SHARP

Taal

ONDERDEELNAMEN EN FUNCTIES

BUITENKANT

Uitvoerlade (middelste lade) *

Afgedrukt papier wordt naar deze lade uitgevoerd.

Toetsenbord

Gebruik dit als alternatief voor het aanraaktoetsenbord dat op het aanraakscherm wordt weergegeven. Wanneer dit toetsenbord niet wordt gebruikt, kan het onder het bedieningspaneel worden opgeborgen.

Automatische documentinvoereenheid

Hiermee worden meerdere originelen automatisch geladen en gescand. Bij 2-zijdige originelen kunnen automatisch beide zijden tegelijk worden gescand.

Tonerklep (bovenste voorklep)

Open deze klep om de tonercartridge te vervangen of om vastgelopen papier te verwijderen uit de papierdoorgave-eenheid.

Voorkaft

Open deze klep om de hoofdschakelaar in of uit te schakelen.

Bedieningspaneel

Op dit paneel bevinden zich de knop [Aan], de hoofdschakelaar en het aanraakscherm. Gebruik het aanraakscherm om elk van deze functies uit te voeren.

USB-aansluiting (type A)

Via deze aansluiting kan een USB-apparaat zoals een USB-stick op het apparaat worden aangesloten.
Gebruik een afgeschermd type USB-kabel.
Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed).

Lade 1

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 1200 vel worden opgeslagen.

Lade 3

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 500 vel worden opgeslagen.

Lade 4

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 500 vel worden opgeslagen.

Lade 2

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 800 vel worden opgeslagen.

* Randapparaat.

Finisher (grote stapeleenheid)*

Hiermee wordt papier geniet en uitgevoerd.

Zadelsteek-finisher (grote stapeleenheid) *

Deze niet en vouwt papier.

Statusindicator*

Geeft de status van het apparaat aan.

Rechterlade*

Deze is zo ingesteld dat papier zo nodig naar deze lade wordt uitgevoerd.

Doorvoerlade

Gebruik deze lade om handmatig papier in te voeren.
Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" × 11"R, kunt u het verlengstuk uittrekken.

Krulcorrectie-eenheid*

Hiermee wordt papier geperforeerd en uitgevoerd.

Lade 5 (MX-LC12)*

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 3500 vel worden opgeslagen.

Lade 5 (MX-LCX3 N)*

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 3000 vel worden opgeslagen.

* Randapparaat.

Perforatiemodule*

Hiermee wordt papier geperforeerd en uitgevoerd.

Invoegeenheid*

Hierin kunnen kaften en invoegvellen die moeten worden ingevoegd tussen afgedrukte vellen worden geplaatst.
Met behulp van de functie voor handmatige afwerking kunt u direct papier invoeren in de finisher of nietfinisher om het papier te nieten, te perforeren of te vouwen.

Doorvoerlade*

Gebruik deze lade om handmatig papier in te voeren.
Als u papier laadt dat groter is dan A4R of 8-1/2" × 11"R, kunt u het verlengstuk uittrekken.

Snijmodule*

Hiermee wordt overtollig papier verwijderd bij uitvoer met zadelsteek.

Vouweenheid*

Hiermee wordt papier gevouwen en uitgevoerd.

Papierdoorgave-eenheid*

Hiermee wordt papier ingevoerd in het apparaat.

Laden met grote capaciteit*

Plaats papier in deze lade. Er kan maximaal 2500 vel worden opgeslagen in elke laden.

* Randapparaat.

BINNENKANT

Tonercartridge

Deze cartridge bevat toner.

Wanneer de toner in een cartridge opraakt, moet de cartridge van de kleur die opraakt worden vervangen.

Fuseereenheid

Hier wordt warmte toegepast om de overgebrachte afbeelding op het papier te smelten.

Lep op

De fuseereenheid is heet. Zorg dat u geen brandwonden oploopt wanneer u vastgelopen papier verwijdert.
Rechterklep

Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.

Klep van de papieromkeereenheid

Deze eenheid wordt gebruikt voor het omkeren van papier bij 2-zijdig afdrukken. Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.

