Zijn er functies die door de beheerder zijn uitgeschakeld?
Sommige functies zijn mogelijk uitgeschakeld in de instellingsmodus.
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt het gebruik van
functies mogelijk beperkt door uw gebruikersinstellingen. Controleer
dit bij uw beheerder.
▼Alles uitbreiden
▲Alles sluiten
Controleren | Oplossing |
---|---|
Zijn er functies die door de beheerder zijn uitgeschakeld? |
Controleer dit bij uw beheerder.
Sommige functies zijn mogelijk uitgeschakeld in de instellingsmodus.
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, wordt het gebruik van
functies mogelijk beperkt door uw gebruikersinstellingen. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Houd de toets [Beginscherm] ingedrukt. |
Als u de toets [Beginscherm] ingedrukt houdt, verschijnt
er een bericht met het totaal aantal gebruikte pagina's en het tonerniveau. |
U kunt de status van de instellingsmodus weergeven. |
[Totaal Aantal] wordt weergegeven bij de [Status]
van de instellingsmodus. Hier kunt u zien hoeveel pagina's er in
totaal zijn gebruikt. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Brandt het lampje van de Aan-indicator? |
Als het lampje van de Aan-indicator niet brandt,
moet u het apparaat inschakelen.
Controleer of de stekker stevig in het stopcontact zit, zet de hoofdschakelaar
op de stand “
”. |
Hebt u het apparaat zojuist aangezet? |
Wacht tot een melding wordt weergegeven dat het
apparaat klaar is voor gebruik.
Nadat u op de toets [Aan] drukt, heeft het apparaat enige tijd nodig
om de opwarmcyclus te doorlopen. Gedurende deze opwarmtijd kunt
u wel al functies kiezen, maar het apparaat kan nog geen opdrachten
uitvoeren. |
Knippert het lampje van de Aan-indicator? |
De modus Automatisch Uitschakelen is ingeschakeld.
Druk op de toets [Aan] om te zorgen dat het apparaat weer normaal
functioneert. Zie voor meer informatie
ECO. |
Is een klep geopend of een apparaat losgekoppeld van het apparaat? |
Lees het bericht en voer de relevante stappen uit.
Er wordt een waarschuwing weergegeven wanneer een klep is geopend
of een apparaat is losgekoppeld van het apparaat. |
Kunt u zich driemaal achtereen niet aanmelden? |
Als het apparaat weer wordt vrijgegeven, meldt
u zich aan met de juiste gebruikersinformatie.
Als [Waarschuwing wanneer aanmelden mislukt] is ingeschakeld in de instellingsmodus
en u zich
driemaal achtereen niet kunt aanmelden, wordt een waarschuwing weergegeven
en wordt gebruikersauthenticatie 5 minuten geblokkeerd.
(Neem contact op met uw beheerder als u uw gebruikersinformatie
niet kent.) "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Authentication Settings] → [Standaard Instellingen] → [Waarschuwing wanneer aanmelden mislukt] |
Wordt een melding weergegeven die aangeeft dat automatische aanmelding is mislukt? |
Controleer dit bij uw beheerder.
