Zijn er functies die door de beheerder zijn uitgeschakeld?
Sommige functies zijn mogelijk uitgeschakeld in de instellingsmodus.
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt het gebruik van
functies mogelijk beperkt door uw gebruikersinstellingen.
Controleer dit bij uw beheerder.
▼Alles uitbreiden
▲Alles sluiten
 Controleren |
 Oplossing |
|---|---|
|
Is de telefoonlijn goed aangesloten? |
Controleer de contactdoos van de telefoonlijn,
de wandcontactdoos en eventuele adapters om er zeker van te zijn
dat alle verbindingen goed zijn aangesloten.
ZIJKANT EN ACHTERKANT |
|
Hebt u een 'in gesprek'-toon ontvangen? |
Wanneer u een 'in gesprek'-toon ontvangt, wordt
de verzending tijdelijk geannuleerd en wordt na een korte onderbreking
automatisch een nieuwe poging gedaan. De standaardwaarden zijn:
Twee pogingen met een interval van drie minuten. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw oproepen indien bezet] Tik om de verzending te annuleren op de opdrachtstatusweergave in het bedieningspaneel, tik op de toets van de taak die u wilt verwijderen en tik vervolgens in het actiescherm op [Stoppen/Verwijderen]. Er wordt een bericht getoond ter bevestiging van het annuleren. Tik op de toets [Cancel]. |
|
Vond er een communicatiefout plaats? |
Als er een fout optreedt die de verzending verhindert,
wordt deze tijdelijk geannuleerd en wordt na een korte onderbreking
automatisch een nieuwe poging gedaan. “Instellingen (beheerder)” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw bellen indien communicatiefout] Tik om de verzending te annuleren op de opdrachtstatusweergave in het bedieningspaneel, tik op de toets van de taak die u wilt verwijderen en tik vervolgens in het actiescherm op [Stoppen/Verwijderen]. Er wordt een bericht getoond ter bevestiging van het annuleren. Tik op de toets [Cancel]. Het apparaat ondersteunt ook de foutcorrectiefunctie (ECM) en is ingesteld om automatisch elk deel van het faxbericht opnieuw te verzenden dat wegens storing op de lijn onduidelijk is. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [ECM] “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Opnieuw oproepen indien bezet] Tik om de verzending te annuleren op de opdrachtstatusweergave in het bedieningspaneel, tik op de toets van de taak die u wilt verwijderen en tik vervolgens in het actiescherm op [Stoppen/Verwijderen]. Er wordt een bericht getoond ter bevestiging van het annuleren. Tik op de toets [Cancel]. |
|
Wordt een bericht weergegeven dat het geheugen vol is? |
Verdeel de originelen in sets en fax elke set afzonderlijk
of gebruik rechtstreekse verzending.
Als het geheugen vol raakt, wordt de verzending geannuleerd. |
|
Wordt een bericht weergegeven met de melding dat het origineelformaat niet is gedetecteerd? |
Plaats het origineel nogmaals.
Als het origineelformaat nog steeds niet correct wordt gedetecteerd,
moet u het origineelformaat handmatig invoeren. |
|
Geeft het opdrachtstatusscherm (voltooide opdrachten) of het transactierapport aan dat de verzending is mislukt? |
Voer de verzending nogmaals uit.
Als het verzenden nog steeds niet lukt nadat opnieuw is gebeld zoals
ingesteld in [Opnieuw oproepen indien bezet] en [Opnieuw bellen indien communicatiefout],
wordt de verzendingsfout
aangegeven in het opdrachtstatusscherm en het transactierapport. |
|
Hebt u een origineel geplaatst dat is gevouwen? |
Volg de aanwijzingen op het scherm: vouw het origineel
open, plaats het opnieuw in de automatische documentinvoereenheid
en scan het opnieuw.
