zoals transparanten en tabpapier.
  • U kunt geen perforator gebruiken in combinatie met nieten en papier vouwen.
  • De functie kan echter wel worden gebruikt als het papierformaat voor Z-vouwen is ingesteld op A3, B4, 8K or 11" × 17".

Tik op de toets [Nietje / Perforatie].

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Selecteer perforeren en stel de positie in.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op [OK].
In de Normale modus
  • U kunt het selectievakje voor offset van de uitvoer selecteren om elke set van de uitvoer te staffelen van de vorige set zodat deze gemakkelijk kunnen worden verwijderd uit de uitvoerlade.
  • Als u de uitvoerlade wilt wijzigen, tikt u op de toets [Uitvoerlade] en selecteert u de uitvoerbestemming.

INSTELLING VOUWEN

Deze functie wordt gebruikt om kopieën te vouwen voordat ze in de uitvoerlade worden geplaatst.
Als een papiervouweenheid is geïnstalleerd, kunt u papier vouwen in Z-vouw en Lettervouw.
Als een nietfinisher is geïnstalleerd, kunt u zadelvouwen gebruiken.
De papierformaten die kunnen worden geselecteerd, verschillen per type papiervouw.
Voorbeeld: Invouwen, Uitvouwen

  • Een zadelsteek afwerkingseenheid of zadelsteek afwerkingseenheid (grote stapeleenheid) is vereist om de functie Door de rug vouwen te gebruiken.
  • Een vouweenheid is vereist voor het gebruik van de functies Enkele vouw, Lettervouw, Accordeonvouw en Z-vouw.
  • De vouwfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met de nietfunctie en de perforatiefunctie. Wanneer de afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid echter is geïnstalleerd en het papierformaat dat moet worden gebruikt voor Z-vouwen A3, B4, 11" x 17", of 8K is, kan de perforatiefunctie samen worden gebruikt. Wanneer de afwerkingseenheid (grote capaciteit) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote capaciteit) bovendien is geïnstalleerd en wanneer het papierformaat dat moet worden gebruikt voor Z-vouwen A3, B4, 11" x 17", of 8K is, kunnen de nietfunctie en de perforatiefunctie samen worden gebruikt.
  • De vouwfunctie kan niet worden gecombineerd met de nietfunctie of de perforatiefunctie.
  • U kunt de geselecteerde vouwmethode controleren in het " VOORBEELDSCHERM".

Beschikbare vouwtypen en papierformaten

Vouwen Papierformaat Afbeelding

Niet en vouw

A3W, A3, B4, A4R, B5R*1, 8K, 16KR, 12" × 18", 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 13-1/2" *2, 8-1/2" × 13-2/5" *2, 8-1/2" × 13" *2, 8-1/2" × 11"R

Enkele vouw

A4R, A3, B4, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 13-2/5", 8-1/2" × 11"R, 8K

Lettervouw

A3, A4R, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 13-2/5", 8-1/2" × 11"R

Harmonica

A3, A4R, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 13-2/5", 8-1/2" × 11"R

Z-vouw

A3, B4, A4R, 8K, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 13-2/5", 8-1/2" × 11"R*3

*1 Kan niet worden gebruikt als een afwerkingseenheid (grote capaciteit) of zadelsteek-afwerkingseenheid (grote capaciteit) is geïnstalleerd.

*2 Kan niet worden gebruikt als een afwerkingseenheid of zadelsteek-afwerkingseenheid is geïnstalleerd.

*3 Dit papierformaat kan niet worden uitgevoerd naar de finisherlade.

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Overige] en op de toets [Vouwen].

Selecteer de vouwmethode.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].

EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN

Deze functie voegt scheidingspagina's tussen elke set kopieën of tussen elke taak.
Als u scheidingspagina's invoegt tussen sets kopieën, kunt u aangeven of u de scheidingspagina wilt invoegen voor of na elke set. U kunt ook opgeven hoeveel exemplaren een set vormen.
Wanneer tussen uw taken steeds een scheidingspagina moet komen, kunt u opgeven of die scheidingspagina voor of na elke taak moet komen.

Voorbeelden van het invoegen van scheidingspagina's

In de volgende voorbeelden worden vier kopieën gemaakt van een origineel van twee pagina's.
Een scheidingspagina invoegen voor elke set van twee kopieën

Een scheidingspagina invoegen na elke set van twee kopieën
Scheidingspagina ingevoegd voor en na een taak
  • Als deze functie wordt gecombineerd met sorteren/groepen en nieten/perforeren, worden sorteren/groepen en nieten/perforeren niet toegepast op de scheidingspagina's.
  • Deze functie kan niet worden gebruikt met de functie zadelnieten of vouwen.
  • Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met nieten/perforeren en tussenschot voor elke opdracht.
  • Als deze functie wordt gebruikt in combinatie met de functie offset, wordt een scheidingspagina nooit alleen gestaffeld. De scheidingspagina wordt altijd gestaffeld samen met de uitvoerset.

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Overige] en op de toets [Scheidingspagina].

Geef de invoegmodus voor de scheidingspagina op.

  • Stel om scheidingspagina's in te voegen tussen sets van kopieën, het selectievakje [Bovenk sets insteken] of [Einde sets insteken] in op . Tik vervolgens op om het aantal exemplaren in elke set op te geven.
  • Stel om scheidingspagina's in te voegen tussen taken, het selectievakje [Insteken voor taak] of [Insteken na taak] in op .
  • Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
De lade met scheidingspagina's wijzigen:
Tik op de toets [Papierlade] om het ladeselectiescherm te tonen. Tik op de lade voor scheidingsinvoerpagina's op het ladeselectiescherm. Raadpleeg "DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN" en "HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN" voor meer informatie.
De instelling voor invoegen van scheidingspagina's annuleren:
Wis het selectievakje voor de invoegmodus voor de scheidingspagina.

Taal

Version 02a / bp70m65_usr_02a_nl

↑Eerste pagina