Automatische aanmelding is mislukt door problemen met het netwerk
of andere zaken. Als u de beheerder bent, tikt u op de toets [Beheerderswachtwoord],
meldt
u zich aan als beheerder en wijzigt u tijdelijk de instellingen
voor automatische aanmelding in de instellingsmodus. (Herstel de
oorspronkelijke instellingen nadat de problemen zijn opgelost.) |
Wordt de melding 'Bel servicedienst. Code:xx-xx*." weergegeven op het aanraakscherm? *xx-xx staat voor letters en cijfers. |
Schakel de voeding van het apparaat weer in. Zorg dat de achtergrondkleur van de opdrachtstatusweergave in de rechterbovenhoek van het aanraakscherm grijs is, druk op de toets [Aan] en zet u de hoofdschakelaar weer in de stand ' '. Wacht ten minste 10 seconden en zet de hoofdschakelaar vervolgens in de stand ' '. Als de melding nog steeds wordt weergegeven nadat u verschillende malen op de toets [Aan] hebt gedrukt en de hoofdschakelaar hebt uit- en ingeschakeld, is waarschijnlijk een storing opgetreden waarvoor service is vereist. Stop in dit geval het gebruik van het apparaat, haal het snoer uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger. (Vermeld de weergegeven foutmelding wanneer u contact opneemt met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger.) |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is de bewegingssensor uitgeschakeld? |
Selecteer [Beweging Sensor Modus] in “Instellingen (beheerder)”
- [Systeeminstellingen]→[Energie Besparen]→[Eco-instelling]→[Energieniveau slaapstand]
of “Instellingen (beheerder)” - [Instellingen Eerste Ingebruikneming]→[Energieniveau
slaapstand]. |
Is er een probleem opgetreden met de installatielocatie of de installatieomgeving? |
Controleer de installatielocatie en de installatieomgeving.
De bewegingssensor werkt mogelijk niet correct in de volgende omstandigheden.
|
Is het detectiebereik correct ingesteld? |
Pas het detectiebereik aan. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Zit er nog papier in de lade? |
Voeg papier toe volgens de aanwijzingen in het
bericht op het aanraakscherm. |
Is de toner in het apparaat op? |
Vervang de tonercartridge.
DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN |
Is het papier vastgelopen? |
Verwijder het vastgelopen papier volgens de instructies
op het aanraakscherm. |
Is de uitvoerlade vol? |
Verwijder de uitvoer uit de lade en hervat het
afdrukken.
Als de uitvoerlade vol is, wordt een sensor geactiveerd en stopt
het afdrukken. |
Is de toner inzamelcontainer vol? |
Vervang de toner inzamelcontainer volgens de instructies
in het bericht op het aanraakscherm. |
Zijn er beperkingen gedefinieerd voor de laden die in de verschillende modi kunnen worden gebruikt (kopiëren, afdrukken, beeld verzenden en documentarchivering)? |
Controleer de instellingen in [Papierlade instellingen] en kijk
of er bij elke modus een vinkje staat ([Bezig met invoeren van goedgekeurde opdracht]).
Functies die niet zijn ingeschakeld (aangevinkt) kunnen niet voor
afdrukken worden gebruikt bij die lade. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen] → [Laderegistratie] → [Bezig met invoeren van goedgekeurde opdracht] |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het origineel gekruld of gevouwen? |
Trek het origineel recht.
Het juiste formaat van het origineel kan niet worden gedetecteerd
als het origineel is gekruld of gevouwen. |
Hebt u een origineel geplaatst dat kleiner is dan A5 (5-1/2" x 8-1/2" voor inch-instellingen) op de glasplaat? |
Selecteer het formaat van het origineel handmatig.
Origineelformaten die kleiner zijn dan A5 (5-1/2"x 8-1/2") kunnen
niet automatisch worden gedetecteerd. Wanneer u een klein origineel
op de glasplaat scant, wordt aangeraden een leeg vel papier boven
op het origineel te plaatsen met hetzelfde formaat (zoals A4 en
B5 (8-1/2" x 11" en 5-1/2" x 8-1/2")) als het papier dat u wilt
gebruiken voor afdrukken. |
Heeft u een origineel kleiner dan A6 (of 5-1 / 2" x 8-1/2" voor inch-instellingen) in de documentinvoer geplaatst? |
Selecteer het formaat van het origineel handmatig.
Origineelformaten kleiner dan A6 (of 5-1 / 2" x 8-1/2" voor inch-instellingen) kunnen
niet automatisch worden gedetecteerd. |
Is een origineel met formaat A5 (5-1/2" x 8-1/2" voor inch-instellingen) ingesteld op liggend (A5R (5-1/2" x 8-1/2"R)) op de glasplaat? |
Als een origineel met formaat A5 (5-1/2" x 8-1/2")
is ingesteld op liggend (A5R (5-1/2" x 8-1/2"R)), wordt het niet
automatisch gedetecteerd.
