SHARP

Taal

UITVOER

Configureer de uitvoerinstellingen voor kopieën met Sorteren, Groep, Staffel, Scheidingspagina, Nieten, Perforeren of Vouwen. Geef ook de uitvoerbestemming van kopieën op.
U kunt in de normale modus op de toets [Uitvoer] tikken om de instellingen voor alle uitvoerfuncties te configureren.
Instellingen voor de niet- en perforatiefunctie kunnen ook in de eenvoudige modus worden geconfigureerd.

Uitvoerlade
Geef de bestemming van uitgevoerde kopieën op.
Als een finisher (grote stapeleenheid) of nietfinisher (grote stapeleenheid) is geïnstalleerd, kunt u [Bovenste lade], [Middelste lade] of [Onderste lade] selecteren.
Staffel
Met deze functie voert u kopieën uit en legt u ze verschoven af per set. Als u het selectievakje instelt op , wordt de offset-functie ingeschakeld, en als u dit op zet, wordt de functie uitgeschakeld.
Deze functie is beschikbaar als een finisher of nietfinisher is geïnstalleerd en voor de uitvoerlade [Bovenste lade], [Onderste lade] of [Afwerklade] is geselecteerd.
Als de nietfunctie wordt geselecteerd, wordt het vinkje bij Staffel automatisch verwijderd.
Scheidingspagina
Deze functie voegt scheidingspagina's toe na het opgegeven aantal kopieën of voor elke taak die wordt uitgevoerd.
DEZELFDE AFBEELDING HERHALEN OP ÉÉN VEL (OPMAAK HERHALEN)
Sorteren/groeperen
Selecteer de sorteermethode bij het kopiëren van het gescande origineel.
Met 'Sorteren' worden de gescande originelen per set gesorteerd en uitgevoerd. Met 'Groep' worden de gescande originelen per pagina gesorteerd en uitgevoerd.
INSTELLING SORTEREN/GROEPEN
Nieten
Elke set kopieën kan worden geniet of de vellen kunnen worden gevouwen in het midden en geniet.
Nieten AAN (exclusief zadelsteek)
Zadelsteek
  • De nietfunctie is alleen beschikbaar als de finisher of nietfinisher is geïnstalleerd.
  • De zadelsteekfunctie is alleen beschikbaar als de nietfinisher is geïnstalleerd.
Perforeren
Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit.
PERFORATIE-INSTELLINGEN
De perforatiefunctie is alleen beschikbaar als de perforatiemodule is geïnstalleerd.
Vouwen
Kopieën kunnen worden gevouwen en uitgevoerd.
INSTELLING VOUWEN
De vouwfunctie is beschikbaar wanneer een finisher of zadelfinisher is geïnstalleerd en [Bovenste lade], [Onderste lade] of [Afwerklade] is geselecteerd als de papieruitvoerbestemming.

UITVOERBESTEMMING WIJZIGEN

Geef de bestemming van uitgevoerde kopieën op.

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Selecteer de uitvoerlade van "Uitvoerlade".

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [OK].
Als een finisher (grote stapeleenheid) of nietfinisher (grote stapeleenheid) is geïnstalleerd, selecteert u de toets [Bovenste lade], [Middelste lade] of [Onderste lade].

INSTELLING SORTEREN/GROEPEN

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de sorteermethode kunt selecteren als u het gescande origineel wilt uitvoeren.

Automatisch

Schakelt de sorteermodus in wanneer het origineel in de automatische documentinvoereenheid is geplaatst en schakelt de groepmodus in wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst.

Sorteren

Sorteert de gescande originelen per set en voert ze uit.

Voorbeeld: Als 5 is ingesteld voor het aantal exemplaren in sorteren

Groep

Groepeert de gescande originelen per pagina en voert ze uit.

Voorbeeld: Als 5 is ingesteld voor het aantal exemplaren in groeperen

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Tik op het tabblad [Sorteren/groeperen], vervolgens op de toets [Auto], de toets [Sorteren] of de toets [Groep].

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
  • U kunt het selectievakje voor offset van de uitvoer selecteren om elke set van de uitvoer te staffelen van de vorige set zodat deze gemakkelijk kunnen worden verwijderd uit de uitvoerlade.
  • Als u de uitvoerlade wilt wijzigen, tikt u op de toets [Uitvoerlade] en selecteert u de uitvoerbestemming.

