SHARP

Taal

AFBEELDINGEN VERZENDEN

EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN

U kunt een afbeelding verzenden in de scanmodus (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad en Scannen naar netwerkmap).

  • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen.
  • Pas op dat u bij scannen naar e-mail niet te grote bestanden verstuurd. Vooral bestanden met meerdere pagina's zijn vaak groot. Bij het versturen van een bestand met meerdere pagina's of andere grote bestanden is het soms nodig om het aantal gescande pagina's te verminderen of het verzendformaat te verkleinen.

Lep op

Plaats geen voorwerpen onder de formaatdetector. Het sluiten van de automatische documentinvoereenheid terwijl er een voorwerp onder ligt, kan leiden tot beschadiging van de plaat van de formaatdetector en tot een onjuiste vaststelling van het documentformaat.

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT
  • Plaats de originelen in de richting zoals hieronder wordt afgebeeld.
  • * Als u een groot staand origineel wilt plaatsen, volgt u de aanwijzingen in de afbeelding 'Afdrukstand liggend' en geeft u bij stap 4 de gewenste afdrukstand op.
  • Plaats originelen met een formaat van A5 (5-1/2" x 8-1/2") in de staande (verticale) afdrukstand ( ). Als u deze liggend (horizontaal) plaatst (), wordt een onjuist formaat gedetecteerd. Voor een origineel met een formaat van A5R (5-1/2" x 8-1/2"R) voert u het formaat handmatig in.

Geef de bestemming op.

EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK
EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER
EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN
EEN NETWERKMAP OPGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN MOBIEL ADRESBOEK
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN
Het pictogram op de toets geeft aan welk type bestemming onder de toets is opgeslagen.
Scannen naar e-mail
Scannen naar FTP
Scannen naar netwerkmap
Scannen naar bureaublad

Tik op de toets [Origineel].

Tik op de toets voor de gewenste afdrukstand.

Geef de afdrukstand op van het origineel dat u in stap 1 hebt geplaatst.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .

Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] om het scannen van het origineel te starten.

  • Als het origineel in de documentinvoerlade is geplaatst, klinkt er een pieptoon wanneer het scannen is voltooid en wordt het document verzonden.
  • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, wordt de toets [Lezen Klaar] in het aanraakscherm getoond. Als het origineel uit slechts één pagina bestaat, gaat u verder met stap 7. Ga verder met stap 6 als u meer pagina's wilt scannen.
  • U kunt op de toets [Voorbeeld weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een afbeelding verstuurt. Zie ' HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN' voor meer informatie.
  • Als de bestandsindeling is ingesteld op [PDF/Encry.], [PDF/Versl./Kleur verminderen], [PDF/Versl./Compact] of [PDF/Versl./Compact/U-Fijn],wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren wanneer u op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] tikt.
  • Tik op het invoervak voor het wachtwoord om het toetsenbordscherm te openen, voer een wachtwoord in (maximaal 32 tekens) in en tik achtereenvolgens op de toetsen [OK] en [Zenden]. De ontvanger moet het hier ingevoerde wachtwoord gebruiken om het versleutelde PDF-bestand te openen.
  • Annuleer het openen van het versleutelde PDF-bestand door op de toets [Annuleren] te tikken. Het scherm voor de indelingsinstellingen wordt getoond, waarin u het bestandstype kunt wijzigen.
  • Selecteer een nieuw bestandstype en tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] om te het verzenden te starten.

Als het origineel op de glasplaat is geplaatst, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start].

Herhaal dit tot alle originelen zijn gescand.

Tik op de toets [Lezen Klaar].

Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid.
  • Als er gedurende één minuut geen actie wordt ondernomen nadat het bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de verzending gereserveerd.
  • Tik op de toets [Wijzig instel.] om de belichting, de resolutie, het scanformaat en het verzendformaat voor elke gescande origineelpagina te wijzigen. Als u 'Card shot' selecteert bij Overige, kunt u de belichting alleen wijzigen als u een even origineelpagina scant.
  • Als scan naar bestemmingen voor e-mail- en internetfax zijn opgenomen, zal de verzendbreedte voor scan naar e-mail en internetfax hetzelfde zijn als de verzendbreedte voor fax.
  • Als u de tijd wilt wijzigen voordat het automatisch verzenden plaatsvindt:
  • Selecteer “Instellingen (beheerder)” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Automatische Starttijd voor Taak Tijdens Scannen].
  • Het geluid bij voltooide scan instellen:
  • Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Geluidsinstellingen] → [Instellingen pieptoon (algemeen)] → [Geluid scan voltooid (afbeelding verzenden)].