Stel het document met formaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") in op de stand
staand (A5 (5-1/2" x 8-1/2")). |
Is een origineel met A6-formaat ingesteld op staand (A6-formaat) in de documentinvoereenheid? |
Als een origineel met A6-formaat is ingesteld op
staand (A6-formaat), wordt het niet automatisch gedetecteerd.
Stel het document met A6-formaat in op de stand liggen (A6R). |
Is de sensor van de documentinvoereenheid vuil? |
Wrijf de sensor proper met een vochtige doek. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Komen de geleiders van de doorvoerlade overeen met de breedte van het papier? |
Stel de geleiders van de doorvoerlade in op de
breedte van het papier.
Wanneer u papier in de doorvoerlade plaatst, moet u het verlengstuk
uittrekken, zodat het papierformaat kan worden gedetecteerd. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is er te veel papier geladen in de documentinvoerlade? |
Zorg dat de stapel papier in de lade niet boven
de indicatorlijn uitkomt.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID |
Heeft het origineel een lang formaat? |
Als u de automatische origineelinvoer gebruikt
om een lang origineel te scannen, stel het scanformaat dan in op
[Lang Form.].
(Let op: lange originelen kunnen niet worden gekopieerd met de kopieerfunctie.) |
Is het origineel van dun papier? |
Gebruik de glasplaat voor het scannen van het origineel.
Als u de automatische documentinvoereenheid moet gebruiken, gebruikt
u [Langz. scanm.] in [Overige] om het origineel te scannen. |
Is het origineel van zwaar papier? |
Gebruik de glasplaat voor het scannen van het origineel.
Als u de automatische documentinvoereenheid moet gebruiken, gebruikt
u [Zwaar papier scannen] in [Overige] om het origineel te scannen. |
Is de aanvoerrol vuil? |
Reinig het oppervlak van de aanvoerrol.
DE AANVOERROL VAN DE PAPIERINVOER REINIGEN |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Zijn de originelen krom of gevouwen? Gebruikt u geplakte originelen? |
Herstel de kreukels en vouwen in de originelen.
Vouw de originelen goed en plaats ze in de automatische documentinvoereenheid.
Lijn de randen van het origineel uit en stel het origineelformaat
in.
Afhankelijk van de staat van het origineel, het type papier, en
de temperatuur en vochtigheid van de omgeving waarin het apparaat
wordt gebruikt, kunnen meerdere vellen papier tegelijk worden geladen
en kunnen ze mogelijk niet op de juiste wijze worden geladen, of
kunnen de uitgeworpen originelen mogelijk niet netjes uitgelijnd
zijn.
Dit kan worden verbeterd door de volgende instellingen.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het manuscript correct ingesteld? Afhankelijk van de toestand van het origineel, het type papier, de temperatuur op het tijdstip van gebruik, en de vochtigheid van de omgeving, kunnen de verworpen originelen mogelijk niet netjes uitgelijnd zijn. |
Afhankelijk van de toestand van het origineel,
het type papier, de temperatuur op het tijdstip van gebruik, en
de vochtigheid van de omgeving, kunnen de verworpen originelen mogelijk
niet netjes uitgelijnd zijn.
Dit kan worden verbeterd door de volgende instellingen.
AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Zit er een afgescheurd stuk papier vast in het apparaat? |
Volgt de instructies op het aanraakscherm om al
het papier te verwijderen. |
Zit er te veel papier in de lade? |
Plaats het papier opnieuw. Plaats niet meer dan
het maximumaantal vellen en overschrijdt de indicatorlijn niet.