NIETINSTELLINGEN

Geef op of de set van de uitvoer wordt geniet of niet.
Staand

Stand van origineel Nieten Nietpositie
Links Boven Rechts

Staand

1 nietjes

2 nietjes

Liggend

1 nietjes

2 nietjes

  • U kunt de nietposities bekijken in het " VOORBEELDSCHERM". Tekst wordt afgedrukt in het vooraf ingestelde formaat, ongeacht de instellingen voor kopieerfactor of papierformaat.
  • Een finisher of nietfinisher is vereist om de nietfunctie te gebruiken.
  • Een finisher of nietfinisher is vereist om de nietfunctie te gebruiken. u8226• Voor het gebruik van de functie zadelnieten is een nietfinisher vereist.

Nieten AAN (exclusief zadelsteek)

Tik op de toets [Nietje / Perforatie].

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Selecteer het aantal nieten en de nietpositie.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
  • Wanneer nietloos nieten is geselecteerd, kan de functie voor automatische papierselectie niet worden gebruikt.
  • Als nieten zonder nieten is geselecteerd op papier waarop nieten zonder nieten kan worden gebruikt, wordt nieten zonder nieten gebruikt en worden er alleen kopieën gemaakt.
In de Normale modus
  • Tik op de toets [Uitvoer] en op het tabblad [Nieten].
  • Om de uitvoerlade te wijzigen, selecteert u de uitvoerbestemming in [Uitvoerlade] of [Overige functies] alvorens de nietjes in te stellen.
  • Als het aantal gescande originelen het aantal vellen overschrijdt dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven. Tik op [Doorgaan] of [Annuleren].
  • [Annuleren]: annuleert de instelling nietsorteren.
    [Doorgaan]: gaat door met sorteren zonder nieten.

Zadelsteek

Tik op de toets [Nietje / Perforatie].

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Selecteer .

Selecteer de instellingen voor inbindzijde en origineel.

KOPIEËN MAKEN MET FOLDERFORMAAT (BOEKJE)
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].

Nietinstellingen in normale modus

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Tik op het tabblad [Nieten] en tik op de toets voor de nietpositie.

U kunt de nietpositie selecteren uit "Positie" als u andere toetsen selecteert dan [Off], [1 Nietje (Diagonaal)] en [Zadelnieten].
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [OK].
  • Als u nieten met 1 nietje uitvoert en een finisher of nietfinisher is geïnstalleerd, worden alle nietjes diagonaal geniet.
  • Als het aantal gescande originelen het aantal vellen overschrijdt dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven. Tik op de toets [Doorgaan] of [Annuleren].
  • [Doorgaan]: gaat door met sorteren zonder nieten.
    [Annuleren]: annuleert de instelling nietsorteren.
De nietfunctie annuleren:
Tik op de toets [Off].

Zadelnieten voor gesorteerde kopieën

Met deze functie wordt elke set kopieën op twee plaatsen in het midden van het papier geniet, doormidden gevouwen en uitgevoerd. Bij zadelvouwen wordt een zijstrook afgesneden, waardoor een fraai uitvoerbeeld ontstaat. De instelprocedure in de normale modus wordt uitgelegd.

  • U kunt de nietposities bekijken in " VOORBEELDSCHERM".
  • Voor het gebruik van de functie zadelnieten is een nietfinisher vereist.
  • De snijfunctie is alleen beschikbaar als een nietfinisher is geïnstalleerd op het apparaat.

Zadelsteek (normale modus)

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Tik op het tabblad [Nieten] en vervolgens op de toets [Zadel- nieten].

Tik op de toets [Linkse Binding Tablet] of [Rechts inbinden] om een origineel te selecteren en de kaftinstelling te configureren.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
  • Het origineel wordt vanaf de binnenste zijde gescand wanneer het gevouwen is.
  • Als het aantal gescande originelen het aantal vellen overschrijdt dat kan worden geniet, wordt een bericht weergegeven. Tik op [Splitsen], [Doorgaan] of [Annuleren].
  • [Annuleren]: Annuleert het afdrukken.
    [Splitsen]: Splitst het document in het aantal vellen die kunnen worden geniet en zadelniet ze.
    [Doorgaan]: Verder afdrukken zonder zadelnieten.
De functie Zadelsteek annuleren:
Tik op de toets [Off].