ONDERWERP, BESTANDSNAAM, ANTWOORD NAAR EN PLATTE TEKST OP HET MOMENT VAN SCANVERZENDING WIJZIGEN

Wijzig onderwerp, bestandsnaam, antwoord naar en inhoud tijdens het verzenden van een scan. U kunt de tekst direct invoeren.

  • Bij Scannen naar FTP, Scannen naar bureaublad of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt.
  • Als het onderwerp of de bestandsnaam niet wordt gewijzigd, worden de instellingen bij [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Onderwerpnaaminstellingen], [Bestandsnaaminstellingen], en [Berichtinhoudinstellingen] van "Instellingen (beheerder)" gebruikt.
  • Als het antwoordadres niet wordt gewijzigd, worden de instellingen bij [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Standaard Antwoordadresset] van “Instellingen (beheerder)” gebruikt. Als dit niet is geconfigureerd, wordt het antwoordadres dat is geconfigureerd in [Netwerk instellingen] → [Services instellingen] → [SMTP] → [Afzenderadres] in de “Instellingen” gebruikt. (Beheerdersrechten zijn vereist.)
  • Als u de kandidaten voor het onderwerp, de bestandsnaam en de inhoud wilt configureren, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] bij “Instellingen (beheerder)”.
  • Voor informatie over hoe u tekens moet invoeren, raadpleegt u “ TEKENINVOER” in “Dit apparaat bedienen”.

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS

Als u het onderwerp wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Onderwerp].

Tik op een voorkeurtekst-toets.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
De selectie van het onderwerp annuleren:
Tik op de toets [Wissen].
Als u de tekst rechtstreeks wilt invoeren, tikt u op de toets [Directe Invoer] om het aanraaktoetsenbord te openen.
Voer de tekst in en tik op de toets [OK].

Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Bestandsnaam].

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
  • Tik op de toets van de bestandsnaam in de lijst.
  • Tik op de toets [Directe Invoer] om de bestandsnaam rechtstreeks in te voeren.
  • Er wordt een bevestigingsvraag weergegeven in de bestandsnaam. De bevestigingsvraag wijzigt afhankelijk van de instellingen. Als de instellingen niet zijn gewijzigd, wordt "Volgens de systeeminstellingen" weergegeven.
  • Als, in [OCR Instelling], [Auto-extract Dossiernaam] ingeschakeld is, zal "Auto-extract Dossiernaam" worden getoond.
Als u naar een gedeelde map scant en de bestandsnaam die u opgeeft identiek is aan de naam van een bestand dat al in de map staat, wordt de bestandsnaam gewijzigd om te voorkomen dat het bestaande bestand wordt overschreven.

Tik op [Opties].

Als u het antwoordadres wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Antwoord naar].

Als u gebruikersauthenticatie gebruikt, worden de gegevens van de aangemelde gebruiker toegepast en kan het antwoordadres niet worden gewijzigd.

Tik op de toets die u wilt gebruiken voor het antwoordadres.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
  • U kunt adressen selecteren uit de gebruikerslijst op dezelfde manier als waarop u het antwoordadres zou selecteren. U kunt ook tikken op [Zoeken in alg. adressen] in het actiepaneel om een gebruiker op te geven die is opgeslagen in het globaal adresboek als antwoordadres.
  • Tik op de toets [Directe Invoer] in het actiepaneel om het e-mailadres rechtstreeks in te voeren.
  • Wanneer u het selectievakje [Beantwoorden' toevoegen aan Cc] op zet, wordt een antwoordadres toegevoegd aan het Cc-adres.

Als u de inhoud wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Inhoud].

Typ de tekst.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
  • Als u vooraf opgestelde tekst wilt selecteren die is opgeslagen in de instellingsmodus (webversie), tikt u op de toets [Voorkeurselec.].
  • Voer de tekst direct in door op de toets [Bewerken] te tikken.
Alle ingevoerde tekst wissen:
Tik op de toets [Alles wissen]. Wanneer u op deze toets tikt, wordt de volledige inhoud van het bericht meteen gewist, niet alleen de geselecteerde regel.
  • Voer maximaal 1800 tekens in. (Een regeleinde geldt als één teken.)
  • Tik op de toets [Bewerken] om de geselecteerde regel te bewerken. Vervolgens wordt het aanraaktoetsenbord weergegeven waarin de geselecteerde tekst is ingevoerd.