PAPIER LADEN |
Worden meerdere vellen papier tegelijk ingevoerd? |
Waaier het papier goed uit voordat u het laadt. |
Gebruikt u papier dat niet aan de specificaties voldoet? |
Gebruik door SHARP aanbevolen papier.
Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat
niet wordt ondersteund kan leiden tot vastlopen, kreuken of vlekken. - 'VERBRUIKSGOEDEREN' in de Beknopte bedieningshandleiding Zie BELANGRIJKE INFORMATIE OVER PAPIER voor papier dat niet is toegestaan of niet wordt aanbevolen. |
Zijn de geleiders van de doorvoerlade afgesteld op de breedte van het papier? |
Stel de geleiders van de doorvoerlade in op de
breedte van het papier. Laat ze licht in contact komen met de randen
van het papier.
PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN |
Is het verlengstuk van de doorvoerlade uitgetrokken? |
Wanneer u papier van een groot formaat laadt, moet
u het verlengstuk uittrekken.
PAPIER IN DE DOORVOERLADE LADEN |
Is de aanvoerrol van de doorvoerlade vuil? |
Reinig het oppervlak van de aanvoerrol van de doorvoerlade.
DE AANVOERROL VAN DE PAPIERINVOER REINIGEN |
Is het papierformaat A5/A6 (5-1/2" x 8-1/2") geladen? |
Laad papier van het formaat A5/A6 (5-1/2" x 8-1/2")
in de horizontale richting (A5R/A6R (5-1/2" x 8-1/2"R)).)*
* A6R kan niet worden gebruikt zonder de rechterlade. |
Is het papierformaat opgegeven? |
Als u een afwijkend formaat gebruikt, moet u zorgen
dat u het papierformaat instelt.
Als het formaat van het papier in de lade is gewijzigd, moet u de
instelling voor het papierformaat controleren. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen] → [Laderegistratie] |
Hebt u papier in de lade geplaatst? |
Verwijder bij het toevoegen van papier eventueel
resterend papier uit de doorvoerlade, combineer het met het toe
te voegen papier en plaats het papier als één stapel terug.
Als u papier toevoegt zonder dit te combineren met het resterende
papier, kan het apparaat vastlopen.
Plaats geen papier in een andere lade dan de doorvoerlade. |
Gebruikt u geperforeerd papier? |
Stel bij het gebruik van geperforeerd papier het
papiertype in op geperforeerd. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen] → [Laderegistratie] |
Gebruikt u etiketvellen die niet voor het apparaat geschikt zijn? |
Etiketten zonder een dragervel kunnen aan het overdrachtsoppervlak
blijven kleven en een papierstoring veroorzaken. |
Verwijder het papier, draai het om en plaats het opnieuw. U kunt het probleem wellicht oplossen door een ander type papier te gebruiken. |
Dit kan een aantal gevallen van papier krullen
verbeteren.
PAPIER LADEN |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het papier op de juiste wijze in de papierlade geplaatst? |
Stel de geleiders af op het formaat van het papier.
Plaats het papier opnieuw. Plaats niet meer dan het maximumaantal
vellen en overschrijdt de indicatorlijn niet.
PAPIER LADEN |
Is de lade geblokkeerd in een of meer modi (kopiëren, afdrukken, faxen, beeld verzenden en documentarchivering)? |
Controleer de instellingen in [Papierlade instellingen] en kijk
of er bij elke modus een vinkje staat ([Bezig met invoeren van goedgekeurde opdracht]).
Functies die niet
zijn ingeschakeld (aangevinkt) kunnen niet voor afdrukken worden
gebruikt bij die lade. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen] → [Laderegistratie] → [Bezig met invoeren van goedgekeurde opdracht] |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Stel het papierformaat voor elke lade in bij de Lade-instell. |
U vindt de toets 'Lade-instell.' op het beginscherm.
Tik op deze toets om het scherm Lade-Instel. weer te geven.