Instell snijder

Als Zadelsteek is geselecteerd, tikt u op de toets [Instell snijder].

Tik op de toets [On] en geef de snijbreedte op.

Tik op het veld voor de getalsweergave die de snijbreedte weergeeft en voer het toegestane bereik in met de cijfertoetsen. Tik anders op . Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [OK].
De functie Instell snijder annuleren:
Tik op de toets [Off].

PERFORATIE-INSTELLINGEN

Met deze functie perforeert u kopieën en voert u ze uit in de lade.
Voorbeeld: Wanneer het origineel in de staande of liggende stand is, en de perforatiepositie op links staat ingesteld

Stand van origineel Perforatiepositie
Links Boven Rechts

UIT

Geen perforatie.

Staand

Liggend

  • Wanneer het nietje en de steek tegelijk zijn ingesteld, worden perforatieposities gekoppeld aan nietposities.
  • U kunt de perforatieposities bekijken in het " VOORBEELDSCHERM".
  • Een perforatiemodule is vereist voor het perforeren.
  • U kunt geen gebruik maken van het papierformaat 12" x 18" (A3W) en speciale media zoals transparanten en tabpapier.
  • U kunt geen perforator gebruiken in combinatie met nieten en papier vouwen.
  • De functie kan echter wel worden gebruikt als het papierformaat voor Z-vouwen is ingesteld op 11" × 17", A3, B4 of 8K.

Tik op de toets [Nietje / Perforatie].

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Selecteer perforeren en stel de positie in.

Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op [OK].

Normale modus

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

EENVOUDIGE MODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Tik op het tabblad [Perfor.], selecteer ponsen en stel de positie in.

Als u de uitvoerlade wilt wijzigen, tikt u op de toets [Uitvoerlade] en selecteert u de uitvoerbestemming.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
De perforatiefunctie annuleren:
Tik op de toets [Off].

INSTELLING VOUWEN

Deze functie wordt gebruikt om kopieën te vouwen voordat ze in de uitvoerlade worden geplaatst.
Als een papiervouweenheid is geïnstalleerd, kunt u papier vouwen in Z-vouw en Lettervouw.
Als een nietfinisher is geïnstalleerd, kunt u zadelvouwen gebruiken.
De papierformaten die kunnen worden geselecteerd, verschillen per type papiervouw.
Voorbeeld: Invouwen, Uitvouwen

  • Een nietfinisher is vereist voor het gebruik van Zadelvouw.
  • De papiervouwfunctie kan niet worden gebruikt met de niet- en perforatiefunctie. De functie kan echter wel worden gebruikt als het papierformaat voor Z-vouwen is ingesteld op 11" × 17", A3 of B4.
  • U kunt de geselecteerde vouwmethode controleren in het " VOORBEELDSCHERM".
  • Een vouweenheid is vereist voor het gebruik van Enkele vouw, Lettervouw, Harmonicavouw, Dubbele vouw en Z-vouw.
  • Als een papierformaat is geselecteerd dat niet kan worden gevouwen en het vouwen wordt uitgevoerd, wordt het vouwen niet uitgevoerd en wordt alleen het kopiëren uitgevoerd.

Beschikbare vouwtypen en papierformaten

Vouwtypen Bruikbaar papier Druk voorkant af Open richting Afbeelding voor vouwen

Zadelvouw

Zadelsteek-finisher (grote stapeleenheid): A3W, A3, B4, A4R, SRA3, 13" × 19", 12" × 18", 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 13-1/2", 8-1/2" × 13-2/5", 8-1/2" × 13", 8-1/2" × 11"R, 8K

Binnen

-

Buiten

-

Enkele vouw

A4R, 8-1/2" × 11"R

Binnen

-

Buiten

-

Letter vouw

A4R, 8-1/2" × 11"R

Binnen

Rechts open

Links open

Buiten

Rechts open

Links open

Harmonica

A4R, 8-1/2" × 11"R

-

Rechts open

-

Links open

Dubbele vouw

A4R, 8-1/2" × 11"R

Binnen

Rechts open

Links open

Buiten

Rechts open

Links open

Z-vouw

A3, B4, A4R, 11" × 17", 8-1/2" × 14", 8-1/2" × 11"R,

-

Rechts open

-

Links open

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Tik op het tabblad [Vouwen] en tik op de toets voor het vouwtype.

