PAPIER PLAATSEN IN LADE 1/2
In lade 2 kan maximaal 1250 vel A4-papier (8-1/1 × 11")
worden geladen.
In lade 2 kan maximaal 850 vel A4-papier (8-1/2 × 11") worden
geladen.
Als u een ander type of formaat papier hebt geplaatst
dan de keer ervoor, moet u de instellingen controleren bij "Instellingen (beheerder)".
Een onjuiste instelling kan een afdrukstoring, afdrukken op papier
van onjuist formaat of type of vastgelopen papier veroorzaken.
Lep op
Plaats geen zware voorwerpen op de lade en voer
er geen neerwaartse druk op uit.
- Het
type en formaat van het papier controleren:
[Lade-Instellingen]
in het beginscherm, of in "Instellingen" selecteer [Status] →
[Machine-identificatie] → [Status papierinvoercassette].
- Het type
en formaat van het papier instellen:
Maak deze
instelling in [Lade-Instel.] in het beginscherm, of in "Instellingen"
selecteer [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] →
[Papierlade instellingen].
Trek de papierlade naar buiten.
Trek rustig aan de lade totdat deze niet meer verder
gaat.
Blijf de hendel vasthouden totdat de lade is ontgrendeld.
Waaier het papier uit.
Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. Als u
het papier niet uitwaaiert, kunnen meerdere vellen tegelijk worden
ingevoerd, waardoor het apparaat vastloopt.
Doe de aanvoerrol omhoog en plaats papier in de lade.
Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. De stapel
mag niet boven de indicatorlijn uit komen (maximaal 1250 vel voor
lade 1 en maximaal 850 vel voor lade 2).
Laad het papier niet zoals hieronder is
getoond.
Doe de aanvoerrol omlaag en duw de papierlade rustig
terug in het apparaat.
Druk de lade langzaam volledig in het apparaat.
Als het papier met kracht erin gestoken wordt, kan het scheef komen
te zitten of vastlopen.
Het papierformaat wijzigen
Verwijder de geleider voor het papierformaat.
Houd de bodem van de lade volledig naar beneden gedrukt, houd
de haak aan de onderkant van de papierformaatgeleider naar beneden
en trek de geleider nu iets omhoog.
Breng de papiergeleider omhoog voordat u het papierformaat
van lade 2 wijzigt.
Zet de papierformaatgeleider en de transparant ongeveer
goed voor het papierformaat dat u wilt gebruiken.
- Breng de onderkant van de papierformaatgeleider
op gelijke hoogte met de desbetreffende sleuf onder in de lade.
Breng de papierformaatgeleider op een lijn met de sleuf
voor het papierformaat dat u wilt gebruiken (aangegeven met een
teken).
- Breng de uitsparingen boven in de papierformaatgeleider
op een lijn met de uitsteeksels die de papierformaatgeleider vasthouden.
Op een lijn brengen met de uitsparingen voor het papierformaat
dat u wilt gebruiken (aangegeven met een teken).
- Duw de papiergeleider naar binnen totdat hij vastklikt.
Duw de papierformaatgeleider naar binnen totdat de haak
onderaan vastklikt. (U hoort een klik op het moment dat dit gebeurt.)
Probeer de papierformaatgeleider een beetje heen en weer te bewegen
om te controleren of hij goed vastzit.
Bij het aanbrengen van de papierformaatgeleider
zorgt u ervoor dat de transparant in direct contact komt met de onderkant
van de lade. De richting moet correct zijn, zoals hier wordt getoond.
De opening of uitsparing met het teken 'LT' is voor het
formaat 8-1/2" x 11".
Lep op
Let er bij het aanbrengen van de papierformaatgeleider
op dat de geleider boven- en onderaan op hetzelfde formaat staat.
Als de geleider boven- en onderaan niet op hetzelfde formaat staat,
kan het papier scheeftrekken of vastlopen.
Herhaal stap 1 en 2 om de verste papiergeleider goed
te zetten voor het gebruikte papier.
Zet de verste papiergeleider in dezelfde stand als de papiergeleider
dichtbij.
Let er bij het verwijderen en aanbrengen van de verste papierformaatgeleider
op dat u niet tegen de voorklep van het apparaat slaat.
Wanneer u maar een papiergeleider verzet, kan het
papier scheeftrekken of vastlopen.
Selecteer het papierformaat en -type.
Stel het papierformaat en het papiertype in door [Lade-Instel.]
te selecteren in het beginscherm, of in "Instellingen" selecteer [Systeeminstellingen]
→ [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen].
Als het papierformaat niet goed is ingesteld, werkt de
automatische papierselectie niet goed en kan er op een verkeerd papierformaat
of verkeerd papiertype worden afgedrukt of kan er een papierstoring
optreden.