EEN FAX VERZENDEN IN DE INTERNETFAXMODUS

Hiermee wordt een fax in de Internetfaxmodus verzonden. Deze procedure kan ook worden gebruikt voor directe verzending via Directe SMTP.

  • Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, wordt een bericht getoond en stopt het scannen.
  • Als alle originelen zijn gescand, wordt het bericht 'Taak opgeslagen.' weergegeven in combinatie met het opdrachtnummer. Met dit nummer kunt u de opdracht opzoeken in het transactierapport of in het rapport voor beeldverzendingsactiviteiten.
  • Als de opdracht een distributieverzending is, wordt het nummer ook op de opdrachttoets getoond in het scherm met de opdrachtstatus. Daarom is het handig om dit nummer te noteren zodat u het resultaat eenvoudig kunt controleren.
  • E-mailvoetnootregistratie: De opgegeven tekst wordt automatisch aan het einde van de inhoud van een e-mailbericht toegevoegd. Dit is handig wanneer u vooraf opgestelde tekst, zoals bedrijfsbeleid, wilt toevoegen. Voor het invoeren van de aanvullende tekst, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Berichtinhoudinstellingen] → [E-mailvoetnootregistratie] bij "Instellingen (beheerder)".
  • Voer maximaal 900 tekens in. (De toegevoegde tekst telt niet mee voor het maximum aantal tekens dat u kunt typen in het e-mailbericht.)
    Als u wilt opgeven of tekst moet worden toegevoegd, selecteert u [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Berichtinhoudinstellingen] → [Automatisch een voetnoot toevoegen aan de inhoud van het e-mailbericht] bij "Instellingen".
Als u via “Instellingen” [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Standaardadres] → [Instelling standaard adres] een standaardadres hebt geconfigureerd, kan de modus niet worden gewijzigd of kan de bestemming niet worden gewijzigd of toegevoegd.
Als u wilt overschakelen naar de modus Internetfax, tikt u op de toets [Annuleren] in het aanraakscherm en voert u de verzendprocedure uit.

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT

Waarschuwing

Plaats geen voorwerpen onder de formaatdetector. Het sluiten van de automatische documentinvoereenheid terwijl er een voorwerp onder ligt, kan leiden tot beschadiging van de plaat van de formaatdetector en tot een onjuiste vaststelling van het documentformaat.
  • Plaats het origineel met formaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") in staande afdrukstand (). Als u ze in de liggende afdrukstand plaatst ( ), wordt een onjuist formaat gedetecteerd. Voor een origineel met een formaat van A5R (5-1/2" x 8-1/2"R) voert u het formaat handmatig in.
  • HET SCANFORMAAT VAN HET ORIGINEEL IN PAPIERFORMAAT OPGEVEN
  • Gedraaid verzenden
  • Originelen met formaat A4, B5R en A5R (8-1/2" x 11" en 5-1/2" x 8-1/2R") worden 90 graden gedraaid en respectievelijk in de afdrukstand A4R, B5 en A5 (8-1/2" x 11"R en 5-1/2" x 8-1/2") verzonden. (Gedraaid verzenden is niet beschikbaar voor originelen met formaat A4R, B5 of A5 (8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2").) Voorbeeld: Bij het verzenden een origineel in A4-formaat (8-1/2" x 11")

Tik op de modusweergave om het beginscherm van de Internetfaxmodus te openen.

EEN NETWERKSCANNERMODUS SELECTEREN

Geef de bestemming op.

EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK
EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER
EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN
EEN NETWERKMAP OPGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN MOBIEL ADRESBOEK
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN
Het pictogram wordt weergegeven op de snelkeuzetoetsen waaronder internetfaxadressen zijn opgeslagen.
Als u [Onderwerp], [Bestandsnaam] of [Inhoud] wilt wijzigen, tikt u op de toets [Overige] en vervolgens op de toets [Verzendinst.].
ONDERWERP, BESTANDSNAAM EN INHOUD OP HET MOMENT VAN VERZENDING VAN EEN INTERNETFAX WIJZIGEN

Tik op de toets [Origineel].

