AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische documentinvoereenheid plaatst.

Plaats originelen van verschillend formaat zo nodig tezamen in de automatische documentinvoereenheid. Gebruik in dat geval de functie "Overige" in elke modus om [Origineel gem. form.] in te stellen.
Zie de volgende pagina’s voor de combinaties van documentformaten die kunnen worden geladen.

ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (ORIGINEEL MET GEMENGDE FORMATEN)

Verwijder alle aanwezige nietjes of paperclips voordat u originelen in de documentinvoerlade plaatst.
Als de originelen vochtige plekken vertonen door toepassing van correctievloeistof, inkt of lijm moet u wachten totdat de originelen zijn gedroogd voordat u kopieën maakt. Als u dit niet doet, kan de binnenkant van het apparaat of de glasplaat bevuild raken.
Gebruik de volgende originelen niet. Dit zou kunnen leiden tot onjuiste detectie van het formaat van het origineel, het vastlopen van originelen en vlekken. Transparanten of ander transparant materiaal voor extra kopieën, overtrekpapier, carbonpapier, thermisch papier of originelen die zijn afgedrukt met een thermische printer mogen niet via de documentinvoereenheid worden geladen. Originelen die in de invoereenheid worden geplaatst, mogen niet beschadigd, gekreukt, gevouwen of losjes aan elkaar geplakt zijn en mogen geen uitgeknipte gaten bevatten. Originelen met meer dan de gebruikelijke twee of drie perforatiegaten worden mogelijk niet goed ingevoerd.
Visitekaartjes worden mogelijk niet op de juiste wijze gescand afhankelijk van de staat, het materiaal, de vorm en de gebruikte verwerkingsmethode. (Visitekaartjes kunnen in de automatische documentinvoer worden geplaatst.
Plaats originelen met twee of drie perforaties zo dat de geperforeerde zijde zich niet aan de kant van de invoeropening van de documentinvoerlade bevindt. Geef bij [Origineel] de stand van het geplaatste origineel op.

Afhankelijk van de staat van het origineel, het type papier, en de temperatuur en vochtigheid van de omgeving waarin het apparaat wordt gebruikt, kunnen meerdere vellen papier tegelijk worden geladen en kunnen ze mogelijk niet op de juiste wijze worden gescand, of kunnen de uitgeworpen originelen mogelijk niet netjes uitgelijnd zijn.

Voor kopiëren: Stel de resolutie in op 600x600dpi
Voor verzending van scans: gebruik “Voorbeeld”

Wanneer het document in de origineeluitvoerlade op de automatische documentinvoereenheid rolt, maak de papierbevestigingsarm dan in het midden vast aan de bovenkant.

Toegestane formaten voor originelen

Minimaal formaat van origineel	Maximaal formaat van origineel
Standaardformaat (Minimum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) A6R: 105 mm (lengterichting) × 148 mm (dwarsrichting) 5- 1/2" (lengterichting) × 8- 1/2" (dwarsrichting) Niet-standaard formaat (Minimum formaat dat handmatig kan worden opgegeven) 51 mm (lengterichting) × 128 mm (dwarsrichting) 2-1/64" (lengterichting) x 5-3/64" (dwarsrichting) Visitekaartje: 51 mm (lengterichting) × 89 mm (dwarsrichting)	Standaardformaat (Maximum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd) A3: 297 mm (lengterichting) × 420 mm (dwarsrichting) 11" (lengterichting) × 17" (dwarsrichting) A3W (12" × 18") kan niet worden gebruikt. Niet-standaard formaat (Maximum formaat dat handmatig kan worden opgegeven) Kopieermodus: 297 mm (lengterichting) × 432 mm (dwarsrichting) 11- 5/8" (lengterichting) × 17" (dwarsrichting) Modus fax/afbeelding verzenden: 297 mm (lengterichting) × 1000 mm (dwarsrichting) 11" (lengterichting) × 39- 3/8" (dwarsrichting)

Minimaal formaat van origineel

Maximaal formaat van origineel

Standaardformaat

(Minimum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd)

A6R: 105 mm (lengterichting) × 148 mm (dwarsrichting)

5- 1/2" (lengterichting) × 8- 1/2" (dwarsrichting)

Niet-standaard formaat

(Minimum formaat dat handmatig kan worden opgegeven)

51 mm (lengterichting) × 128 mm (dwarsrichting)

2-1/64" (lengterichting) x 5-3/64" (dwarsrichting)

Visitekaartje: 51 mm (lengterichting) × 89 mm (dwarsrichting)

Standaardformaat

(Maximum formaat dat automatisch kan worden gedetecteerd)

A3: 297 mm (lengterichting) × 420 mm (dwarsrichting)

11" (lengterichting) × 17" (dwarsrichting)

A3W (12" × 18") kan niet worden gebruikt.