Tik op de lade waarvan u het papierformaat wilt wijzigen, selecteer
het papiertype en tik vervolgens op de tab [Formaat]. Selecteer
het papierformaat en tik op de toets [OK].
Als u papier met een speciaal formaat in de doorvoerlade hebt geplaatst,
tikt u op de toets [Directe Invoer] nadat u op de tab [Formaat] hebt
getikt, voert u het papierformaat handmatig in en tikt u op de toets
[OK]. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Verwijder het papier, draai het om en plaats het opnieuw. U kunt het probleem wellicht oplossen door een ander type papier te gebruiken. |
Dit kan een aantal gevallen van papier krullen
verbeteren.
PAPIER LADEN |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Zit er te veel papier in de doorvoerlade? |
Plaats het papier opnieuw. Plaats niet meer dan
het maximumaantal vellen en overschrijdt de indicatorlijn niet.
Het maximum aantal vellen hangt af van het ingestelde papiertype. |
Zijn de geleiders van de doorvoerlade afgesteld op de breedte van het papier? |
Stel de geleiders van de doorvoerlade in op de
breedte van het papier. Laat ze licht in contact komen met de randen
van het papier. |
Zijn de origineelgeleiders aangepast aan de breedte van het papier? |
Pas de origineelgeleiders aan de breedte van het
papier aan. |
Het origineel is scheef gescand. |
U kunt het probleem oplossen door een Eenvoudige
Scan met automatisch instellingen in te stellen. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het scangebied van de glasplaat of de automatische documentinvoereenheid vuil? |
Reinig het scangebied van de glasplaat of de automatische documentinvoereenheid.
DE GLASPLAAT EN AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID REINIGEN |
Is de aanvoerrol van de doorvoerlade vuil? |
Reinig het oppervlak van de aanvoerrol van de doorvoerlade.
HET OPPERVLAK VAN DE DOORVOERROL REINIGEN |
Hebt u Reductie van donkere strepen van systeeminstelling uitgevoerd? |
Voer dit uit in "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen]
→ [Afbeeldingskwaliteit aanpassen] → [Collectieve Aanpassing] → [Reductie van donkere
strepen]. Schakel [Toon een waarschuwing als een streep wordt gedetecteerd]
in om donkere strepen te detecteren.
Reductie van donkere strepen |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Gebruikt u papier dat niet aan de specificaties voldoet? |
Gebruik door SHARP aanbevolen papier.
Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat
niet wordt ondersteund kan leiden tot vastlopen, kreuken of vlekken. - 'VERBRUIKSGOEDEREN' in de Beknopte bedieningshandleiding Probeer het papiertype in te stellen op een type dat iets zwaarder of iets lichter is dan normaal. (Voor normaal papier, schakel normaal papier 1 naar normaal papier 2 of normaal papier 2 naar normaal papier 1.) Afhankelijk van het papiertype kan de afdrukkwaliteit worden verbeterd. Raadpleeg voor meer informatie uw dealer of een erkende servicevertegenwoordiger. |
Drukt u af op geperforeerd papier? |
Zorg dat de afbeelding de perforaties niet overlapt.
Als de afgedrukte afbeelding de perforaties overlapt, kunnen er
vlekken worden weergegeven op de achterkant van het papier bij 1-zijdig
afdrukken of op beide zijden bij 2-zijdig afdrukken. |
Wordt een bericht weergegeven dat onderhoud noodzakelijk is? |
Neem zo snel mogelijk contact op met uw dealer
of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger. |
Verwijder het papier, draai het om en plaats het opnieuw. U kunt het probleem wellicht oplossen door een ander type papier te gebruiken. |
Dit kan een aantal gevallen van papier krullen
verbeteren.
PAPIER LADEN,
HET ORIGINEEL PLAATSEN |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het papiertype correct ingesteld? |
Stel het juiste papiertype in bij de lade-instellingen.