  • Stel de dichtheid, resolutie, en het formaat in [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Internet Fax-instellingen] → [Serverinstellingen] → [Standaard Instellingen] in "Instellingen (beheerder)" in.
  • Door op de toets [Overige] te tikken, kunt u diverse functies configureren, bijvoorbeeld gezamenlijk twee origineelpagina's als één vel verzenden of origineelpagina's van verschillend formaat verzenden.

Tik op de toets voor de gewenste afdrukstand.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .

Tik op de toets [Start] om het scannen van het origineel te starten.

  • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, wordt de toets [Lezen Klaar] in het aanraakscherm getoond.
  • Als het origineel uit slechts één pagina bestaat, gaat u verder met stap 8. Ga naar de volgende stap als u meer pagina's wilt scannen.
  • Als het origineel in de documentinvoerlade is geplaatst, klinkt er een pieptoon wanneer het scannen is voltooid en wordt het document verzonden.
U kunt op de toets [Voorbeeld weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een afbeelding verstuurt. Zie 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN' voor meer informatie.

Als het origineel op de glasplaat is geplaatst, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Start].

Herhaal dit tot alle originelen zijn gescand.

Tik op de toets [Lezen Klaar].

Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid.
Open de automatische documentinvoereenheid en verwijder het origineel.
  • Als er gedurende één minuut geen actie wordt ondernomen nadat het bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de verzending gereserveerd.
  • Tik op de toets [Wijzig instel.] om de belichting, de resolutie, het scanformaat en het verzendformaat voor elke gescande origineelpagina te wijzigen. Als u echter 'N-Up' of 'Kaart Formaat' selecteert bij Overige, kunt u alleen de belichting wijzigen wanneer u een even origineelpagina scant.

ONDERWERP, BESTANDSNAAM EN INHOUD OP HET MOMENT VAN VERZENDING VAN EEN INTERNETFAX WIJZIGEN

Wijzig het onderwerp, de bestandsnaam en de inhoud bij het verzenden van een internetfax. U kunt de tekst direct invoeren. Configureer een bestandsnaam en overige instellingen voor een internetfax met de verzendinstellingen van de overige functies.

  • Als het onderwerp en de bestandsnaam niet worden gewijzigd, worden de instellingen in de instellingsmodus (webversie) gebruikt.
  • Als u de kandidaten voor het onderwerp, de bestandsnaam en de inhoud wilt configureren, klikt u op [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] bij “Instellingen (beheerder)”.
  • Voor informatie over hoe u tekens moet invoeren, raadpleegt u “ TEKENINVOER” in “Dit apparaat bedienen”.

Tik op de modusweergave om het beginscherm van de Internetfaxmodus te openen.

EEN NETWERKSCANNERMODUS SELECTEREN

Tik op de toets [Verzendinst.].

Als u het onderwerp wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Onderwerp].

Tik op een voorkeurtekst-toets.

De selectie van het onderwerp annuleren:
Tik op de toets [Wissen].
Als u de tekst rechtstreeks wilt invoeren, tikt u op de toets [Directe Invoer] om het aanraaktoetsenbord te openen. Voer het onderwerp in en tik op de toets [OK] .

Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Bestandsnaam].

Tik op een voorkeurtekst-toets.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
  • Als u de voorkeurtekst voor de bestandsnaam wilt opslaan, selecteert u [Systeeminstellingen] bij “Instellingen” → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Bestandsnaaminstellingen].
  • Als u de tekst rechtstreeks wilt invoeren, tikt u op de toets [Directe Invoer] om het aanraaktoetsenbord weer te geven. Voer de bestandsnaam in en tik op de toets [OK] .
De selectie van de bestandsnaam annuleren:
Tik op de toets [Wissen].

Als u de inhoud wilt wijzigen, tikt u op het invoervak [Inhoud].

Typ de tekst.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op .
  • Als u vooraf opgestelde tekst wilt selecteren die is opgeslagen in de instellingsmodus (webversie), tikt u op de toets [Voorkeurselec.].
  • Voer de tekst direct in door op de toets [Bewerken] te tikken.
Alle ingevoerde tekst wissen:
Tik op de toets [Alles wissen]. Wanneer u op deze toets tikt, wordt de volledige inhoud van het bericht meteen gewist, niet alleen de geselecteerde regel.
  • Voer maximaal 1800 tekens in. (Een regeleinde geldt als één teken.) Gebruik om per regel te selecteren.
  • Tik op de toets [Bewerken] om de geselecteerde regel te bewerken. Vervolgens wordt het aanraaktoetsenbord weergegeven waarin de geselecteerde tekst is ingevoerd.

DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (DISTRIBUTIEVERZENDING)

Verzend dezelfde gescande afbeelding in één bewerking naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi.
Tijdens een bewerking kunt u gegevens verzenden naar maximaal 500 bestemmingen, inclusief gereserveerde verzendopdrachten. (Bijvoorbeeld als er al distributieverzendopdrachten met 450 bestemmingen zijn gereserveerd, kunt u naar maximaal 50 bestemmingen gegevens verzenden.)

Het is handig om bestemmingen op te slaan die u veelgebruikt als contactpersonen of groepen voor distributieverzendingen.
U kunt maximaal 500 bestemmingen onder één contactpersoon opslaan.
Voor distributieverzending kan op de contactpersoon of groepstoets worden getikt om meerdere faxnummers op te halen.
U kunt ook faxen via de snelkeuzetoets verzenden door het selectievakje [Instellen als standaard gebruikt] in te stellen op wanneer adressen geregistreerd zijn. Als u een bestemming tijdelijk wilt verwijderen uit de opgeslagen adressen, opent u het scherm voor gegevensbevestiging en verwijdert u de bestemming.
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN

  • Als het selectievakje bij “Instellingen (beheerder)” -[Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Standaardselectie adresboek] → [Alleen adressen van verzendmodi toepassen] op staat (fabrieksinstelling), wordt de afbeelding alleen naar de bestemmingen verzonden die zijn ingesteld op [Instellen als standaard gebruikt] voor de huidige modus. Als u het vinkje verwijdert , kan de afbeelding ook worden verzonden naar bestemmingen van andere modi.
  • Als de distributieverzending internetfaxadressen omvat, wordt het document in zwart-wit verzonden naar alle adressen.
  • Als adressen uit de internetfaxmodus zijn opgenomen in distributieverzendingsadressen, worden de afbeeldinggegevens omgezet en verzonden als afbeeldinggegevens voor internetfax. Zelfs als in kleur is gescand, worden de afbeeldinggegevens omgezet naar zwart-wit binair voor internetfax en verzonden naar adressen zoals e-mailadressen.
  • Als u dezelfde afbeelding in de normale modus als fax naar alle bestemmingen wilt verzenden, tikt u op de toets [Zelfde beeld verz. als faxadres] in het actiepaneel. Dit kan niet geselecteerd worden wanneer een van de bestemmingen een internetfax is.
  • Als scan naar bestemmingen voor e-mail- en internetfax zijn opgenomen, zal de verzendbreedte voor scan naar e-mail en internetfax hetzelfde zijn als de verzendbreedte voor fax.
  • Distributieverzending is niet mogelijk voor zowel directe SMTP-adressen als andere types adressen.
Een verzending wordt uitgevoerd, waarbij hyperlinks worden genegeerd, met Scannen naar FTP en Scannen naar netwerkmap.
Bestemmingen voor een contactpersoon of groep registreren:
Tik op de toets [Nieuwe Toevoegen] in het actiepaneel van het adresboekscherm of tik op het pictogram [Adresbeheer] in het beginscherm.
Raadpleeg “ ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER”, “ ADRESSEN OPSLAAN VIA DIRECTE INVOER”, “ EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN”, “ GROEPEN OPSLAAN”.

Plaats het origineel.

Plaats het origineel in de documentinvoerlade van de automatische documentinvoereenheid of op de glasplaat.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID
GLASPLAAT

Geef alle bestemmingen op.

EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN ADRESBOEK
EEN LIJST VAN DE GESELECTEERDE BESTEMMINGEN WEERGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN VIA EEN ZOEKNUMMER
EEN ADRES HANDMATIG OPGEVEN
EEN NETWERKMAP OPGEVEN
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK
EEN BESTEMMING OPHALEN UIT EEN MOBIEL ADRESBOEK
EEN VERZENDLOGBOEK GEBRUIKEN OM OPNIEUW TE VERZENDEN
  • Snelkeuzetoetsen die u niet kunt gebruiken voor distributieverzending worden grijs weergegeven, zodat u ze niet kunt selecteren.
  • Als een adres voor Scannen naar FTP of Scannen naar netwerkmap is opgegeven voor een distributieverzending, wordt de e-mailverzending van de hyperlink niet uitgevoerd.
  • Als [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Zorg ervoor, dat u op de Volgende Adres Toets ([+]) drukt, vóór het selecteren van het volgende adres.] is ingeschakeld bij “Instellingen (beheerder)”, tikt u op voordat u de volgende bestemming opgeeft.
  • Als u in de normale modus de faxafbeelding (Mono2) naar alle bestemmingen wilt verzenden, tikt u op de toets [Zelfde beeld verz. als faxadres] in het actiepaneel.

Tik in het actiescherm op [Adresoverzicht].

Bevestig de bestemming.

  • Een opgegeven bestemming annuleren:
  • Tik op de toets van de bestemming die u wilt annuleren om de selectie op te heffen.
  • Het type levering wijzigen (Aan/Cc/Bcc):
  • Tik op het adres dat u wilt wijzigen en tik op [Wijzig naar Naar], [Wijzig naar Cc] of [Wijzig naar Bcc] in het actiepaneel.

Tik op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] (de toets [Start] in de normale modus) om het scannen van het origineel te starten.

  • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand.
  • Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het scannen en verzenden is voltooid.
  • Als u het origineel op de glasplaat plaatst, moet u elke pagina afzonderlijk scannen.
  • Als het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel en tikt u op de toets [Z/W Start] of [Kleur Start] (de toets [Start] in de normale modus). Herhaal dit totdat alle pagina's zijn gescand en tik vervolgens op de toets [Lezen Klaar]. Er klinkt een pieptoon om aan te geven dat het verzenden is voltooid.
U kunt op de toets [Voorbeeld weergave] tikken om een voorbeeld van de afbeelding te controleren voordat u een afbeelding verstuurt. Zie 'HET TE VERZENDEN BEELD CONTROLEREN' voor meer informatie.

INSTELLINGSMODI WANNEER MEERDERE SOORTEN ADRESSEN IN EEN DISTRIBUTIEVERZENDING ZIJN OPGENOMEN

In dit gedeelte worden de instellingen uitgelegd waarmee u rekening moet houden als meerdere soorten adressen worden opgenomen in een distributieverzending.
Wanneer een distributieverzending een combinatie van adressoorten bevat (bijvoorbeeld bestemmingen voor de scanmodus en internetfaxmodus), worden de instellingen ingeschakeld voor alle adressen, ongeacht het modusscherm waarin deze zijn geconfigureerd. Hierop gelden de volgende uitzonderingen:
Als internetfaxadressen niet inbegrepen zijn

Bestandsindeling (modus voor bestandscompressie)

De compressiemodus die is ingesteld via [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Compressiemodus bij distributie] bij “Instellingen (beheerder)” wordt voor alle bestemmingen gebruikt.

Kleurmodus

Als de instelling voor de kleurmodus [Meerkleuren] is in de scanmodus, wordt de afbeelding verzonden in Mono2 naar faxadressen en in kleur naar scanadressen.

Om de afbeelding in Mono2 naar alle adressen te verzenden, tikt u in de normale modus op [Zelfde beeld verz. als faxadres] op het actiepaneel

Aantal originelen

Een adres van een modus waarin het aantal vellen van het origineel wordt opgegeven, indien van toepassing, wordt ingeschakeld.

Formaat scanbestand

Als een distributieverzending wordt uitgevoerd met bestemmingen waarvoor een limiet voor de grootte van bijlagen is ingesteld via [Maximale grootte van Gegevens Verzenden (e-mail)] of [Maximale grootte van Gegevens Verzenden (FTP/Bureaublad/Netwerkfolder)] (bij 'Instellingen (beheerder)' [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Scaninstellingen] → [Voorwaarde Instellingen]), geldt de limiet ook voor bestemmingen waarvoor geen limiet is ingesteld.

N-Up

Deze modus is alleen beschikbaar voor fax. Het is gekoppeld aan een modus met geschikte functionaliteit.

Uitvalkleur

Deze modus is beschikbaar voor Scanner en Gegevensinvoer. Het is gekoppeld aan een modus met geschikte functionaliteit.

RGB

Deze modus is beschikbaar voor Scanner, Netwerkmap, FTP/Bureaublad. Het is gekoppeld aan een modus met geschikte functionaliteit.