Als u een gevouwen origineel in de automatische documentinvoereenheid
hebt geplaatst, treedt een fout op en wordt het scannen geannuleerd
wanneer het werkelijke origineelformaat wordt gedetecteerd tijdens
het scannen. |
|
Zijn het subadres en het wachtwoord correct? (Bij gebruik van verzending met F-code) |
Overleg met degene die het andere apparaat bedient
om te controleren of het subadres en wachtwoord correct zijn. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is het origineel op de juiste manier geplaatst met de afdrukzijde naar boven of naar beneden? |
Plaats het origineel nogmaals in de juiste stand
en verzend de fax opnieuw.
Op de glasplaat moet het origineel met de afdrukzijde naar beneden
worden geplaatst. Het origineel moet met de afdrukzijde naar boven
worden geplaatst wanneer u de automatische documentinvoereenheid
gebruikt. Plaats het origineel op de juiste manier en verzend de
fax opnieuw. |
|
Als het ontvangende apparaat thermisch papier gebruikt, was het thermische papier met de verkeerde kant naar buiten geplaatst? |
Overleg met degene die het andere apparaat bedient. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is gedraaid verzenden ingesteld? |
Schakel “Instelling Verzenden Draaiing” in alvorens te verzenden.
Wanneer [Instelling Verzenden Draaiing] niet is ingeschakeld (de afbeelding wordt
niet
gedraaid), kan een origineel dat in verticale richting is geplaatst, worden
verkleind door het ontvangende apparaat.
“Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen]
→ [Instellingen verzenden]
→ [Instelling Verzenden Draaiing] →
 Als “Orig. met gemengd formaat” is ingeschakeld en een
origineel met een andere breedte wordt verzonden, wordt gedraaid
verzenden uitgeschakeld. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is de klok van het apparaat op de juiste tijd ingesteld? |
Stel de klok van de machine op de juiste tijd in.
"Instellingen" → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Apparaatbeheer]
→ [Klok] |
|
Is het systeem bezig met verzenden? |
Als er een andere verzending actief is wanneer
het opgegeven tijdstip aanbreekt, begint de timerhandeling zodra
die verzending is voltooid. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Wordt een scherm voor het invoeren van het wachtwoord weergegeven? |
Voer het juiste wachtwoord in met het numerieke
toetsenbord.
[Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens] is ingeschakeld. Neem contact op
met uw beheerder als
u het wachtwoord niet weet.
"Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden]
→ [Algemene instellingen]
→ [Voorwaarde Instellingen]
→ [Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens] |
|
Is afdrukken met bijsnijden uitgeschakeld in de instellingsmodus (beheerder)? |
Plaats hetzelfde papierformaat als de ontvangen
fax.
Als [Werkelijk formaat afrukken bijsnijden uitgeschakeld] is ingeschakeld bij [Instelling
Afdrukstijl] in de instellingsmodus
(beheerder) en een fax wordt ontvangen die groter is dan het papier
dat is geladen, wordt de ontvangen fax opgeslagen in het geheugen
zonder dat deze wordt afgedrukt. (Maar als een ontvangen fax langer
is dan A3 (11" x 17"), wordt deze afgedrukt op meerdere vellen papier.)
“Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen]
→ [Ontvangstinstellingen]
→ [Instelling Afdrukstijl] |
|
Is de doorstuuroptie (functie Inkomende routing) ingeschakeld voor een ontvangen fax? |
Vraag uw beheerder als u een ontvangen fax wilt
afdrukken.
Wanneer de functie Inkomende routing is ingeschakeld, worden ontvangen
faxen automatisch naar een opgegeven adres doorgestuurd. Als [Afdrukken bij fouten]
is
geselecteerd wanneer de functie Inkomende routing is ingeschakeld,
worden ontvangen faxen alleen afgedrukt wanneer een fout optreedt.