Let vooral op dat het volgende niet gebeurt:
|
Controleren | Oplossing |
---|---|
Hebt u de uitvoerlade gewijzigd? |
Als u gaat kopiëren kunt u de uitvoerlade in de
Normale modus selecteren. Tik op [Uitvoer] in het basisscherm
van de Normale modus. In de schermen kunt u de uitvoerlade instellen.
Als u gaat afdrukken kunt u de uitvoerlade in de printerdriver selecteren.
Klik op de tab [Finishing] van de printerdriver en selecteer de
uitvoerlade bij [Uitvoerlade].
De uitvoerlade kan niet worden gewijzigd bij een aantal kopieer-
of afdrukinstellingen. De kopieer- of afdrukinstellingen kunnen
worden gewijzigd als u een andere uitvoerlade selecteert. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het juiste papierformaat ingesteld? |
Als u een afwijkend formaat gebruikt, moet u zorgen
dat u het papierformaat instelt.
Als het formaat van het papier in de lade is gewijzigd, moet u de
instelling voor het papierformaat controleren. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen] → [Laderegistratie] |
Is het origineel correct geplaatst? |
Als u gebruikmaakt van de glasplaat, plaatst u
het origineel in de linkerachterhoek van de glasplaat.
PAPIER LADEN,
HET ORIGINEEL PLAATSEN |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het papier geladen met de afdrukzijde in de juiste richting? |
Zorg dat de afdrukzijde van het papier in de juiste
richting wordt geplaatst. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het papiertype correct ingesteld? |
Stel het juiste papiertype in voor de lade die
het papier bevat dat is opgegeven voor de kaft of het invoegvel.
Als het ingestelde papiertype voor de kaft of het invoegvel niet
overeenkomt met het papiertype dat is ingesteld voor de lade, wordt
papier uit een andere lade geladen. “Instellingen” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Papierinstellingen] → [Papierlade instellingen] → [Laderegistratie] |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het USB-apparaat compatibel met het apparaat? |
Vraag uw dealer of het USB-apparaat compatibel
is met het apparaat.
U kunt geen USB-apparaten gebruiken die niet compatibel zijn met
het apparaat. |
Is het aangesloten USB-apparaat juist herkend? |
Als een USB-apparaat op het apparaat is aangesloten
en juist wordt herkend, wordt het pictogram (
) boven in het aanraakscherm weergegeven.
Als het apparaat niet wordt herkend, sluit het dan opnieuw aan. |
Is het USB-geheugen geformatteerd als FAT32 of NTFS? |
Controleer de formattering van de USB-stick.
Als het USB-geheugen anders is geformatteerd dan FAT32, NTFS of
exFAT, gebruik dan een computer om het formaat te wijzigen in FAT32,
NTFS of exFAT. |
Gebruikt u een USB-stick met een capaciteit van meer dan 32 GB? |
Gebruik een USB-stick van 32 GB of minder. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Wordt een bericht weergegeven dat u het papier uit de nietverzamelaar moet halen? |
Verwijder alle resterend papier uit de nietverzamelaar. |
Zijn er functies die door de beheerder zijn uitgeschakeld? |
Controleer dit bij uw beheerder.
Sommige functies zijn mogelijk uitgeschakeld in de instellingsmodus. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Wordt een bericht weergegeven waarin wordt gevraagd de nieteenheid te controleren? |
Verwijder vastgelopen nietjes.
RANDAPPARATUUR |
Wordt een bericht weergegeven waarin wordt gevraagd nietjes toe te voegen? |
Vervang de nietcartridge.
Vergeet niet het nietjesmagazijn terug te plaatsen.
RANDAPPARATUUR |
Heeft het papier verschillende breedten? |
Als u verschillende papierformaten wilt nieten,
gebruikt u papier van dezelfde breedte en selecteert u de instelling
[Zelfde breedte].