Hoofdschakelaar

Gebruik deze schakelaar om de voeding van het apparaat in te schakelen.

Tonerinzamelcontainer

In deze container wordt overtollige toner verzameld die na het afdrukken is overgebleven.

Een onderhoudstechnicus verzamelt vervangen tonerinzamelcontainers.
Transportband

Via deze band wordt de afbeelding die is gevormd met toner van de fotogeleidende drum overgebracht op papier.

Lep op

Zorg dat u de transportband niet aanraakt of beschadigt. Dat kan resulteren in onvolmaakte afbeeldingen.
Ontgrendelingshendel van rechterklep

Trek aan deze hendel en houd hem omhoog om de rechterklep te openen en vastgelopen papier te verwijderen.

AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID EN GLASPLAAT

Aanvoerrol van de origineelinvoer

Deze rol draait zodat het origineel automatisch wordt ingevoerd.

Klep van documentinvoergedeelte

Open deze klep om een vastgelopen origineel te verwijderen.
Deze klep wordt ook geopend om de aanvoerrol van de papierinvoer te reinigen.

Origineelgeleiders

Deze geleiders zorgen ervoor dat het origineel goed wordt gescand.
Stel de geleiders af op de breedte van het origineel.

Documentinvoerlade

Plaats het origineel.
Plaats het origineel met de afdrukzijde naar boven.

Origineeluitvoerlade

Na het scannen wordt het origineel naar deze lade uitgevoerd.

Indicator origineelinst.

Deze indicator gaat branden wanneer het document op juiste wijze op de origineelinvoerlade is geplaatst.

Scangebied

Hier worden originelen gescand die in de automatische documentinvoereenheid zijn geplaatst.

Detector van formaat van origineel

Deze eenheid detecteert het formaat van een origineel dat op de glasplaat is geplaatst.

Glasplaat

Plaats boeken of andere dikke originelen die niet via de automatische documentinvoereenheid kunnen worden gescand op deze glasplaat om ze te scannen.

ZIJKANT EN ACHTERKANT

USB-aansluiting (type A)

Via deze aansluiting kan een USB-apparaat zoals een USB-stick op het apparaat worden aangesloten.
Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed) en USB3.0 (SuperSpeed).

USB-aansluiting (type B)

Kan niet worden gebruikt.

LAN-aansluiting

Sluit de LAN-kabel aan op deze aansluiting als het apparaat binnen een netwerk wordt gebruikt.
Gebruik een afgeschermde LAN-kabel.

Netstekker

BEDIENINGSPANEEL

In dit gedeelte worden de namen en functies van de verschillende onderdelen van het bedieningspaneel beschreven.

Aanraakscherm

Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen weergegeven.
Bedien het apparaat door direct op de weergegeven toetsen te tikken.

Aan-indicator

Deze indicator gaat branden als de hoofdschakelaar van het apparaat in de stand “ ” staat.
Knippert blauw als de toets [Aan] niet onmiddellijk wordt ingeschakeld nadat de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Deze indicator knippert ook blauw wanneer printergegevens worden ontvangen.
Deze indicator knippert geel tijdens de automatische uitschakelfunctie.

Toets [Aan]

Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of uit te schakelen.

USB-aansluiting (type A)

Via deze aansluiting kan een USB-apparaat zoals een USB-stick op het apparaat worden aangesloten.

Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed).

  • Het ontwerp van het bedieningspaneel kan worden gewijzigd.
  • U kunt de hoek van het bedieningspaneel wijzigen.

Lep op

  • Gebruik uw vinger om het aanraakscherm te bedienen.
  • Raak het aanraakscherm niet aan terwijl de eenheid opstart. Als u het aanraakscherm aanraakt, zal het mogelijk niet normaal werken.
  • Voorbeeld:
    Schakel de hoofdschakelaar in, druk op de toets [Aan], en wacht tot het beginscherm wordt getoond. Terugkeren uit automatisch uitschakelen.
Taal

Version 03a / bp90c80_usr_03a_nl

↑Eerste pagina