“Instellingen (beheerder)” → [Instellingen Beeld Verzenden]
→ [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] → [Beheerinstellingen] → [Instellingen
inkomende routing] |
|
Hebt u papier geplaatst met een ander formaat dan wat kan worden afgedrukt door faxontvangst? |
Als het papier anders is dan het formaat met A5R,
B5, B5R, A4, A4R, B4, A3, 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x
13", 8-1/2" x 13-2/5", 8-1/2" x 13-1/2" (5-1/2" x 8-1/2"R, 8-1/
2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 13-2/5", 8-1/2"
x 14" , 11" x 17", A4, A4R) in het apparaat is geladen, wordt er
niet afgedrukt, zelfs niet als er een fax wordt ontvangen. Plaats
papier met de bovenstaande formaten. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is er weinig geheugen beschikbaar? |
Maak in de volgende gevallen meer geheugen vrij
voor faxontvangst door ontvangen faxen af te drukken of te verwijderen.
|
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is het origineel van de fax ook vaag? |
Vraag de afzender de fax opnieuw te sturen met
een geschikte (donkerdere) belichtingsinstelling. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is de ontvangstmodus ingesteld op [Handmatig Ontvangst] in de instellingsmodus? |
Stel de ontvangstmodus in op [Automat. Ontvangst].
Wanneer de ontvangstfunctie is ingesteld op [Handmatig Ontvangst], ontvangt het
apparaat faxen niet automatisch.
“Instellingen (beheerder)” → [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden]
→ [Fax Data Ontvangen/Doorsturen (Manueel)]
→ [Ontvangstinstellingen] |
|
Is er weinig geheugen beschikbaar? |
Verhoog de hoeveelheid vrij geheugen.
|
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is het extra telefoontoestel aangesloten? |
Controleer de aansluitingen.
Controleer de contactdoos van de telefoonlijn, de wandcontactdoos
en eventuele adapters om er zeker van te zijn dat alle verbindingen
goed zijn aangesloten. |
|
Is de lijn bezet? |
Wacht tot de communicatie is afgelopen. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Hebt u het nummer gekozen met behulp van de luidspreker? |
Gebruik het extra telefoontoestel.
Als u het nummer kiest met behulp van de luidspreker, kunt u de
stem van de andere partij horen maar kan hij of zij uw stem niet
horen. Gebruik het extra telefoontoestel. (Als het extra telefoontoestel
niet is geïnstalleerd, kunt u niet met de andere partij praten.) |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is het maximum aantal toetsen opgeslagen? |
Pas het aantal opgeslagen toetsen aan.
Verwijder afzonderlijke snelkeuzetoetsen of groepstoetsen die niet
worden gebruikt. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Wordt de toets gebruikt in een gereserveerde verzending of een verzending in uitvoering? |
Wacht tot de verzending is voltooid of annuleer
de gereserveerde verzending en bewerk of verwijder dan de toets. |
|
Zijn er functies die door de beheerder zijn uitgeschakeld? |
Controleer dit bij uw beheerder.
Sommige functies zijn mogelijk uitgeschakeld in de instellingsmodus. |
|
Heeft de beheerder een functie ingeschakeld die bewerken/verwijderen verhindert? |
Controleer dit bij uw beheerder.
Als uw beheerder instellingen zoals [Instellingen inkomende routing] heeft ingeschakeld,
kunnen toetsen niet worden bewerkt of verwijderd.
“Instellingen (beheerder)” → [Instellingen Beeld Verzenden]
→ [Instellingen Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] → [Instellingen inkomende routing] |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Druk op de toets [Verzendgeschiedenis]. (Alleen verzendgeschiedenis) |
Tik op de toets [Verzendgeschiedenis] (Eenvoudige faxmodus)
om de verzendgeschiedenis weer te geven. Tik in de normale modus
op de toets [Verzendgeschiedenis] in het actiescherm. |
|
Gebruik de toets [Opdracht Status]. |
Tik op de toets [Opdracht Status] en vervolgens op
de tab [Faxen] om de status van faxopdrachten weer te geven.
Tik op de toets [Voltooid] om de vorige verzend-/ontvangstgeschiedenis
weer te geven. Open het actiescherm en tik op [Druk verzendbeeld activiteiten rapport
af] om de
resultaten af te drukken. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Gebruik de doorvoerinstellingen voor faxberichten in de instellingsmodus. |
U kunt faxberichten doorsturen naar een nummer
dat u vooraf hebt opgegeven. Schakel [Instellingen inkomende routing] in “Instellingen
(beheerder)”→ [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Instellingen
Inbound Routing (doorsturen/opslaan)] → [Beheerinstellingen]
in.