Nieten is niet mogelijk bij verschillende papierbreedten. Selecteer
voor kopiëren [Zelfde breedte] voor [Origineel gem. form.] in [Overige]. |
Zijn er meer vellen dan in één keer kunnen worden geniet? |
Het maximumaantal vellen dat kan worden geniet,
zie SPECIFICATIES. |
Gebruikt u bij de afdrukopdracht een papierformaat dat niet kan worden geniet? |
Zie
SPECIFICATIES voor de papierformaten
die kunnen worden geniet. |
Is het papiertype voor de geselecteerde lade in de printerdriver ingesteld op een papiertype dat niet kan worden geniet? |
Controleer de papiertypen die op het apparaat zijn
ingesteld en selecteer een papierlade die is ingesteld op papier*
dat voor afdrukken met nietjes kan worden gebruikt.
Klik op de knop [Tray Status] op het tabblad [Paper Source] van het
venster met printereigenschappen en controleer de instelling voor
het papiertype voor elke lade.
*Nieten is niet mogelijk bij etiketten, tabpapier, glanspapier of
transparanten. Ook als in het gebruikerstype 'Nieten Uitschakelen' is ingesteld,
is nieten niet mogelijk. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Wordt een bericht weergegeven waarin wordt gevraagd de perforatiemodule te controleren? |
Verwijder perforatieafval.
PERFORATIEMODULE (MX-PN16B/C/D) PERFORATIEMODULE (MX-PN13A/B/C/D) |
Heeft het papier verschillende formaten? |
Perforeren is niet mogelijk bij verschillende papierbreedten.
Als u verschillende papierformaten wilt perforeren, gebruikt u papier
van dezelfde breedte en selecteert u de instelling [Zelfde breedte].
Selecteer voor kopiëren [Zelfde breedte] voor [Orig. met gemengd formaat] in [Overige]. |
Gebruikt u bij de afdrukopdracht een papierformaat dat niet kan worden geperforeerd? |
Zie 'SPECIFICATIES' in de Beknopte bedieningshandleiding
voor papierformaten die kunnen worden geperforeerd. |
Is de geselecteerde lade in de printerdriver ingesteld op een papiertype dat niet kan worden geperforeerd? |
Controleer de instellingen voor papiertype op het
apparaat en selecteer een lade met papier dat u kunt perforeren*.
Klik op de knop [Tray Status] op het tabblad [Paper Source] van het
venster met printereigenschappen en controleer de instelling voor
het papiertype voor elke lade.
*Perforeren is niet mogelijk op etiketten, tabpapier, glanzend papier
of transparanten. Ook als in het gebruikerstype 'Perforeren Uitschakelen' is ingesteld,
kan er niet worden geperforeerd. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is de instelling van de nietpositie correct? |
Controleer de nietpositie in “VOORBEELDSCHERM”. |
Zijn de perforatieposities correct ingesteld? |
Controleer de perforatieposities in 'VOORBEELDSCHERM'. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het een papierformaat dat kan worden gevouwen? |
Controleer of het papierformaat kan worden gevouwen.
GESCHIKTE
PAPIERTYPEN |
Heeft de beheerder de instelling [Uitschakelen van duplex] ingeschakeld? |
De papiervouwfunctie kan niet worden gebruikt wanneer
[Uitschakelen van duplex] is ingeschakeld in de instellingsmodus. Controleer
dit bij uw beheerder. In “Instellingen (beheerder)”, [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Voorwaarde-Instellingen] → [Apparaatbeheer] → [Uitschakelen van duplex]. |
Gebruikt u een papiertype dat een specifieke voor- en achterzijde heeft? |
De vouwfunctie kan niet worden gebruikt met voorbedrukt
papier, briefhoofdpapier of andere papiertypen met een specifieke
voor- en achterzijde.
