FAXBERICHT ONTVANGEN
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm
van de Eenvoudige modus een bestemming invoert.
EENVOUDIGE MODUS
EEN FAX AUTOMATISCH ONTVANGEN
Als de ontvangstfunctie is ingesteld op 'Automatische Ontvangst', zal het apparaat
automatisch faxen ontvangen en afdrukken.
- Wanneer de faxontvangst actief is,
is het mogelijk om een verzending te reserveren met de functie Geheugenverzending.
MANIEREN OM EEN FAX TE VERZENDEN
- De informatie-indicator knippert in wit
vanaf het moment dat de fax wordt ontvangen tot het afdrukken is
voltooid. Als de taakscheider (bovenste lade) wordt gebruikt voor
de uitvoer, knippert de indicator tot het afdrukken is voltooid
en de uitvoer uit de lade is verwijderd.
- Als u ontvangen faxen wilt afdrukken, moet
u ervoor zorgen dat het benodigde papier in de papierladen van het
apparaat is geplaatst. Het is niet nodig om papier van A4-formaat
(8-1/2" x 11") en B5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") in zowel de verticale (
) als de horizontale (
) stand te plaatsen. Verschillen in beeldstand
worden automatisch gecorrigeerd wanneer faxen worden ontvangen.
Wanneer
u een fax ontvangt die kleiner is dan A4-formaat (8-1/2" x 11"),
zal het papierformaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken afhangen
van de richting waarin de afzender het origineel heeft geplaatst
(verticaal of horizontaal).
- Als een afdrukopdracht met bijvoorbeeld
de kopieer- of printerfunctie al is uitgevoerd bij het afdrukken
van de ontvangen gegevens, wordt de eerste gereserveerde opdracht
vóór de ontvangen gegevens afgedrukt.
- Ontvangen faxen zullen niet worden afgedrukt
wanneer het apparaat deze niet kan afdrukken als gevolg van een papiertekort,
tonertekort of papierstoring. De faxen worden automatisch afgedrukt
als de fout is verholpen. (Als het papier op is, voegt u papier
toe en tikt u op
op het aanraakscherm.)
- U kunt de huidige faxontvangstfunctie controleren
in het systeemvak boven aan het scherm.
- Schakelen
tussen de functies Automatische Ontvangst en Handmatig Ontvangst:
Selecteer
[Systeeminstellingen] in "Instellingen (beheerder)" → [Instellingen Beeld Verzenden]
→ [Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel)]
→ [Faxinstellingen] → [Ontvangstinstellingen].
- DRD (Distinctive
Ring Detection)
Als er
meerdere telefoonnummers zijn toegewezen op uw telefoonlijn, kan
het nummer dat wordt gebeld worden geïdentificeerd door de ringtoon.
Door gebruik te maken van één nummer voor telefoongesprekken en
een ander nummer voor faxen, hoort u welk type oproept u ontvangt.
U kunt uw machine instellen op het automatisch ontvangen van faxen
wanneer uw faxnummer wordt gebeld door een ringtoon te kiezen die
hoort bij uw faxnummer.
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld
Verzenden]
→ [Faxinstellingen] → [Standaard Instellingen] → [Detectie Onderscheidend Belsignaal].
Het apparaat gaat over en het ontvangen van de fax begint automatisch.
Zodra er gegevens worden ontvangen, gaat de informatie-indicator
in wit knipperen.
Er klinkt een pieptoon wanneer de ontvangst wordt beëindigd.
De faxen worden automatisch afgedrukt.
Als het afdrukken is voltooid, stopt de informatie-indicator met
knipperen.
Wanneer de taakscheider (bovenste lade) wordt gebruikt voor
de uitvoer, knippert deze indicator tot de uitvoer is verwijderd.
De faxontvangstfunctie controleren
U kunt de huidige faxontvangstfunctie controleren in
het systeemvak boven aan het scherm.
EEN FAX HANDMATIG ONTVANGEN
U kunt een fax handmatig ontvangen via het aanraakscherm.
Schakelen
tussen de functies Automatische Ontvangst en Handmatig Ontvangst:
Selecteer [Systeeminstellingen] in "Instellingen (beheerder)"
→ [Instellingen Beeld Verzenden] → [Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel)] → [Faxinstellingen]
→ [Ontvangstinstellingen].
Als het apparaat over gaat, tikt u op de toets [Details]
om naar de normale modus te gaan en tikt u vervolgens op de toets
[Luidspreker].
Wanneer op de toets [Luidspreker] wordt getikt, worden
[Ontvangen] en
weergegeven.
EENVOUDIGE MODUS
- Als u het volume van de luidspreker
wilt aanpassen, tikt u op de toets
en gebruikt u de schuifregelaar of de toetsen
.
- Als de ontvangen faxgegevens niet worden
afgedrukt, zal het faxgeheugen vol raken, waardoor nieuwe faxen mogelijk
niet kunnen worden ontvangen. Bij het gebruik van deze functie moet
u de ontvangen gegevens zo snel mogelijk afdrukken en deze niet
in het faxgeheugen te laten staan.
U kunt
de resterende faxgeheugencapaciteit bekijken in het basisscherm
van de faxmodus.
Tik op de toets [Ontvangen] om een fax te ontvangen.
Als het afdrukken is voltooid, stopt de informatie-indicator met
knipperen.
Wanneer de taakscheider (bovenste lade) wordt gebruikt voor
de uitvoer, knippert deze indicator tot de uitvoer is verwijderd.