SHARP

Taal

VOORDAT U HET APPARAAT ALS NETWERKSCANNER GAAT GEBRUIKEN

TOEPASSINGEN VAN DE NETWERKSCANNER

Met de netwerkscanner kunt u een afbeeldingsbestand maken op basis van de gegevens van het origineel dat is gescand door het apparaat en het bestand via een netwerk naar een pc, FTP-server of andere bestemming te verzenden. Het origineel wordt zo nodig gescand met een TWAIN-compatibele toepassing op uw pc.
De netwerkscannerfunctie biedt de volgende scanmodi.

Scannermodus

De scannerfunctie van het apparaat verzendt op de onderstaande wijze een gescand origineel naar de opgegeven bestemming.

  • Scannen naar e-mail
  • U kunt een gescand bestand als een e-mailbijlage verzenden. U kunt het bestand ook opslaan op de lokale schijf van het apparaat en enkel een URL-ink verzenden (zonder het bestand bij te voegen) waar de ontvanger het bestand kan downloaden.
  • Scannen naar FTP
  • Het gescande bestand wordt naar een opgegeven map van een FTP-server verzonden. Nadat het bestand is verzonden, is het ook mogelijk om een e-mailbericht naar een eerder opgeslagen e-mailadres te verzenden om de ontvanger op de hoogte te brengen van de locatie van het bestand.
  • Scannen naar bureaublad
  • Het gescande bestand wordt naar een opgegeven map op uw computer gezonden. Neem contact op met uw leverancier voor informatie over Scannen naar desktop.
  • Scannen naar netwerkmap
  • Het gescande bestand wordt naar een netwerkmap op een Windows-pc op hetzelfde netwerk als het apparaat verzonden. Nadat het bestand is verzonden, is het ook mogelijk om een e-mailbericht naar een eerder opgeslagen e-mailadres te verzenden om de ontvanger op de hoogte te brengen van de locatie van het bestand.

Zie ' EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN' voor de bedieningsprocedure.

Internetfaxmodus

Het gescande bestand wordt als internetfax verzonden. Internetfaxen worden zo nodig ontvangen.
Het apparaat ondersteunt Direct SMTP, waarmee u rechtstreeks Internetfaxen binnen uw bedrijf kunt versturen zonder een mailserver te gebruiken.

U kunt de functie Internetfax alleen gebruiken als de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
Zie ' EEN FAX VERZENDEN IN DE INTERNETFAXMODUS' voor de bedieningsprocedure.

Gegevensinvoermodus

Gegevens die in de modus Gegevensinvoer worden ingevoerd via het aanraakscherm of automatisch worden gegenereerd door het apparaat, kunnen als een metagegevensbestand in XML-indeling worden verzonden naar een directory op een FTP-server of een toepassing op een pc.

De applicatie-integratiemodule moet worden geïnstalleerd om de functie voor verzending van metadata te gebruiken.
De applicatie-integratiemodule kan worden gecombineerd met de netwerkscanner om een metadatabestand aan een gescand afbeeldingsbestand toe te voegen.
Metadata bieden informatie over een bestand, hoe het verwerkt moet worden en wat de relatie met andere objecten is.
Zie ' METADATA VERZENDEN' voor de bedieningsprocedure.

VOORDAT U DE NETWERKSCANNER GEBRUIKT

Als u het apparaat wilt gebruiken als een netwerkscanner, moet u afzendergegevens opslaan, serverinstellingen configureren, bestemmingen in het adresboek opslaan en de overige vereiste handelingen uitvoeren.

Zorg dat de hoofdschakelaar op ' ' staat.

Als de Aan-indicator brandt, staat de hoofdschakelaar op ''. Als de Aan-indicator niet brandt, zet u de hoofdschakelaar in de stand " " en drukt u op de toets [Aan] op het bedieningspaneel.
DE VOEDING INSCHAKELEN

Controleer de datum en de tijd.

Controleer of de correcte datum en tijd op het apparaat zijn ingesteld.
De datum en tijd van het apparaat instellen:
Selecteer in "Instellingen" [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Klok aanpassen].

Sla de gegevens van de afzender op.