Gebruik voor de papiervouwfunctie een papiertype, zoals normaal
papier, dat geen specifieke voor- en achterzijde heeft. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het origineel op de juiste manier geplaatst met de afdrukzijde naar boven of naar beneden? |
Controleer de richting voor het laden van het origineel
of de richting van het te vouwen papier en voer de relevante stappen
uit. Raadpleeg de
INSTELLING VOUWEN of
PAPIER VOUWEN VOOR AFDRUKKEN (VOUWEN) voor meer informatie. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Wacht een aantal opdrachten op uitvoering? |
Wacht tot verschillende van de opdrachten zijn
uitgevoerd. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is de helderheid juist afgesteld? |
Tik op de toets [Helderheids instelling] (
) in het beginscherm om de helderheid
aan te passen. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is Automatisch Wissen ingeschakeld? |
Als gebruikersauthenticatie wordt gebruikt, wordt
de huidige gebruiker automatisch afgemeld wanneer Automatisch Wissen
wordt ingeschakeld. Meld u opnieuw aan.
Als u de beheerder bent, wijzigt u de tijdsinstelling van 'Automatisch
Wissen' of schakelt u 'Automatisch Wissen' uit bij [Automatisch Wissen Instellen]. “Instellingen (beheerder)” → [Systeeminstellingen] → [Algemene instellingen] → [Bedienings Instellingen] → [Voorwaarde Instellingen] → [Automatisch Wissen Instellen] |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Het IP-adres wordt bij de Netwerkinstellingen van de modus Instellingen opgegeven. |
Als u een permanent IP-adres wilt instellen, vraag
de beheerder dan om het IP-adres dat aan het apparaat is toegewezen
en andere informatie die u nodig hebt voor de Netwerkinstellingen. "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Netwerk instellingen] → [Interface-Instellingen] |
Controleren | Oplossing |
---|---|
U kunt de kleur van het beginscherm wijzigen bij 'Weergavepatroon instelling'. |
Open het actiescherm van het beginscherm en tik
op [Weergavepatroon instelling]. Voer het beheerderswachtwoord in en selecteer de
gewenste kleur uit de patronen 1 t/m 5. Zie voor meer informatie
HET BEGINSCHERM BEWERKEN. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
U kunt een sneltoets wijzigen bij "Beginscherm bewerken". |
Open het actiescherm van het beginscherm en tik
op [Beginscherm bewerken]. Voer het beheerderswachtwoord in en tik op de gewenste
locatie om een sneltoets toe te voegen of tik op een sneltoets om
die te verwijderen. Zie voor meer informatie
HET BEGINSCHERM BEWERKEN. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is de modus Grote tekst in het beginscherm ingeschakeld? |
Als het pictogram voor grote tekst
is, is de modus Grote tekst geactiveerd. Tik
op het pictogram voor grote tekst om dat te wijzigen in
en de modus Grote tekst uit te schakelen. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
De tijd voordat het apparaat in de modus Energie Besparen belandt, geeft u op bij de instelling Energie Besparen van de instellingsmodus. |
De tijd voordat het apparaat in de modus Energie
Besparen belandt, geeft u op bij de instelling Energie Besparen
van de instellingsmodus.
Geef de tijd op waarna het apparaat in de modus Voorverwarmfunctie
belandt. "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Eco-instelling] → [Instelling Voorverwarmingsfunctie] Geef de tijd op waarna Automatisch uitschakelen moet worden geactiveerd. "Instellingen (beheerder)" → [Systeeminstellingen] → [Energie Besparen] → [Eco-instelling] → [Timer Voor Automatisch Uitschakelen] |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Is het beheerderswachtwoord anders dan de fabrieksinstelling? |
Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde
erkende servicevertegenwoordiger.
Raadpleeg “VOOR DE BEHEERDER” in de Beknopte bedieningshandleiding voor
het standaardbeheerderswachtwoord. Als u het wachtwoord wijzigt,
moet u zorgen dat u dit onthoudt. |
Controleren | Oplossing |
---|---|
Raadpleeg de informatie voor klantondersteuning. |
Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde
erkende servicevertegenwoordiger. |
Version 03a / bp70m90_usr_03a_nl