Als internetfaxadressen inbegrepen zijn
Als er bij de bestemmingen internetfaxadressen zijn, gelden de volgende beperkingen.

Kleurmodus

Vast ingesteld op zwart-wit binair.

Bestandsindeling (modus voor bestandscompressie)

Vast ingesteld op TIFF.

Kopieën

De verzending wordt uitgevoerd naar alle adressen met dezelfde beeldbreedte als internetfax.

Aanpassing Achtergrond

Kan niet worden ingesteld.

Lege pagina overslaan
Uitvalkleur
Contrast
Scherpte
RGB
Ondertekenen
Versleutelen
Multi-verkleinen
Scannen visitekaartje
Afbeelding bijsnijden
Distributieverzending is niet mogelijk voor zowel directe SMTP-adressen als andere types adressen.

OPNIEUW VERZENDEN NAAR DISTRIBUTIEBESTEMMINGEN WAARBIJ DE VERBINDING IS MISLUKT

De resultaten van een voltooide distributieverzending kunnen worden gecontroleerd in het opdrachtstatusscherm. Als een verzending naar een of meer bestemmingen mislukt, kunt u de afbeelding opnieuw verzenden naar deze bestemmingen.

Tik op de opdrachtstatusweergave.

Tik op de tab [Scannen] of [Internetfax] en vervolgens op de toets [Voltooid].

Als de distributieverzending bestemmingen van verschillende modi omvat, wordt dezelfde toets voor distributieverzending in elk van deze modi weergegeven.

Nadat u op de toets van de voltooide distributieverzending hebt getikt, tikt u op de toets [Details van geselect. taak controleren] in het actiepaneel.

Nadat u op de tab [Mislukt] hebt getikt, tikt u op de toets [Opn.verz. naar alle adr. met fouten tijdens verz.] in het actiepaneel om de afbeelding opnieuw te verzenden.

Welke stappen er moeten worden uitgevoerd nadat u op de toets [Opn.verz. naar alle adr. met fouten tijdens verz.] hebt getikt, hangt af van de vraag of Documentarchivering al dan niet wordt gebruikt.
  • Als u Documentarchivering gebruikt:
  • U keert terug naar het scherm voor opnieuw verzenden van Documentarchivering. In dit scherm zijn de niet-gelukte bestemmingen al ingevoerd.
    Voer de procedure voor het opnieuw verzenden van het documentarchief uit. (Het origineel hoeft niet opnieuw te worden gescand.)
  • Als u Documentarchivering niet gebruikt:
  • U keert terug naar het basisscherm. In dit scherm zijn de niet-gelukte bestemmingen al ingevoerd. Plaats het origineel en voer de stappen voor distributieverzending uit.

EEN INTERNETFAX VANAF EEN PC VERZENDEN (PC-I-FAX)

Een bestand op een computer kan via het apparaat als een fax worden verzonden (PC-I-Fax-functie).
Verzending van faxen via de functie PC-I-Fax verloopt op dezelfde wijze als het afdrukken van documenten. Selecteer de driver van PC-Fax als printerdriver voor de computer en selecteer vervolgens de opdracht Afdrukken in de applicatie. Vervolgens worden afbeeldingsgegevens voor verzending gemaakt en verzonden als een internetfax.
Met de toepassing Log Viewer kunt u internetfaxen verzenden via het verzendlogboek dat in Log Viewer wordt weergegeven.
Raadpleeg de Help van het PC-Fax-driver voor informatie over de procedures die bij deze functie worden gevolgd.

Pc-i-Fax verzenden
Log Viewer Faxen opnieuw verzenden via het verzendlogboek
  • Als u een internetfax wilt verzenden met de functie PC-I-Fax, moet de PC-Fax-driver zijn geïnstalleerd en vervolgens zijn bijgewerkt met de cd-rom die wordt geleverd bij de internetfaxuitbreidingskit.
  • Zie voor meer informatie de Handleiding software-installatie.
  • Deze functie is alleen beschikbaar voor Windows-computers.
Deze functie is beschikbaar voor verzending. Op het apparaat ontvangen internetfaxen kunnen niet worden ontvangen op een computer die op het apparaat is aangesloten.
Taal

Version 03a / bp70m90_usr_03a_nl

↑Eerste pagina