Tik op [Toevoegen] en stel de bestemming en de voorwaarden voor
doorsturen in. Nadat u de benodigde instellingen hebt opgegeven,
worden de ontvangen faxberichten aan de hand van de opgegeven voorwaarden
doorgestuurd. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Schakel de voorbeeldinstellingen voor faxberichten in de instellingsmodus in. |
U kunt faxberichten doorsturen naar een nummer
dat u vooraf hebt opgegeven. Schakel [Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens] in “Instellingen
(beheerder)” - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden] → [Algemene
instellingen] → [Voorwaarde Instellingen]
in.
Als een fax wordt ontvangen, tikt u boven in het scherm op het pictogram
dat naast de toets [Opdracht Status] wordt weergegeven. In het scherm Systeeminformatie
tikt u op de tab [Evenement-informatie] en vervolgens op de toets [Controleer beeld
faxontvangst].
Tik op de toets van de fax waarvan u een voorbeeld wilt weergeven
en tik in het actiescherm op [Afbeelding controleren] om het voorbeeld weer
te geven. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Heeft u het volume in de luidsprekerinstellingen van de instellingsmodus gewijzigd? |
Pas het 'op-de-haak-volume', beltoonvolume, lijncontrole-volume,
het volume voor ontvangen/verzenden voltooid en het volume voor
fout bij ontvangen/verzenden aan bij “Instellingen (beheerder)". "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Geluidsinstellingen] → [Instellingen pieptoon (afbeelding verzenden)] |
|
U kunt het volume van het geluid voor een voltooide scan bij Geluid Bij Voltooide Scan in de instellingsmodus aanpassen. |
U hoort het geluid als het scannen van het origineel
is voltooid. Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen]
→ [Algemene instellingen] → [Geluidsinstellingen] → [Instellingen pieptoon (algemeen)]
→ [Geluid scan voltooid (afbeelding verzenden)] om het
volume aan te passen. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
U kunt de afzendergegevens opslaan bij 'Eigen naam en bestemming instellen' in de instellingsmodus. |
Om afzenderinformatie op te slaan, selecteert u
"Instellingen (beheerder)] - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld Verzenden]
→ [Algemene instellingen]
→ [Eigen naam en bestemming instellen]. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Is de optie Rondzenden uitgeschakeld in de instellingsmodus (beheerder)? |
Een distributieverzending is niet mogelijk als
de optie “Instellingen (beheerder)” - [Systeeminstellingen] → [Instellingen Beeld
Verzenden]
→ [Faxinstellingen] → [Instellingen verzenden] → [Faxdistributie uitschakelen] is
uitgeschakeld. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Wilt u een ontvangen fax ophalen die is afgedrukt? |
De indicator gegevensmelding blijft knipperen totdat
alle faxberichten zijn opgehaald. |
|
Is het afdrukken van ontvangen faxberichten niet mogelijk vanwege een fout? |
De informatie-indicator knippert in wit tot de
ontvangen fax wordt verwijderd. Los de fout op die het afdrukken
belemmert. |
|
Controleren |
Oplossing |
|---|---|
|
Tik op de toets [Adresoverzicht]. |
Tik op de toets [Adresoverzicht] om een lijst met adressen
weer te geven. |
|
Is 'Faxbestemming. Bevestigingsmodus' in de instellingsmodus ingeschakeld? |
Schakel "Instellingen (beheerder)" - [Systeeminstellingen]
→ [Instellingen Beeld Verzenden] → [Faxinstellingen] → [Voorwaarde Instellingen] →
[Faxbestemmingbevestigingsmodus] in.
Als deze instelling is ingeschakeld, wordt er een bevestigingsbericht
met het adres weergegeven als u een fax gaat verzenden om foutieve
verzending te voorkomen. |
Version 03a / bp70m90_usr_03a_nl