De papiervouwfunctie annuleren:
tik op de toets [Uit].

Tik op de toets [Details].

Voor de instelmethode, zie " Detailtype voor elk vouwtype".
Wanneer u klaar bent met het invoeren van de instellingen, tikt u op de toets [OK].

Detailtype voor elk vouwtype

Niet en vouw

Geef "Druk voorkant af" en "Meervoudige vouw" op.

Met de functie Meervoudige vouw worden vijf vellen tegelijk gevouwen. Als een origineel bijvoorbeeld uit 12 vellen normaal papier van A4-formaat bestaat, worden deze in totaal drie keer gevouwen: 5 vellen + 5 vellen + 2 vellen. Bij sommige typen papier neemt het aantal vellen dat bij elke set wordt gevouwen echter af. Zwaar papier, bijvoorbeeld, wordt per drie vellen gevouwen.

Enkele vouw

Geef "Druk voorkant af" op.

Lettervouw

Geef "Druk voorkant af" en "Open richting" op.

Harmonica

Geef "Open richting" op.

Dubbele vouw

Geef "Druk voorkant af" en "Open richting" op.

Z-vouw

Geef het papierformaat en "Open richting" voor Z-vouwen op.

EEN SCHEIDINGSPAGINA INVOEGEN TUSSEN KOPIEËN OF TAKEN

Deze functie voegt scheidingspagina's tussen elke set kopieën of tussen elke taak.
Als u scheidingspagina's invoegt tussen sets kopieën, kunt u aangeven of u de scheidingspagina wilt invoegen voor of na elke set. U kunt ook opgeven hoeveel exemplaren een set vormen.
Wanneer tussen uw taken steeds een scheidingspagina moet komen, kunt u opgeven of die scheidingspagina voor of na elke taak moet komen.

Voorbeelden van het invoegen van scheidingspagina's

In de volgende voorbeelden worden vier kopieën gemaakt van een origineel van twee pagina's.
Een scheidingspagina invoegen voor elke set van twee kopieën

Een scheidingspagina invoegen na elke set van twee kopieën
Scheidingspagina ingevoegd voor en na een taak
  • Als deze functie wordt gecombineerd met sorteren/groepen en nieten/perforeren, worden Z-vouw en Enkele vouw niet toegepast op de scheidingspagina's.
  • Deze functie kan niet worden gebruikt met de functie zadelnieten of vouwen.
  • Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met nieten/perforeren en tussenschot voor elke opdracht.
  • Als deze functie wordt gebruikt in combinatie met de functie offset, wordt een scheidingspagina nooit alleen gestaffeld. De scheidingspagina wordt altijd gestaffeld samen met de uitvoerset.

Tik op de toets [Details] om naar de normale modus te gaan.

KOPIEERMODUS
Tik op de toets [Origineel] en geef de stand van het origineel op, zodat de afdrukstand goed herkend wordt.
De afdrukstand van het origineel opgeven

Tik op de toets [Uitvoer].

Tik op de toets [Scheidingspagina].

Geef de invoegmodus voor de scheidingspagina op.

  • Stel om scheidingspagina's in te voegen tussen sets van kopieën, het selectievakje [Bovenk sets insteken] of [Einde sets insteken] in op . Tik vervolgens op om het aantal exemplaren in elke set op te geven.
  • Stel om scheidingspagina's in te voegen tussen taken, het selectievakje [Insteken voor taak] of [Insteken na taak] in op .
  • Wanneer u klaar bent met het invoeren van instellingen, tikt u op de toets [OK].
De lade met scheidingspagina's wijzigen:
Tik op de toets [Papierlade] om het ladeselectiescherm te tonen. Tik op de lade voor scheidingsinvoerpagina's op het ladeselectiescherm. Raadpleeg "DE PAPIERLADE VOOR HET KOPIËREN SELECTEREN" en "HET TYPE EN FORMAAT VAN PAPIER IN DE DOORVOERLADE OPGEVEN" voor meer informatie.
De instelling voor invoegen van scheidingspagina's annuleren:
Wis het selectievakje voor de invoegmodus voor de scheidingspagina.

Taal

Version 03a / bp90c80_usr_03a_nl

↑Eerste pagina