Voordat u Scannen naar E-mail gaat gebruiken:
Sla de standaardnaam van de afzender op bij 'Sender Name' en het e-mailantwoordadres bij 'E-mailantwoordadres'.
  • De naam en het e-mailadres van de afzender opslaan die moeten worden gebruikt als geen afzender wordt geselecteerd:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen]→ [Voorwaarde Instellingen] → [Standaard Antwoordadresset].
  • Voordat u Internetfax gaat gebruiken:
  • Sla de naam van de afzender op bij 'Sender Name' en sla het internetfaxadres op bij 'Eigen Adres'.
  • De naam en het adres van de afzender opslaan:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen]→ [Own Number and Name Set] → [Registratie zendergegevens].
Normaal gesproken worden de afzendernaam en het afzenderadres ingevoerd met de instellingen die zijn gemaakt in "Instellingen (Beheerder)", [Systeem- instellingen] → [Netwerkinstellingen] → [Services instellingen] → [SMTP] (tabblad) → [Naam Afzender, Verzendadres]. Wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld en "Instellingen (Beheerder)", [Systeem- instellingen] → [Authenticatie-instellingen] → [Standaardinstellingen] → [Zorg dat het Van/Afzender-veld in de e-mail het adres van de ingelogde gebruiker is.] is ingeschakeld, worden de gebruikersnaam en het e-mailadres van de ingelogde gebruiker ingesteld als het Van/Afzender-veld van e-mail.

Configureer de vereiste instellingen in de Instellingsmodus.

Configureer serverinstellingen, standaardinstellingen voor de netwerkscanner en instellingen voor internetfaxen.
  • Serverinstellingen configureren:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Netwerk instellingen] → [Services instellingen]. (Beheerdersrechten zijn vereist.)
  • Algemene instellingen voor de netwerkscanner configureren:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen]. (Beheerdersrechten zijn vereist.)
  • Instellingen voor internetfax configureren:
  • Selecteer bij “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] en configureer de opties bij [Internet Fax-instellingen]. (Beheerdersrechten zijn vereist.)

Sla de bestemmingsadressen voor elke scanmodus in het adresboek op

U kunt een afbeelding verzenden door een adres in te voeren wanneer u Scannen naar afbeelding gebruikt. U kunt eerder gebruikte adressen opslaan in het adresboek.
U kunt maximaal 6000 adressen opslaan in het adresboek. Zie 'ADRESBOEK' voor informatie over het adresboek.
Zie het volgende item voor meer informatie over het gebruik van de adresboeken en over het opslaan van adressen.
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK
EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER
EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN
EEN NETWERKMAP OPGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN MOBIEL ADRESBOEK
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN

BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP

Als u uw computer als scanbestemming voor Scannen naar desktop in het apparaat wilt opslaan, moet de Network Scanner Tool Lite worden geïnstalleerd.
Als u een afbeelding naar uw computer wilt scannen, moet Network Scanner Tool Lite op uw computer worden uitgevoerd.

Voor meer informatie over hoe u Network Scanner Tool Lite kunt verkrijgen en installeren raadpleegt u de volgende URL.
https://global.sharp/products/copier/products/nst_lite/tips/index.html

VOORDAT U NAAR EEN DIRECT SMTP-ADRES VERZENDT

Het apparaat ondersteunt Direct SMTP, waarmee u rechtstreeks Internetfaxen binnen uw bedrijf kunt versturen zonder een mailserver te gebruiken.
Zie 'ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER', 'ADRESSEN OPSLAAN VIA GLOBAAL ADRES ZOEKEN' of ' GROEPEN OPSLAAN' voor de procedure voor het opslaan van een Adres van directe SMTP in het adresboek. Opgeslagen directe SMTP-adressen worden opgenomen in het adresboek voor de modus Internetfax.

Als een bestemming bezet is:

Als de bestemming bezet is, wacht het apparaat even voordat automatisch nog een keer wordt verzonden.

Verzending annuleren:
Ga daarvoor naar het taakstatusscherm.
OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN
Het aantal oproeppogingen en het interval tussen pogingen instellen:
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Internet Fax-instellingen]→ [Instellingen verzenden] → [Opnieuw oproepen indien bezet].

Als er een communicatiefout optreedt:

Als zich een communicatiefout voordoet of het andere faxapparaat de oproep niet binnen een vooraf ingestelde tijd beantwoordt, zal er na een vooraf ingestelde tijdsinterval automatisch opnieuw een verbindingspoging worden gedaan.

Verzending annuleren:
Ga daarvoor naar het taakstatusscherm.
OPDRACHTEN STOPPEN/VERWIJDEREN, MET PRIORITEIT VERWERKEN EN DE STATUS CONTROLEREN
Het aantal pogingen om opnieuw een oproep te plaatsen instellen, evenals de tijd tussen de pogingen, als een verbinding mislukt door een fout:
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Internet Fax-instellingen]→ [Instellingen verzenden] → [Opnieuw bellen indien communicatiefout].
Taal

Version 03a / bp70m90_usr_03a_nl

↑Eerste pagina