Niet-standaard formaat

(Maximum formaat dat handmatig kan worden opgegeven)

Kopieermodus:

297 mm (lengterichting) × 432 mm (dwarsrichting)

11- 5/8" (lengterichting) × 17" (dwarsrichting)

Modus fax/afbeelding verzenden:

297 mm (lengterichting) × 1000 mm (dwarsrichting)

11" (lengterichting) × 39- 3/8" (dwarsrichting)

Als het origineel van niet-standaardformaat is, raadpleegt u de betreffende onderstaande uitleg voor de door u gebruikte modus.

KOPIEERAPPARAAT: 'VAAK GEBRUIKTE ORIGINEELFORMATEN OPSLAAN'
FAX: ' HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN'
BEELD VERZENDEN: 'HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN'

Voor de modus fax of afbeelding verzenden, moet u , om een origineel te plaatsen dat 1000 mm (39-3/8") lang is, het scanformaat instellen op [Lang Formaat]. In de faxmodus, zie “ HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN” en “ HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN”, en in de modus afbeelding verzenden, zie “ HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN” en “ HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL MET GETALSWAARDEN OPGEVEN”.

Toegestane gewichten voor originelen

BP-70M75/BP-70M90	1-zijdig scannen: 35 tot 220 g/m² (9 tot 80 lbs Cover) 2-zijdig scannen: 50 tot 220 g/m² (13 tot 80 lbs Cover) Visitekaartje: Dikte, 0,1 mm tot 0,2 mm

BP-70M75/BP-70M90

1-zijdig scannen: 35 tot 220 g/m² (9 tot 80 lbs Cover)

2-zijdig scannen: 50 tot 220 g/m² (13 tot 80 lbs Cover)

Visitekaartje: Dikte, 0,1 mm tot 0,2 mm

Voor het scannen van originelen van 35 tot 49 g/m ² (9 to 13- lbs Bond), gebruikt u “Langz. scanm.” in de functie “Overige”. Bij scannen zonder gebruik van "Langz. scanm." kunnen de originelen vastlopen.
Om originelen van 158 tot 220 g/m² (32 lbs Bond tot 80 lbs Cover) te scannen, gebruikt u "Zwaar papier scannen" in de functie "Overige".
Bij scannen zonder gebruik van „Scan zwaar papier” kunnen de originelen vastlopen.

Controleer of er geen originelen op de glasplaat aanwezig zijn.

Plaats het origineel.

u kunt maximaal 300 vel plaatsen.
Nadat het scannen op de automatische documentinvoereenheid is voltooid, moet u de originelen uit de origineeluitvoerlade verwijderen.

PREVENTIEF LAMPJE OM AAN TE GEVEN DAT ORIGINEEL IS BLIJVEN LIGGEN

Om te voorkomen dat originelen blijven liggen, heeft de automatische documentinvoereenheid een lamp bovenop de origineeluitvoerlade.
Deze lamp detecteert een document op de automatische documentinvoereenheid, en begint te knipperen nadat het laatste origineel uit de origineeluitvoerlade is gekomen.

Lampje uitschakelen

Het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen, wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld.

Wanneer het gescande origineel verwijderd wordt
Nadat het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen drie keer knippert, driemaal herhaald
Wanneer een nieuw origineel in de automatische documentinvoereenheid wordt geplaatst, en een taak wordt gestsart
Wanneer het apparaat in de slaapmodus gaat
Wanneer het gebruik van de automatische documentinvoereenheid geblokkeerd wordt

Wanneer het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen, knippert, zal het plaatsen van het origineel op de glasplaat het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen, niet worden uitgeschakeld.
Het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen, zal niet worden uitgeschakeld door enkel een origineel op de automatische documentinvoereenheid te plaatsen.
Het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen, zal niet worden uitgeschakeld zelfs als het bedieningspaneel uitgeschakeld is.
Als het preventieve lampje om aan te geven dat een origineel is blijven liggen, wordt uitgeschakeld, zal dit niet knipperen zelfs als er een origineel is blijven liggen op de automatische documentinvoereenheid.

INDICATOR ORIGINEELINST

Het indicatielampje van de origineelinstelling gaat branden wanneer het document op juiste wijze op de origineelinvoerlade is geplaatst.
Als de indicator voor de origineelinst. brandt, kan een gebruiker die moeite heeft te bevestiging dat een document op de origineelinvoerlade is geplaatst bevestigen dat het document is geladen.

SCHEVE INVOER VOORKOMEN

De automatische documentinvoereenheid is uitgerust met preventiefunctie voor scheve invoer. Wanneer een document wordt gescand onder een hoek, stopt de functie het laden van het document als een vastgelopen document.

DETECTIE VAN DUBBELE INVOER

Wanneer u de detectiekit van dubbele invoer van het randapparaat bevestigt aan de automatische documentinvoereenheid, kunt u de detectiefunctie van dubbele invoer gebruiken.
Deze automatische documentinvoereenheid is uitgerust met detectiefunctie voor dubbele invoer.
Als u gelijktijdig probeert meerdere originelen te scannen, stopt het scannen als een vastgelopen document.